‘Het is perfect redelijk om woedend te zijn’, column DS 9 mei 2019

“‘Julie was op de verkeerde plaats op het verkeerde moment.’ Inderdaad, ze was in België in 2019, waar daders van verkrachting en seksueel geweld doorgaans straffeloos weggeraken. De cijfers spreken boekdelen. In slechts 10% van de verkrachtingen doet het slachtoffer aangifte en daarvan leidt slechts 13,5% tot een veroordeling (let wel: dit betekent niet noodzakelijk een verblijf in de gevangenis). Het is perfect redelijk om hierover woedend te zijn. Het is perfect legitiem om dit onaanvaardbaar te vinden. Het is perfect normaal om magistraten hierop aan te spreken en politici hierop af te rekenen. Want zij dragen een zware verantwoordelijkheid. In een rechtstaat heeft de overheid het monopolie op het geweld. Dit is noodzakelijk om het geweld tussen burgers te vermijden en om een veilige samenleving te creëren. Maar dan moeten de overheidsdiensten wel hun werk doen.

Helaas illustreert deze moordzaak hoe zij hun verantwoordelijkheid afschuiven. De minister wijst naar de onafhankelijke rechterlijke macht; de magistraten verwijzen naar de minister en zijn besparingen, waardoor de zaak aansleepte. Als burger zou ik liever hebben dat beide partijen efficiënter handelen voor de slachtoffers, die in 9 op de 10 gevallen vrouwen zijn. De decennialange achteloosheid rond seksueel geweld grenst aan de medeplichtigheid.

De minister heeft niets aan rechters te zeggen, maar hij heeft wel een beleid uit te stippelen. Hij moest besparen, wat blijkbaar een vlotte rechtsgang en een correcte strafuitvoering verhindert. Wat het wetgevend kader betreft, valt minister Geens enigszins te verdedigen. Hij plande een strafrechthervorming waarin de straf voor verkrachting fors werd verzwaard (van max.5 jaar tot max. 10 jaar). Hij schrapte ook de gunstmaatregel, zodat rechters bij bewezen verkrachting voortaan wel degelijk een straf moeten uitspreken. Ja, ongelooflijk maar waar: zelfs bij bewezen verkrachting gingen beschuldigden soms vrijuit. Een radiopresentator in Gent, bijvoorbeeld. Die verklaarde dat hij erg opgewonden was, waardoor hij een vrouw in zijn studio verkrachtte. De rechter had alle begrip, en dacht dat de man zijn lesje wel geleerd had (welk lesje is onduidelijk). Niet dus, de man sloeg nadien opnieuw toe. Goed, dat zou veranderen. Helaas wordt Geens’ strafhervorming niet doorgevoerd, omdat de regering in lopende zaken is.

Dat brengt me bij de houding van rechters. Magistraten beroepen zich graag op hun onafhankelijkheid, en reageren als door een wesp gestoken wanneer ze kritiek krijgen. Elke burger moet aanvaarden wat magistraten beslissen, klinkt het. Anders komt de rechtstaat in gevaar. Werkelijk? Rechters moeten inderdaad onafhankelijk en onpartijdig zijn. Onafhankelijk wil zeggen dat de rechter zonder politieke of andere druk een oordeel velt. Hij moet vrij van inmenging kunnen beslissen, en mag bijvoorbeeld door niemand geïntimideerd worden. Onpartijdig wil zeggen dat hij geen enkele juridische of andere band mag hebben met de betrokkenen van een rechtszaak. Beide principes zijn inderdaad cruciaal voor een rechtstaat. Maar een onafhankelijke magistratuur betekent helemaal niet dat burgers geen vragen of zelfs eisen mogen stellen aan hun rechters. Vrouwen mogen best eisen dat magistraten beseffen hoe zwaar de gevolgen van zo’n seksuele misdrijven zijn. Lees maar eens wat zo’n aanranding met iemand doet. Op de websites van vrouwenorganisaties, zoals de Vrouwenraad, staan heel wat pakkende verhalen. Rechters moeten de opvolging van zo’n zaken dus ernstig nemen. Verder mogen burgers verwachten dat hun magistraten regelmatig bijkomende opleidingen volgen, bijvoorbeeld om daderprofielen beter in te schatten. Dat is geen inmenging in hun onafhankelijkheid, maar professionalisering.

