Interview over ‘Machiavelli’s Lef’ op Doorbraak, eind december 2020

Tinneke Beeckman: ‘In een corrupte samenleving valt de elite door de mand’

Machiavelli’s lef. Levensfilosofie van de vrije mens is het nieuwe boek van de Vlaamse filosofe Tinneke Beeckman. Daarin interpreteert ze de gedachten van Niccolo Machiavelli (1469-1527), zoals neergepend in diens werken Il Principeen Discorsi. Beeckman wil het vrije debat aanzwengelen vanuit de republikeinse vrijheid, noodzaak, en deugd. ‘Politieke gebeurtenissen zijn niet hetzelfde als wiskunde.’

Sociale media

‘Ik vind, en zal altijd blijven vinden dat het nooit verkeerd is een opvatting te beargumenteren zolang gezags- of geweldsargumenten daarbij terzijde worden gelaten. Als je merkt dat alle mensen, of minstens de meesten, zich over een zaak vergissen, dan moet je die zaak blijven aankaarten. Elk mens denkt anders; je moet dus niet handelen volgens het oordeel van de ander, maar naar dat van jezelf.’

Zo haalt Beeckman enkele gedachten van Machiavelli uit de Discorsi aan in Machiavelli’s lef. Levensfilosofie van de vrije mens. Is dat een gedurfde stelling, in een tijd van sociale media, en vele alternatieve verhalen?
Tinneke Beeckman: ‘Het vraagstuk over complottheorieën sluit meer aan bij mijn vorige boek, Macht en Onmacht. Een verkenning van de aanslag op de Verlichting. Technologische ontwikkelingen beïnvloeden het debat, bijvoorbeeld door algoritmes. Allemaal in functie van een winstmodel dat erop gericht is de aandacht van gebruikers zo lang mogelijk vast te houden.’

‘De boodschappen die circuleren op sociale media, sluiten aan bij een gevoel van onmacht dat velen hebben. Als je kritisch bent voor de ‘mainstream’, ben jij de moedige mens die de macht in vraag stelt. Op een vreemde manier zetten ook complotdenkers zich in voor het algemeen belang, dat ze zien als een verzet tegen de elite. Alleen dienen ze hun eigen doelen niet. Als je de elite van gekke, onjuiste dingen beschuldigt, zoals kinderverkrachtingen enzovoort, gooi je je eigen ruiten in.’

Absolute waarheid

Tezamen met Machiavelli zegt u in uw boek wel dat het politieke debat niet noodzakelijkerwijs over de absolute waarheid moet gaan. Dat is een ander debat, dat weinig met politiek te maken heeft.
‘Politieke gebeurtenissen zijn niet hetzelfde als wiskunde. Dat schrijft Hannah Arendt ook. Over maatschappelijke gebeurtenissen kan je moeilijker zeggen: A is waar, B niet. Als je wilt analyseren waarom een politieke omwenteling plaatsvond, kan je daarover blijven nadenken. Machiavelli benadrukt ook dat mensen andere perspectieven hebben. De zoektocht naar waarheid kan lang duren, en een diepgaande analyse is nodig van waarom iemand iets zegt, en met welk perspectief, en vanuit welk verlangen of welke noodzaak. Het vereist empathie om naar mensen hun politieke visie te luisteren, zeker als je het daar niet mee eens bent.’

Europese Unie

U deelt de interesse in Machiavelli met Luuk van Middelaar, filosoof en voormalig speechschrijver van Herman Van Rompuy. Van van Middelaar is de uitspraak dat in de Europese Unie ‘niet iedereen het einde wil van de natiestaat, en we dus bij een tussenvorm uitkomen’. Dat strookt alleszins niet met de perceptie van kritische burgers over Europa. Wat is er fout met de publieke zaak, de res publica?
‘De Europese Unie is een enorme technocratie. Dat kan ook moeilijk anders, als je de schaal van het project bekijkt. Maar door de grootte en de techniciteit van de Europese politieke ruimte, is de Unie minder alert voor onverwachte gebeurtenissen die kunnen toeslaan.’

‘Voor mij vult Machiavelli de leegte in die het huidige politieke denken heeft achtergelaten. Hedendaagse politiek is heel technisch, rationeel en expertgericht geworden. Politiek vandaag, dat is data verzamelen, economische modellen opzetten en juridische modellen uitwerken. Machiavelli leert me echter dat de zaken je ontglippen, juist als je denkt dat je ze helemaal controleert. Eigenlijk is alles mogelijk in de politiek. Kijk naar de brexit. Niemand had verwacht dat dit zou gebeuren. Zo’n omwentelingen worden mogelijk omdat mensen nog altijd een verlangen voelen om deel te zijn van een politieke gemeenschap, en de discussie over waar die gemeenschap begint en ophoudt, willen blijven voeren.’

