‘Macht en Onmacht’

image005

Het boek verscheen begin oktober 2015 bij De Bezige Bij. Een vijfde druk verscheen in november 2016.

“Parijs, 7 januari 2015. Twee geradicaliseerde moslims dringen het redactiegebouw van Charlie Hebdo binnen en schieten tien redactieleden neer. Frankrijk en de wereld reageren geschokt. De aanslag en de reacties daarop doen niet alleen vragen rijzen over vrijheid van meningsuiting en godsdienstkritiek, ze getuigen ook van een algemene radeloosheid over politieke ideeën die de samenleving vorm moeten geven.

In Macht en onmacht verkent Tinneke Beeckman de oorzaken van deze maatschappelijke vertwijfeling. Op erudiete wijze beschrijft ze hoe de commotie rond de aanslag in Parijs aantoont dat verlichtingsidealen als het streven naar waarheid en gelijkheid definitief in onbruik zijn geraakt. In de plaats daarvan overheerst een ambigu postmodern denken, dat voortdurend verwarring schept en waarheidsaanspraken onmogelijk maakt. Ontsporingen als sinister fundamentalisme en hardnekkig neoliberalisme zijn daarvan het gevolg. Aan de hand van historische en actuele denkers legt Beeckman de gevoeligheden van de hedendaagse democratie bloot en toont ze waar er mogelijkheden zijn van herstel.”

 

Het boek werd driemaal genomineerd voor een prijs: Liberalesprijs, de Socrates Wisselbeker en de prijs deMens.nu.

Het kreeg veel positieve recensies:

 

Carel Peeters in Vrij Nederland.

Sebastien Valkenberg in Trouw.

Thomas Feijen voor Nexus.

Maarten Boudry in De Standaard.

Dirk Verhofstadt voor Liberales.

Sander Carollo voor HVV.

Jean-Pierre Rondas voor Doorbraak (in drie afleveringen)

John Cossement voor Enola.

Ludo Abicht in Aktief.

 

Het boek was genomineerd voor de Liberalesprijs 2015.

 

15 Comments

  1. Jean-Benoit Burrion

    Beste Mevrouw Beeckman,

    Proficiat voor uw heldere en moedige analyse, die ook in het laatste boek van Alain Finkelkraut “La juste exactitude” wordt aangetroffen. Ik hoop dat uw boek ook in het Frans uitgegeven zal zijn. Franstaligen zouden ook deze visie moeten lezen.

    MVG

    JB Burrion

  2. boulgakov

    Beste Mevrouw Beeckman,

    Proficiat voor uw heldere en moedige analyse, die ook in het laatste boek van Alain Finkelkraut “La juste exactitude” wordt aangetroffen. Ik hoop dat uw boek ook in het Frans uitgegeven zal zijn. Franstaligen zouden ook deze visie moeten lezen.

    MVG
    JB Burrion

  3. Vanrijk

    Och, mevrouw Beeckman, ik ben juist met heel veel attentie uw boek “Macht en Onmacht” aan het lezen (had u gehoord op Klara) … Wat zal u ons, na gisteren vrijdag 13 november, nog veel moeten uitleggen !
    Hartelijk dank,
    Vivi Vanrijk.

  4. Benedict Broere

    Dag mevrouw Beeckman,
    Ik heb u ontdekt via Wim van Rooy die u noemde in een interview en ook Rémy Braque. Vervolgens kwam ik terecht bij dit radiointerview met Theodoor Holman: http://www.obalive.nl/default.aspx?lIntEntityId=2703. Het is heel interessant te zien hoe u tracht die kwestie van islam en postmodernisme te ontzenuwen. En ik ga zeker nog verder met bestuderen wat u hierover zegt. Het is echt tijd, het is heel erg tijd dat geprobeerd wordt die verstikkende deken van politieke correctheid weg te blazen. Ik hoop dat het u bespaard blijft dat u wordt weggedemoniseerd met woorden als ‘extreem-rechts’ en ‘islamofoob’. Het moet mogelijk zijn kwesties in een realistisch licht te stellen. En zo niet dan ziet het er somber uit voor ons allen.
    Vriendelijke groet,
    Benedict Broere

  5. Hubert Campo

    Macht en onmacht heb ik in een adem uitgelezen. Zeer verhelderend en interessant. Niettemin toch twee puntjes van kritiek.

    Op p. 126 komt Dalrymple ter sprake. Hij wijst op het gebrek aan individuele verantwoordelijkheid bij meisjes uit de onderklasse. Ze willen volledige seksuele vrijheid maar menen bovendien recht te hebben op een uitkering wanneer ze (ongewenst) zwanger zijn. Beeckman countert deze vaststelling van Dalrymple met een klassieke drogreden van het type ‘tu quoque’: de speculanten van de Londense city gaan evengoed onverantwoord tewerk en laten de gemeenschap daar eveneens voor opdraaien. Bovendien meent Beeckman dat de meisjes bij deze lui het verkeerde voorbeeld zien. Daarmee wordt de suggestie gewekt dat de onderklasse weerom ‘slachtoffer’ is en Dalrymple hen valselijk wil beschuldigen. Het is overigens de vraag of het argument van het verkeerde voorbeeld wel klopt. Meisjes uit de onderklasse spiegelen zich bij voorkeur aan de levenswandel van idolen uit de popcultuur, stars, TV-personalities en Facebook- of Youtubefenomenen, niet aan de levensstijl of denkbeelden van een of andere highbrow upperclass shorter van de Londense City.

    Ander punt waar ik het moeilijk mee heb is de toch wat ongenuanceerde manier waarop de figuur van Snowden wordt voorgesteld. In het hele debat over deze zaak hoor je meestal nooit waarover het eigenlijk zou gevoerd moeten worden: kan de wereld zonder spionage? Zijn hierbij regels te volgen en zo ja welke? Is cruciale informatie op een legale en humane manier te verkrijgen? Zijn de moorden die James Bond pleegt humaner dan de inbreuken op onze privacy door de NSA? En wat gebeurt er met de undercover agents die door Snowden nu voor hun leven mogen vrezen? Ook hier had ik van een filosofe wat meer nuance verwacht.

    Maar ondanks deze kritiek en schitterend boek.

Geef een reactie