Met justitie vallen geen verkiezingen te winnen, zeggen commentatoren gewoonlijk. Vandaar dat het departement zo stiefmoederlijk wordt behandeld. Op de koop toe staan slachtoffers vaak alleen en lijden ze in stilte, verpletterd door pijn, verdriet en schaamte. Geen materiaal voor een wervend politiek verhaal, lijkt het. Het wordt hoog tijd dat dit verandert. Dat alle kiezers zich solidair verklaren met de slachtoffers en hun families. Dat ze de hervorming van justitie als thema op tafel houden. Want niemand, geen vrouw, kind of man mag het slachtoffer zijn van iemands brutaliteit.”

Deze column verscheen op donderdag 9 mei 2019 in De Standaard. 

‘De omgekeerde wereld’, in ‘De Mening’, DS 12 maart 2018

Deze week schrijf ik ’s avonds ‘De Mening’, in de digitale Avondbijlage van De Standaard.

Dit is de bijdrage van maandag 12 maart 2018:

“Door #metoo vallen mannen wereldwijd nog altijd van hun voetstuk, al zijn de reacties en de impact niet overal dezelfde. Dit weekend zag ik een Frans tv-programma over de Zwitsers-Egyptische islamgeleerde Tariq Ramadan. Sinds oktober 2017 werd hij reeds viermaal officieel beschuldigd van verkrachting, in Frankrijk, Zwitserland en Amerika. Alsof dat niet volstaat, kwam vorige week aan het licht dat hij zijn academische kwalificaties jarenlang heeft gefingeerd. Zijn mediagenieke, intellectuele reputatie berustte op een reeks academische aanstellingen, waaronder in Rotterdam en later in Oxford. Die posities volgden nadat Ramadan zichzelf als professor aan de Zwitserse Université de Fribourg had voorgedaan. Maar die aanstelling blijkt verzonnen.

Ramadan heeft een groep trouwe moslimvolgelingen. Ook in de media werd hij veelal warm onthaald als vrome moslim, multicultureel boegbeeld en briljante theoloog. In januari 2013 verscheen hij bijvoorbeeld als superster in ‘Reyers Laat’, in gesprek met een enthousiaste Meyrem Almaci (Groen). Ramadan was echter altijd controversieel: zijn grootvader stichtte het Moslimbroederschap en zijn broer pleitte openlijk voor de sharia. Tariq gold als gematigd, al wezen critici op zijn dubbele tong: afhankelijk van het publiek, verkondigde hij fundamentalistische, dan wel berustende boodschappen.

Momenteel zit hij opgesloten in een Franse cel, terwijl het onderzoek voor verkrachting loopt. De rechter vreest dat de beschuldigde de benen neemt naar het buitenland. Ramadan echter beweert het slachtoffer te zijn van een zionistische complot, wat zijn aanhangers gewillig geloven. Tegen die opsluiting hebben zij dan ook een petitie opgestart. Deze werd wereldwijd maar liefst meer dan 120.000 keer getekend! In de hele #metoo-context is deze zaak opmerkelijk: de aanklacht leidt tot een massale steun … voor de vermoedelijke dader.

Even opmerkelijk is dat Ramadans slachtoffers nu ook geweld vrezen en ondergedoken leven. Enkele aanklachten gebeurden anoniem, maar Henda Ayari diende openlijk klacht in. Sindsdien wordt ze op sociale media met zwaar verbaal geweld aangepakt, ervan beschuldigd een zionistische pion te zijn (ik herhaal de rabauwentaal liever niet) en krijgt ze politiebescherming. De beschrijvingen van de aanklachten jegens Ramadan doen de lezer ervan in elk geval huiveren: de vrouwen gewagen van verkrachtingen met uitzonderlijk geweld, langdurige vernederende behandelingen en pogingen tot wurging. De zaak moet nog ten gronde worden uitgeklaard. Duidelijk is wel dat slachtoffers, ook vermeende, respect en ondersteuning verdienen. Niet extra geweld en bedreiging. Wordt ongetwijfeld vervolgd.”

