“De karaktermoord op Pieter Omtzigt”, column DS, 14 sept. 2023
“Met zijn nieuwe partij staat ex-CDA-politicus Pieter Omtzigt bovenaan de peilingen voor de volgende parlementaire verkiezingen in Nederland, in november. Omtzigt heeft een sterk palmares als rechtlijnig parlementair. Zijn pleidooi voor institutionele, politieke hervormingen slaat erg aan. Het ‘dossier’-Omtzigt is nog om een andere reden opmerkelijk: op hem wordt al jaren een karaktermoord gepleegd – of een ‘karaktersluipmoord’, naar het woord van journalist Ariejan Korteweg. Al jaren trekken ex-partijgenoten en criticasters zijn politieke geschiktheid in twijfel. In de coulissen fluisteren ze dat met hem geen land valt te bezeilen, hij zou asociaal zijn, een ‘lastpak’, een ‘autist’. Nadat Omtzigt twee jaar geleden een burn-out had gekregen, kwam daar nog bij: ‘Een zieke man.’ Met de suggestie dat hij elk moment kan instorten. Het overkomt populaire buitenbeentjes wel vaker. Ze botsen met het establishment, lopen niet in de partijpolitieke pas en dus worden ze buitengewerkt. Als ze de politiek dan effectief verlaten, verdwijnt met hen een kritische stem.
In het politieke machtsspel wordt dus geregeld een ‘karaktermoord’ gepleegd, of toch een poging daartoe ondernomen. De term is geen halve eeuw oud, maar de praktijk gaat al eeuwen mee. Volgens de Nederlandse cultuurhistorica Edwina Hagen, die er uitvoerig over publiceerde, is een karaktermoord een vorm van machtsgedrag die buiten juridische vervolging valt (in tegenstelling tot laster of eerroof). Het is een manier om iemand met voorbedachten rade te elimineren.
In de academische definitie bevat zo’n moord vijf elementen: een aanvaller probeert zijn doelwit via een bepaald medium moedwillig te beschadigen, en dat gebeurt in de publieke ruimte. Daarbij wordt de reputatie geviseerd – hoe je in de ogen van anderen lijkt te zijn. De gebruikte wapens zijn vage verdachtmakingen, overdrijvingen en halve waarheden, die dienen om iemands legitimiteit voor een functie te ondergraven.
Volgens Edwina Hagen komen karaktermoorden vaker voor in transitieperiodes, bij grote politieke en maatschappelijke verschuivingen. In onrustige tijden zijn burgers bereid om hun oude gewoontes op te geven. Dat schept kansen voor nieuwkomers, die de bestaande orde willen veranderen.
Ariejan Korteweg somt vier voorwaarden op voor de karaktermoord: omgangsvormen die verruwen; tegenstellingen die scherper worden, empathie die afneemt en compassie die ontbreekt. Het is een schets van het hedendaagse politieke klimaat. Korteweg signaleert ook dat karaktermoorden soms mislukken. Niet alle plegers zijn even handig. En als het mislukt, kan de poging tegen de aanvaller zelf worden gebruikt. Die verliest dan op zijn beurt legitimiteit.
Of een aanval slaagt, hangt onder meer af van de normen en waarden in een samenleving. In een beroemde toespraak beschuldigde de Romeinse consul Cicero zijn tegenstander Catalina ervan hem te willen vermoorden. Cicero had geen harde bewijzen voor zijn stellingen, en richtte zich dan maar op Catalina’s verderfelijke en gewelddadige karakter: Catalina zou de republiek willen omverwerpen en het vaderland ten gronde richten. Nog voor hij weerwoord kon bieden, werd Catalina de senaatszaal uitgejaagd. Ander voorbeeld: toen socialistische bewegingen op het einde van de 19de eeuw volksvertegenwoordigers kregen, werden die vaak als oproerkraaiers weggezet; zij beschuldigden, op hun beurt, hun tegenstanders ervan op het volk neer te kijken. Vandaag roept niemand het heil van het vaderland in, en iemands sociale achtergrond is zelden een argument. Slinkse verwijzingen naar sociale beperkingen – ‘Je kunt met hem niet samenwerken’; ‘hij is geen peoplemanager’ – kunnen wel werken. Nog schadelijker zijn vermeende psychische problemen – karaktergestoord, psychopathisch, autistisch. Dan lijkt iemand ongeschikt voor de functie van politicus.
De kwestie-Omtzigt zet de vragen over macht en tegenmacht op scherp. Zelfs als die typeringen deels zouden kloppen: hoe relevant zijn ze? Misschien moeten politici non-conformistisch durven te zijn om de bestaande orde door elkaar te schudden. Misschien moeten ze over enige verbetenheid, een verlangen naar grondigheid en een bereidheid tot conflict beschikken. Wat is het etiket ‘gepast sociaal gedrag’ waard, als het in de praktijk betekent dat je altijd voor machtige belangen buigt?
Als zogezegde lastpakken de politiek verlaten, verdwijnt vaak een waardevolle tegenstem, die politici de maat neemt. Met zijn verlangen naar bestuurlijke vernieuwing geeft Omtzigt aan dat het politieke bedrijf zelf een probleem is geworden. Je kunt het daarmee oneens zijn, maar het is, als je de Nederlandse peilingen mag geloven, een thema dat bij velen leeft. Omtzigt komt wellicht ook met een klassieker partijpolitiek programma, rond belangrijke thema’s zoals economie, klimaat en migratie. Maar voorlopig zet hij, althans in Nederland, aan om na te denken over of en hoe de democratie naar behoren functioneert.”
Deze column verscheen in De Standaard op 14 september 2023.