Pluralisme

Toch bekijkt de politieke elite zo’n keuzes van het volk — de verkiezing van Donald Trump, referenda met een onwelkom resultaat, stemmen voor radicale partijen — eerder tandenknarsend. Ze interpreteren het alsof het volk het niet begrijpt.
‘Er worden inderdaad snel mechanismes in gang gezet om de politieke consensus te beschermen. Eén daarvan is alles wat van de consensus afwijkt als irrationeel te beschouwen, of racistisch en xenofoob.’

‘De verkiezing van iemand als Trump of een referendum over een Unie zijn ook niet de beste manier om onvrede te uiten. De tragedie is dat de consensuspolitiek geen pluraliteit in denken toelaat. Tot de bevolking zoals u zegt radicale keuzes maakt, bijvoorbeeld voor figuren als Donald Trump. Dat lijkt dan de uitweg, terwijl het dat niet is. Consensuspolitiek en dit soort verzet ertegen zijn symptomen van hetzelfde probleem. Mensen staren zich graag blind op Trump, en gaan zo voorbij aan waar het schoentje echt knelt: het gebrek aan inspraak in de lotsbestemming van de politieke gemeenschap.’

‘Maar ik heb geen boek over Machiavelli geschreven om uitspraken te doen over de huidige politiek, en zeker niet over partijpolitiek. Ik hoop dat de inzichten in mijn boek aanzetten tot pluralistische discussie. Ik wil begrippen aanreiken die toelaten om voorbij de waan van de dag naar het politieke te kijken. Iets anders doen zou niet eerlijk zijn ten opzichte van Machiavelli, die in Florence tijdens de Renaissance leefde. Als Machiavelli moest aanhoren wat de dwalingen van Tinneke Beeckman allemaal zijn… (lacht)’

Organisatie van het politieke

Uw boek is natuurlijk wel hedendaags, ook al is het niet hedendaags. Er staan weinig directe verwijzingen in naar de actualiteit, maar u doet er natuurlijk wel uw zeg mee over hoe het politieke georganiseerd zou moeten zijn
‘Ik vind het gewoon heerlijk om in de leer te gaan bij klassieke denkers, eerder dan bij moderne politieke filosofen, omdat de klassieken ook oog hebben voor levenswijsheid. Machiavelli heeft ook Spinoza geïnspireerd. Ze zijn beiden verrijkend omdat hun denken soms botst met onze hedendaagse perceptie van het politieke.’

‘Door Machiavelli te bestuderen krijg je een inkijk in het Romeinse denken over politiek. Ik schrijf ongegeneerd over wat mij het meeste fascineert.’

Stoïcisme

Is Machiavelli een stoïcijn?
‘Wel, dat is het interessante aan hem! ’s Avonds trekt hij zijn vuile kleren uit, zo beschrijft hij, en doet hij een mooi gewaad aan om in gesprek te gaan met de klassieken, zoals Tacitus en Livius, en ook met Romeinse stoïcijnen als Cicero, Marcus Aurelius en Seneca. Machiavelli is een stoïcijn in die zin dat hij thema’s als moed en deugd op de agenda zet. Volgens de stoïcijnen is er een verband tussen deugd en redelijkheid. De “universele wet volgen” en een deugdzaam leven leiden loont altijd, menen de oude stoïcijnen.’

‘Machiavelli neemt daar afstand van, en wordt zo een denker van de moderniteit. In Machiavelli’s wereld is er geen sprake meer van een universele orde, eeuwig geldende morele principes waarop de samenleving gefundeerd zou zijn. Je moet dus navigeren in een wereld die wreed en onvoorspelbaar kan zijn. Je moet dus ook afwegen of en hoe je deugden zal toepassen, of niet. Eerlijkheid, vrijgevigheid en barmhartigheid waren voor de Romeinen altijd politieke deugden, maar Machiavelli zet die in een ander perspectief.’

Epicurisme

‘Een ander aspect van Machiavelli, is dat hij erg beïnvloed is door de Epicuristen. Hij heeft De Rerum Natura van Lucretius vertaald. In het epicurisme speelt het clinamen, de toevallige verandering, een grote rol, en wordt de mens als onderdeel van de natuur gezien. Je ziet dat in het gebruik van dierenmetaforen bij Machiavelli.’