Voor De Standaard schreef ik vroeger al eens ‘De Mening’, van 9 tot 14 december 2013.

 

 

Interview De Morgen “Franse brief en #metoo” 13 jan. 2018

Dit interview verscheen in de reeks ‘Het Kernkabinet’ in De Morgen op zaterdag 13 januari 2018.

“Filosofe Tinneke Beeckman: “Een kus is intiem. Daar wil je als vrouw toch zelf over beslissen?”

Honderd Franse vrouwen, met steractrice Catherine Deneuve op kop, verdedigen in een open brief het ‘recht om vrouwen lastig te vallen’. Conservatief? Nee, vindt filosofe Tinneke Beeckman. ‘Wel oubollig. Zij veronderstellen een incasseringsvermogen bij vrouwen, waarvan de jonge generatie denkt: wij hoeven dat niet te hebben.’

door Eline Delrue

“Verkrachting is een misdaad. Maar aanhoudend of onhandig geflirt is dat niet. En galant zijn is iets anders dan agressief machogedrag”, zo begon het Franse collectief in de krant Le Monde. De schrijfsters, vooral uit de filmwereld, media en wetenschappen, hekelen het “puritanisme” sinds de zaak-Weinstein. Bekendste ondertekenaars van de open brief zijn Catherine Deneuve, grande dame van de Franse film, en de schrijfster Catherine Millet, bekend van de erotische roman Het seksuele leven van Catherine M.

Catherine Deneuve en co. klagen aan dat de MeToo-slinger doorslaat: van feminisme naar mannenhaat. Terecht?

Beeckman: “Ze hebben wel een punt dat je publiekelijk aan de schandpaal kan worden genageld zonder jezelf te kunnen verdedigen. Dat is een van de nadelen van de sociale media, van ‘trial by media’. Als iedereen rechter wordt, dan worden er ook onrechtvaardige vonnissen geveld. Dat is niet de manier om met eventuele misdrijven om te gaan.

“Ook interessant aan hun brief is hoe ze de moraalridders koppelen aan religieuze fanatici en reactionairen. Hoe ze zeggen: ‘Als je vrouwen alleen benadert als slachtoffer, stimuleer je hun autonomie niet.’ Ook waar. Vrouwen hoeven geen slachtoffer te zijn, moeten zich niet vereenzelvigen met wat mannen over hen zeggen of met hen doen. Je hoeft je niet in een slachtofferschap op te sluiten.”

Is het toeval dat deze brief uit Frankrijk komt aanwaaien? Een land waar je ook al makkelijk wegkomt met, pakweg, overspel. 

(lachje) Nee, zeker niet. Op dat vlak is er een enorm verschil tussen de Angelsaksische, meer puriteinse cultuur en de Franse ‘galanterie’ en het spel van de verleiding. Seksualiteit en sensualiteit hangen er veel meer in de lucht. Het maakt er deel uit van het gesprek, de atmosfeer.

“Op zich beantwoordt de galanterie, die al sinds de zeventiende eeuw opgang maakt, al aan een aantal problemen die de MeToo-beweging heeft aangekaart. Want ze houdt juist in dat mannen leren te verleiden met woorden, met hun charmes. Dat ze vrouwen moeten bewonderen, niet minachten. En dat ze geen natuurlijk recht hebben om zomaar in iemands leven binnen te dringen. De regels van die eeuwenoude galanterie schrijven ook discretie voor. Als een relatie spaak loopt, zal de man alle liefdesbrieven teruggeven aan de vrouw, om zo haar reputatie te beschermen.”

Het ‘recht om vrouwen lastig te vallen’, zoals het Franse collectief verdedigt, lijkt daar toch ver van af te staan.

