Kerstessay ‘Tijd voor een kind’ in De Standaard

‘Tijd voor een kind’, dat is het thema van het vijfdelige kerstessay dat ik dit jaar voor De Standaard schreef – in de kranten van vrijdag 24 december tot donderdag 30 december 2021 verscheen telkens een aflevering. Flore Deman maakte de bijpassende illustraties.

“De klimaatverandering zet de relaties tussen de generaties onder druk, schrijft Tinneke Beeckman. Meer dan ooit lijkt het welzijn van kinderen centraal te staan. Tegelijk is hun toekomst onzeker. Dit genereert een crisis van de tijd zelf: het verleden inspireert niet, de toekomst appelleert niet. Alleen het heden telt.”

Deel 1 – De onvoltooide volwassene

Deel 2 – Zonder autoriteit volgt het autoritaire

Deel 3 – Authenticiteit

Deel 4 – Handelen

Deel 5 – Toekomstperspectieven

De vijf delen zijn ook te beluisteren op de podcast.

“Een Europese uitlaatklep voor ontevreden burgers”, column DS 30 januari 2020

Spannende tijden in Europa: vanaf 1 februari is de Brexit een feit (onderhandelingen duren nog wel één à twee jaar). En voor burgers komt er een Europese Conferentie…

“Er komt een ‘Conferentie voor de Toekomst van Europa’ vanaf 9 mei 2020, om burgers meer inspraak te geven bij de Europese besluitvorming. Het project leidde tot kritische opmerkingen (Steven Van hecke, DS), ook omdat niemand weet wat er met de resultaten zal gebeuren in 2022.

Toch is zo’n conferentie een hoopvol signaal. De commissie, het Europese parlement, de Europese instellingen en de lidstaten erkennen dat burgers mee moeten beslissen over de EU. Dat gebeurde tot nog toe weinig. Zo was commissievoorzitster Von der Leyen geen Spitzenkandidaat bij de Europese parlementsverkiezingen, maar werd ze toch voorzitster.

Daarnaast speelt de impact van het Brexitreferendum in 2016. Niet alleen gaat de EU van 28 naar 27 lidstaten. De brexit is in strijd met een funderend principe: dat alle landen naar een ‘ever closer union’ zouden bewegen, zoals in het verdrag van Rome uit 1953 staat. Die ‘ever closer union’ was de horizon voor beleid; directe inspraak van de bevolking stond niet op de agenda. Want Europa was ook een morele belofte: nooit meer oorlog. De strijd tussen naties was voorbij, dankzij een vrije markt en nauwe economische samenwerking. Wie aan deze doelstellingen twijfelde, verloor morele legitimiteit.

In de opzet van de Conferentie wordt de mogelijkheid van kritiek wel meegenomen. Dat is een hele verbetering. Want de moraliserende retoriek om twijfelaars te doen zwijgen – vaak gebruikt door voorstanders van Europees federalisme – heeft het tegenovergestelde effect gehad: afkeer en weerstand. Tenslotte is kritiek op deze Unie onvermijdelijk: ze promoot vier vrijheden (personenverkeer, werknemersverkeer, goederenverkeer en kapitaal) en impliceert beleidskeuzes. Die keuzes hebben gevolgen. Er zijn winnaars en verliezers. Je kan die verliezers niet altijd wegzetten als egoïstisch, gesloten, dom, of erger nog, gevaarlijk nationalist, xenofoob, racistisch etc.

De euro-kritische stemmen klonken het luidst tijdens de referenda. Die referenda zijn wellicht een verkeerd middel om belangrijke, politieke kwesties te beslechten. Maar dan moet de EU-constructie meer rekening houden met oppositie. Omdat klassiek oppositievoeren binnen de EU zo moeilijk is, ontstaat principiële oppositie, zoals de Ierse politicoloog Peter Mair al in 2006 voorspelde. Klassieke oppositie betekent dat politieke partijen een alternatief kunnen zijn voor de heersende regering en haar beleid. Zo hebben ontevreden burgers een uitweg binnen het politieke systeem zelf. Anders verplaatst het ongenoegen zich naar de politieke structuur op zich. Peter Mair kwam tot die conclusie na de referenda in Nederland en Frankrijk in 2005, waarbij de bevolking zich telkens uitsprak tégen het grondwetsverdrag. Hij voorzag nog een andere ontwikkeling: Europese besluiten bepalen de nationale politiek steeds meer, ook indirect (regels voor begrotingen, bijvoorbeeld). Die invloed beperkt de ruimte voor de klassieke links-rechts discussies in nationale parlementen. En die evolutie vergroot de kans op een nieuwe breuklijn: tussen partijen die binnen of buiten de EU willen staan.

Neem Boris Johnsons laatste, overweldigende verkiezingsoverwinning in december 2019. Met zijn slogan ‘Get Brexit done’ verleidde hij veel voormalige Labour-kiezers. Zijn tegenstander, Jeremy Corbyn, bleef neutraal over de Brexit – hij stelde een nieuw referendum voor. Corbyns verpletterende nederlaag heeft ongetwijfeld vele oorzaken. Maar hij begreep alvast niet dat ‘binnen’ of ‘buiten’ de inzet was van de verkiezing.

Wat is er nodig om de stemmen van de bevolking succesvol te integreren? Continue Reading ›

Europa via Griekenland naar de afgrond?

Onrust

Hoe meer je verneemt over Europa, hoe meer reden je hebt tot ongerustheid. Europese landen zakken steeds dieper weg in een recessie. De strenge besparingsmaatregelen van Merkozy verergeren de toestand. Het is onmogelijk – aldus economen als Stiglitz, Krugman – dat de zulke besparingen effectief tot de schuldaflossing van een land leidt. Integendeel, zo’n land moet steeds meer besparen, dan terug lenen, vervolgens meer besparen… tot failliet dreigt. Ik ben geen econome. Als filosofe interesseer ik me meer voor de politieke zijde van het verhaal. Stilaan hebben politici macht overgedragen aan het Europese niveau, bijvoorbeeld wat hun begroting betreft. Europese burgers, in noord en zuid, hebben steeds minder te zeggen over hun toekomst. Wat te doen? Continue Reading ›

Geen toekomst links, geen toekomst rechts

De impasse van Europa is – helaas – een thema dat nog vaak zal terugkeren.

Evenmin linkse als rechts partijen hebben een overtuigend programma voor de toekomst.

Op 5 december 2011 stelde Di Rupo zijn kabinet voor. België moest besparen en dringend ‘hervormen’. Ondertussen sleept de crisis in de eurozone aan. Ook daar is weinig beterschap in zicht.

Is er reden om hoopvol te zijn over de toekomstvisie van deze regering? Helaas niet. Continue Reading ›