‘Eigenlijk is hij zo een beetje provocerend naar de stoïcijnen toe. Cicero zegt bijvoorbeeld dat er een radicaal onderscheid is tussen mens en dier, want mensen zijn moreel en redelijk, en dieren niet. Machiavelli daarentegen meent dat een leider soms een vos (sluw) en soms een leeuw (sterk) moet kunnen zijn. Zijn denkkader is naturalistischer dan dat van de stoïcijnen. Eigenlijk kunnen we zeggen dat Machiavelli de stoïcijnen gebruikt om de originaliteit van zijn eigen denken te benadrukken. Hij gebruikt hen als inspiratiebron, maar ontwikkelt heel eigen ideeën.’

Moreel handelen in de politiek

Machiavelli is een preconstitutionele denker: hij geeft een handleiding voor wanneer de mens buiten de politieke ruimte valt, voor wanneer er geen grondwet of natiestaat is.
‘Machiavelli denkt — hier wel tezamen met de stoïcijnen — dat de wet naleven een deugd is. Wetgevers zijn voor hem erg belangrijk. Maar hij leefde natuurlijk wel voordat de idee van “mensenrechten” vorm kreeg.’

‘Voor Machiavelli leidt het goede nastreven niet noodzakelijk ook tot politieke deugdzaamheid. Je kan een degelijk moreel mens zijn die het goed met de ander voorheeft. Maar dat betekent niet noodzakelijk dat je een goede politiek voert. En als je omringd wordt door psychopaten en autoritaire persoonlijkheden, dan levert je eigen goedheid niets op. Je gaat ten onder. Machiavelli wil de moraal niet afschaffen. Alleen heeft moreel handelen in de politiek een speciale betekenis. De regels van het spel worden niet alleen door jou bepaald; je stapt in een spel waarbinnen anderen ook hun regels opleggen. De christelijke regel “behandel de ander zoals je zelf wil behandeld worden” heet in het politieke spel eerder “doe bij de ander wat je kan verwachten dat hij bij jou doet”.’

‘Tot 1512 kent Florence een vrije republiek. Maar wanneer Soderini, de leider van Florence en Machiavelli’s beschermheer van de macht wordt verdreven, blijft Machiavelli gedesillusioneerd achter. Omdat hij niet meer aan politiek kan doen, begint hij te schrijven. Volgens Hannah Arendt begrijpt Machiavelli perfect de inzet van het politieke: het goede doen in het publieke iets anders is dan het goede doen in het private. Wie denkt dat beide samenvallen, die bereikt niet de politieke doelen die hij vooropstelt.’

Realistische kijk op moraal

‘Dat neemt niet weg dat zijn ideaal een republiek is waarbinnen de burger vrij kan zijn, niemand onder de willekeurige macht van een ander valt, en waar wie de wet naleeft, daar ook voor wordt beloond. Het goede nastreven wordt niet afgeschaft of vervangen door eigenbelang. Machiavelli houdt ons alleen een realistische kijk op moraal voor, hij is evenmin cynisch als utopisch.’

‘Wil je iets politiek bewerkstelligen, dan moet je bereid zijn om jezelf te compromitteren. Herman Van Rompuy vond dat hij zichzelf als politicus altijd in de spiegel heeft kunnen bekijken, en dat hij als politicus altijd het goede heeft gedaan. Dat is een erg vreemde uitspraak als je kijkt naar wat er onder zijn Europese “presidentschap” is gebeurd. Griekenland moest in 2012 zijn trots inslikken en harde maatregelen nemen voor zijn burgers. Er zit geweld in politieke beslissingen. Dan is Machiavelli een realistischer man: hij wist tenminste dat je je slecht zou voelen als je zou terugdenken aan welke beslissingen je had genomen als politicus. In de politiek gaat het om de keuze van het minste kwaad. Probeer je daarentegen morele zuiverheid na te streven, dan roep je onheil over jezelf en anderen af.’

‘Elite panic’

In uw boek maakt u een brugje tussen Machiavelli en de Amerikaanse schrijfster Rebecca Solnit. U doet dat aan de hand van Solnits begrip ‘elite panic’: de elite die bij crises denkt dat het volk in chaos gaat vervallen, en hen dan maar allerlei regels oplegt. Legt u eens uit.

‘Wel, Machiavelli houdt ons voor dat noodzaak het beste in jezelf naar boven kan brengen. Uit noodzaak doe je dingen waartoe je jezelf niet in staat acht. Rebecca Solnit beschrijft in A Paradise Built in Hell. The Extraordinary Communities that Arise in Disaster sociaalpsychologen die tijdens de Koude Oorlog noodplannen moesten opstellen voor nucleaire aanslagen. De Amerikaanse overheid dacht dat het volk bij een aanslag in paniek zou slaan, en zou plunderen. Solnit toont echter aan dat dat niet klopt: wanneer het slecht gaat, dan zetten de meeste mensen zonder morren hun beste beentje voor. Ondanks pijn en angst helpen ze elkaar spontaan’.