“Klopt, dat woord ‘lastigvallen’ deed me ook schrikken. Wellicht wilden ze de vergelijking trekken met de vrijheid van meningsuiting. Die impliceert ook de vrijheid om te beledigen. Ze maken daar een equivalent op het vlak van seksualiteit: de vrijheid om lastig te vallen.

“Ze hebben het in hun brief ook over berichtjes sturen, zelfs als de ontvangster geen interesse toont. Of over een gestolen kus. Ze hebben nogal een ruime definitie van wat ze toelaten. Een kus is al intiem, niet? Daar wil je als vrouw toch zelf over beslissen. Je ziet, hun interpretatie van het aanvaardbare kan makkelijk afglijden.

“Dominique Strauss-Kahn, om maar iemand te noemen, dat was geen galanterie. Hij was handtastelijk, stuurde honderden sms’en, had een visie op seksualiteit waarin zijn macht speelde. Hij ‘bezat’ vrouwen. Toch namen de Fransen hem zo lang in bescherming. In deze MeToo-tijden zou hij ongetwijfeld in opspraak zijn gekomen, maar het Frankrijk van vijf jaar geleden hield nog graag het potje gedekt.”

“MeToo heeft dus veel veranderd, in positieve zin. Met hun brief willen die Franse dames vooral een visie op cultuur verdedigen die zij bedreigd zien. Als je kijkt naar de films van vroeger, dan zouden heel wat scènes vandaag minder vanzelfsprekend zijn. Maar dat is een cultuur waar zij uit voortkomen, waar zij zich heel sterk mee identificeren.”

Is het dan een generatiekwestie?

“Er is alleszins een generatieverschil. De oudere generatie veronderstelt een incasseringsvermogen, waarvan jongere vrouwen zeggen: ‘Nee, ik hoef dat niet te hebben. Als ik het heb, des te beter. Heb ik het niet en die man stoort mij, dan moet hij ermee ophouden.’ De jongere generatie eist een duidelijkere lijn, is daar assertiever en mondiger in.”

Zoals ook jonge Françaises op sociale media lieten verstaan: zij nemen er geen vrede mee als er in de metro een man tegen hen aan komt schurken. Iets wat de briefschrijfsters als een ‘non-event’ afdoen.

“Dat is het grootste probleem van de brief: de schrijfsters gaan ervan uit dat elke vrouw de kracht en de autonomie heeft om te denken: ‘Het is niet omdat een man in de metro tegen mij aanschurkt dat ik me slachtoffer moet voelen.’ Dat veronderstelt dat elke vrouw zoiets psychologisch en lichamelijk kan plaatsen. Zelf zijn die dames heel geëmancipeerd, ze hebben hun carrière, hun eigen stem. Akkoord, principieel hebben ze gelijk. Maar er zijn veel vrouwen in andere contexten die wel wat meer bescherming nodig hebben om zoiets te verwerken.”

Hoe conservatief is hun standpunt dan eigenlijk?

“Conservatief, nee. Wel oubollig. Dat is niet helemaal hetzelfde. Zij willen wijzen op de mogelijke gevaren van een puriteinse houding. Feit is: die puriteinse houding laat een zekere hypocrisie toe. Daar hebben ze gelijk in. Eigenlijk pleiten ze voor een eerlijke, open beleving van seksualiteit. Dat vind ik niet bepaald conservatief.

“Trouwens, die vrouwen zijn ook niet conservatief. Vergeet niet dat Catherine Deneuve in 1971 het ‘manifest van de 343’ ondertekende. Dat waren 343 vrouwen die openlijk toegaven dat ze abortus hadden ondergaan terwijl het op dat moment nog een misdrijf was. Zij riskeerden strafrechtelijke vervolging. Maar ze kwamen ervoor uit, precies om het debat aan te vuren. Deneuve heeft dus wel belangrijke daden gesteld om het feminisme aan te zwengelen.”

Twitter was al niet mals voor haar. Catherine Deneuve is ‘een idioot’. Of nog: ‘medeplichtig aan het machisme’. Zit zij nu in het ‘mannenkamp’?   Continue Reading ›

Column “Flirten met de grens”, DS 11 jan. 2018

“Honderd Franse vrouwen, waaronder Catherine Deneuve, eisen het recht op om lastig gevallen te worden door mannen, in hun open brief in ‘Le Monde’. Ze menen dat #Metoo een heksenjacht op mannen heeft ontketend, en dat de beweging moraalridders, reactionairen en religieuze fanatici in de kaart speelt. Vrouwen mogen zich niet tot slachtoffers laten herleiden, schrijven ze. Alvast op dat punt hebben ze gelijk: een vrouw hoeft zich niet te vereenzelvigen met wat iemand over haar zegt, en zelfs niet met wat iemand haar aandoet.

De ondertekenaars verwijzen ook naar de galanterie, een typisch Franse visie op verleiding die in de Angelsaksische wereld onbekend is. Een goed begrepen galanterie lost inderdaad enkele problemen op die door #metoo worden aangeklaagd. Vanaf de zeventiende eeuw impliceert de galanterie dat mannen leren om te verleiden met woorden, zonder zich fysiek op te dringen. De verleiding wordt gevoed door bewondering, niet door minachting. Daarbij moeten mannen proberen om bij een vrouw in de smaak te vallen, anders zijn ze kansloos. Ze hebben dus geen natuurlijke recht om iemands leven binnen te dringen. Mannen moeten discretie respecteren; de reputatie van de vrouw mag geen schade ondervinden. Deze discretie dient dus niet om opdat de man zijn onaanvaardbare gedrag verborgen kan houden. Vrouwen wordt ook geen schuld of schaamte aangepraat, dé middelen bij uitstek om iemand te manipuleren.

Verleiding hoort bij de seksuele vrijheid; seksualiteit maakt nu eenmaal deel uit van het leven. Die kan voor mannen en vrouwen ongemakkelijk zijn. Toch blijft de grens erg delicaat; in de tekst geven de ondertekenaars mannen wel de ruimte om seksueel getinte berichten te sturen, zelfs al vindt de ontvanger de afzender niet aantrekkelijk, om een gestolen kus te proberen, of om het professionele met het intieme te verwarren. Dat blijven moeilijke gevallen, die makkelijk kunnen omslaan naar grensoverschrijdend gedrag. Zeker wanneer een vrouw psychisch of fysiek niet de mogelijkheid heeft om een onafhankelijke positie in te nemen. Over de galanterie mag trouwens geen misverstand bestaan; wat iemand als DSK deed – soms honderden sms-jes naar één vrouw sturen per dag of handtastelijk zijn in liften, vliegtuigen, hotelkamers – had weinig met een subtiel spel van verleiding te maken.

Schuld en schaamte aanpraten is precies wat gebeurt wanneer vrouwen uitgescholden worden voor ‘hoer’, en dus als moreel minderwaardig worden beschouwd. Continue Reading ›

“Als de buil barst”, column DS 16 nov. 2016

“Het debat over grensoverschrijdend gedrag kwam na de zaak Weinstein uit Amerika overgewaaid. Het is heel goed dat het thema ook in België op tafel ligt. Maar het moet grondiger worden besproken, los van enkele bekende mediafiguren. En laten we vooral niet de Amerikaanse toer zelf opgaan.