‘Volgens die psychologen is het echter de elite die panikeert. Een deel van de mensen die de macht hebben, vertrouwen het volk niet tijdens een crisis, en leggen dan als echte sheriffs allerlei regels op om een wilde natuurtoestand te vermijden. Een natuurtoestand die dus niet voorkomt, en louter in hun wereldbeeld past. Daardoor ondergraven ze de oorspronkelijke welwillende en altruïstische houding van mensen. Dat wordt nog versterkt door sensationele media, die het vertrouwen van de bevolking in zichzelf verder ondergraven’.

Antiautoritair

‘Ook al wordt hij er doorgaans niet mee in verband gebracht, Machiavelli gelooft wel degelijk dat burgers samen dingen kunnen verwezenlijken. Hij trekt dat door tot het bestuur van de republiek, waartoe hij de bevolking in staat acht — wat in de renaissance nog een revolutionaire gedachte is. “Het volk is wijzer en standvastiger dan de vorst”, schrijft Machiavelli. Dat is zijn antiautoritaire kant, die slechts weinigen kennen’.

‘Too big to fail’

Waarom haalt u in uw boek ook Nassim Nicholas Taleb zijn boek Antifragile aan?
‘Noodzaak kan een goede zaak zijn, omdat mensen antifragiel zijn: tegenstand maakt je sterker. Maar dan moet je de negatieve effecten van je fouten ondervinden, zodat je bijstuurt. Als instellingen “too big to fail” zijn, worden ze roekeloos, en dat is slecht. Je moet van je falen kunnen leren. Daarom leef je in gouden tijden, volgens Machiavelli, wanneer je vrijuit alles kan bespreken. Autoritaire machthebbers die hun energie steken in het toedekken van hun fouten, verhinderen dat ze bijleren over hun fouten. Dan word je niet meer beter van je vergissingen, van je worstelingen.

Too big to fail’ is als verantwoording bij de elite alleen maar sterker geworden. Voor het volk — dat niet alleen met de consequenties van het eigen falen, maar ook met de consequenties van het falen van de machthebbers moet omgaan — wordt het na een tijdje moeilijk om de frustratie politiek te vertalen.
‘Een samenleving wordt ongelijker, onrechtvaardiger en minder vrij als het corrigerende mechanisme van verantwoordelijkheid nemen niet meer werkt. Mindere goden mogen dan zelfs geen kleine misstap maken, of betalen er een dubbel zo erge prijs voor. Vele mensen ervaren het inderdaad zo’.

‘Om het nog over Rebecca Solnit te hebben: zij beschrijft meesterlijk hoe in een corrupte samenleving de elite door de mand valt. Een crisis brengt naar boven wat eerder op het achterplan was gebleven. Ook in de Discorsi schrijft Machiavelli: “in goede tijden krijgen bepaalde mensen hoge posities dankzij privileges en netwerken, maar in slechte tijden komt de deugd naar boven en weet je wat je aan mensen hebt, en wiens bijdrage werkelijk telt”.’

Corrigerend systeem

The best lack all conviction, while the worst are full of passionate intensity‘, houdt W.B. Yeats ons voor. Machiavelli heeft het niet zo begrepen op nederigheid. Maar in een door het christendom beïnvloede samenleving is nederigheid net een deugd. Mensen zijn bekwaam om dingen te veranderen, maar ze kijken op tegen de mensen die bekwamer zijn in macht verwerven dan in deugdzaam besturen. Wie het machtsspel beheerst, die is daar vaak van nature goed in, en wie het niet beheerst, die deinst terug. Onderschat Machiavelli de biologisch-psychologische aard van macht niet?

‘Het probleem is dat als je nederig bent, en je staat tegenover mensen die daar misbruik van maken, je helemaal verloren bent. Machiavelli beschrijft hoe Italianen in zijn tijd op hun knieën zitten — letterlijk — omdat ze hopen dat ze in een andere wereld beloond worden voor hun goede gedrag. Juist daarom waren ze onvrij. Dat vond hij afschuwelijk’.

‘Ik vind niet dat Machiavelli een fout maakt in de beoordeling van de menselijke geest. Net als de classici beseft hij dat macht vaak wordt nagestreefd door mensen die net het minste macht zouden moeten bezitten. Net daarom is het van belang om een systeem te hebben dat corrigerend werkt. Bij de Romeinen was dat bijvoorbeeld een sterk wettelijk systeem; het volk heeft inspraak in de benoeming van magistraten en politieke beslissingen, en “consuls” wisselen elkaar snel af.’