In de VS wordt ‘trial by media’ nog op een genadelozere manier gevoerd; mensen worden vernietigend neergehaald na beschuldigingen door een (sociale) media die zich rechters wanen. Dat de openbare opinie een haast-rechtbank wordt, houdt echter wel verband met een falend juridisch systeem: jarenlang hadden slachtoffers geen gepaste procedures om misbruik aan te klagen, zoals meldpunten, bemiddelingstrajecten of eventueel rechtszaken. Daders konden in het verleden te lang hun gang gaan, zeker als ze over veel geld beschikten. In de zaak Weinstein onthulde ‘The New Yorker’ hoe de man zich dankzij een gewiekst netwerk van detectives en advocaten juridische straffeloosheid kocht. Anders had hij zijn wangedrag – vermoedelijk tot verkrachting toe – nooit zo lang kunnen verbergen. In België gaat het er minder doortrapt aan toe, maar toch spelen geld en macht een grote rol in het jarenlange stilzwijgen. Door deze straffeloosheid vallen er meer slachtoffers, worden daders roekelozer, klinkt het verhaal spectaculairder. Tot de buil barst.

Daarnaast leidt de focus op specifieke daders de aandacht af van wat echt nodig is: een open, eerlijk en soms kwetsbaar gesprek over seksueel gedrag en over wat het betekent om man of vrouw te zijn. Wat zijn de kenmerken van een relatie? Hoe verlopen machtsdynamieken? Wat betekenen vrijheid en respect? Elementaire vragen, die alleen zonder puriteinse hypocrisie kunnen worden benaderd.

Rondlopen als man betekent hopelijk iets anders dan een vrijgeleide krijgen om geilheid op anderen te botvieren. Liefst betekent het ook een beetje stijlvol kunnen omgaan met afwijzingen. Vooral voor mannen en vrouwen in een machtspositie is zo’n houding belangrijk. De harde, gemene opmerkingen over de vrouwelijke slachtoffers bewijzen dan weer dat er vaak wat schort aan het vrouwbeeld, zowel bij een aantal mannen als vrouwen. Blijkbaar zijn empathie en respect niet vanzelfsprekend. Die ‘victim-blaming’ onthult eerder een ongemakkelijke houding tegenover seksualiteit dan een groot rechtvaardigheidsgevoel. Aantrekkelijke vrouwen vallen nog te makkelijk wantrouwen en minachting te beurt, waardoor ze de schuld krijgen van een conflict, al zijn zij het slachtoffer.

Ten slotte kan een andere praktijk die in Amerika opgang maakt, best niet worden ingevoerd: het subjectieve slachtofferschap als maatstaf voor grensoverschrijdend gedrag. Dan beledig je zodra iemand zich beledigd voelt, of kwets je zodra iemand zich gekwetst voelt. Deze criteria openen de deur voor andere vormen van machtsmisbruik. In ‘The Nix’ voert Nathan Hill de luie studente Laura Potsdam op. Ze vreest dat haar professor literatuur te streng is, en ze vindt zijn lessen over Shakespeare te saai om ze te studeren. Ze begint tegen de decaan te klagen dat de professor ‘geen veilige omgeving’ creëert, en dat ze zich niet helemaal lekker voelt bij hem. Volledig subjectief en zelfs verzonnen, maar haar strategie volstaat om de docent in de problemen te brengen. De scènes in het boek zijn hilarisch, maar de realiteit is minder fraai.

Het subjectieve referentiepunt is een glijdende schaal, die ieders vrijheid en veiligheid bedreigt. Een variant hierop is het zogezegd beledigende karakter van de vrije meningsuiting. Voor je het weet, kan je ideeën niet meer openlijk bespreken, omdat je anders vernedert, provoceert, discrimineert. In de Verenigde Staten slagen goed georganiseerde studenten er in om elke – in hun ogen – ongewenste uitspraak tot een probleem voor anderen te maken, omdat ze zich beroepen op dat subjectieve veiligheidsgevoel (en zogenaamde safe-spaces eisen). Continue Reading ›

“Het belang van een erecode”, column DS, 21 september 2015

Unknown 08.33.05“Terecht tilt de Iraans-Belgische Darya Safai zwaar aan de foto die de Egyptische Anderlechtspeler Mahmoud ‘Trezeguet’ Hassan postte, waarop de vrouwelijke fans in de tribune werden gewist. Volgens Safai gaat deze kwestie niet alleen over sport: ze illustreert hoe vrouwen in landen als Iran geen deel mogen hebben aan de samenleving.

Vrij voorspelbaar kreeg Safai tegenwind: de kritiek op Hassan zou alleen bedoeld zijn ‘om alle moslims mee aan te vallen’. Een mooie omkering: terwijl de vrouwen worden gewist, zijn moslims de eigenlijke slachtoffers. Zo’n reactie is erger dan onzinnig, ze is een deel van het probleem. Wie er zich alleen om bekommert dat moslims geen kritiek mogen krijgen, bewijst dat hij van gelijkheid en burgerrechten niets heeft begrepen.

Want juist nu de samenleving door migratie sterk verandert, wordt deze vraag dringender: hoe brengen we morele verandering teweeg?

Kwame Appiah

Kwame Appiah

We moeten gelijke rechten en andere basisprincipes van de democratie benadrukken, zeker.

Maar volgens de Brits-Ghanese filosoof Kwame Appiah kunnen we ook het begrip ‘eer’ inzetten. Dat lijkt nogal contra-intuïtief: liggen erecodes niet aan de basis van veel onrecht? In  ‘The Honor Code, How  Moral Revolutions Happen’ legt Appiah briljant en meeslepend uit hoe radicale veranderingen in de negentiende eeuw – het duel afschaffen, slavernij opheffen, vrouwenvoeten niet meer inbinden in China – pas dankzij een andere ere­code tot stand kwamen. Morele argumenten op basis van rationaliteit volstaan namelijk niet om sociale verandering te brengen: het is de erecode – een complex geheel van regels over respect en zelfrespect, over achting en erkenning – die moet veranderen.

Zolang slaven hebben een moreel discussiepunt bleef, was de afschaffing ervan een zaak van een handvol idealisten. Pas toen de praktijk als beschamend werd beschouwd, veranderde er echt iets: wie slaven hield, werd op een bepaald ogenblik in ogen van zichzelf en van anderen oneervol.
Appiah vertelt ook het hedendaagse verhaal van Mukhtaran Bibi, een Pakistaanse dorpelinge. Die vrouw werd door de dorpsraad veroordeeld tot een groepsverkrachting, uit wraak voor een misdaad die haar broer had begaan. Na die verschrikkelijke ‘straf’ zwichtte Mukhtaran niet onder de druk om uit schaamte over haar lot te verzwijgen. Ze klaagde haar aanvallers aan bij de politie. Uiteindelijk werd haar zaak door befaamde vrouwenrechten-advocaten behandeld. Zo kreeg haar verhaal internationale aandacht. Appiah vermeldt hoe toenmalig president Pervez Musharraf de vrouw verweet dat ze Pakistan een slechte naam had bezorgd. Alsof wie onrecht aankaart, zelf het probleem is. Volgens Appiah is Mukhtaran echter a ‘model of honor’: dankzij haar inzet, ook voor andere vrouwen, wordt de machistische cultuur weggezet als een benepen uiting van dubbele moraal, waarbij de zogezegde hoeders van de openbare orde schaamteloze machtsmisbruikers zonder eergevoel blijken te zijn. Continue Reading ›

Verkrachting als politiek wapen, maar voor de eigen ondergang

imagesHet Tahrirplein is opnieuw het centrum van verzet tegen de president, ditmaal tegen Morsi. Burgers pikken niet langer dat het beleid van de president geen soelaas biedt  voor dagelijkse problemen: armoede, werkloosheid, toenemend geweld, uitzichtloosheid.

Helaas vernemen we steeds meer berichten (ook internationaal) over betogende vrouwen die worden meegesleurd en verkracht. Continue Reading ›

De zaak-DSK: “Libertinage, inégalité et infidélité”

Dominique Strauss-Kahn werd vlak voor zijn benoeming tot PS-kandidaat voor de Franse presidentsverkiezingen van het vliegtuig geplukt in New York. Aanklacht: verkrachting van een kamermeid. De wereld stond in rep en roer – de Fransman was toen voorzitter van het IMF. Ook Frankrijk liet zich zien, niet van haar fraaiste kant. Continue Reading ›