Dit interview door Christophe Degreef verscheen op 19 december op de site van Doorbraak.

Nieuwe druk voor ‘Macht en Onmacht’, met nieuw voorwoord

De publicatie van ‘Machiavelli’s Lef. Levensfilosofie voor de vrije mens’, stimuleerde de verkoop van mijn andere boeken, ‘Macht en Onmacht. Een verkenning van de hedendaagse aanslag op de Verlichting’ (2015, De Bezige Bij), en ‘Door Spinoza’s Lens’ (2012 en 2016, Polis/Pelckmans).

Nu meldt de uitgever, Haye Koningsveld van De Bezige Bij, me dat er zesde druk komt van ‘Macht en Onmacht’. Ik heb een nieuw voorwoord geschreven, dat aansluit bij de actualiteit. De juiste datum van publicatie zal ik later bekend maken.

Eind oktober gaf ik al een interview aan Trouw: ‘Hét gevaar van onze tijd? Dat iedereen in zijn eigen waarheid gelooft’. Daarin besprak ik het verschil tussen argwaan en kritisch denken en de verspreiding van samenzweringstheorieën. In mijn boek ‘Macht en Onmacht’ onderzoek ik de oorsprong van deze hedendaagse crisis rond waarachtigheid.

Interview in Trouw: ‘Hét gevaar van onze tijd? Dat iedereen in zijn eigen waarheid gelooft’, op 30 okt. 2020.

“Politici die onderweg naar de Tweede Kamer door agressieve activisten voor ‘kinderverkrachter’ worden uitgemaakt. Bezorgde burgers die vrezen dat bij corona-vaccinaties een chip wordt ingebracht, waarmee Bill Gates ons overal kan volgen. De NOS die voortaan het logo van hun busjes verwijdert, na aanhoudende bedreigingen. Voor de Vlaamse filosofe Tinneke Beeckman is het een extra gekke gewaarwording om naar nieuws over Nederland in 2020 te kijken. Extra gek, omdat zij vijf jaar geleden precies deze opmars van complotdenken voorspelde. 

Nog voordat termen als nepnieuws en post-truth gemeengoed waren, beargumenteerde Beeckman in haar boek Macht en onmacht dat hét onderliggende probleem van de samenleving is dat we massaal zijn gaan geloven dat ‘iedereen zijn eigen waarheid heeft.’ Ze schreef dat de waarheid in ‘levensgevaar’ verkeert, dat we weg moeten van het vage postmoderne denken waarin alleen maar interpretaties bestaan, en terug naar het Verlichtingsideaal van streven naar gedeelde feiten. Nee, niet iedereen heeft zijn eigen waarheid, dat zou elk gesprek of zoektocht naar common ground onmogelijk maken. Iedereen heeft perspectieven op de waarheid, en hoe meer we die met elkaar delen en in gesprek gaan, hoe beter het maatschappelijke gesprek, bepleitte Beeckman destijds.

Haar boodschap lijkt nu urgenter dan ooit.

Hoe verklaart u de populariteit van complottheorieën tijdens de coronacrisis?

“Ik denk dat mensen bij grote gebeurtenissen op zoek gaan naar grote oorzaken. Dat is altijd al zo geweest. Spinoza beschreef in de zeventiende eeuw al hoe pandemieën een enorm gevoel van angst en onzekerheid teweeg brengen. Zo’n pandemie is eigenlijk te groot om te begrijpen. Dat kan voor ons gevoel eigenlijk niet komen door toeval, of door natuurlijke omstandigheden, zoals het eten van vleermuizen. Er moet haast een soort machinatie achter zitten: een groter plan dat het in werking heeft gezet. In de zeventiende eeuw had je vaak theologische machinaties: het is de straf van God. Dat kan nu niet meer. Dus komt de oorzaak te liggen bij wie macht heeft: de politiek, big business, de farma-industrie of iemand als Bill Gates.”

“Telkens wanneer grote dingen gebeuren, zoals een oorlog of pandemie, zijn mensen bereid te lijden of het moeilijk te hebben. Maar ze willen wel weten waarom. Ze nemen er geen genoegen mee dat het zo doelloos lijkt. Dat het eigenlijk maar toeval en chaos is. Veel complottheorieën geven een structuur in die chaos. Houvast. De duidelijkheid van: eigenlijk is het de overheid of Bill Gates die aan de touwtjes trekt.”

Het is makkelijk om in een eigen bubbel te belanden, met Youtubevideo’s die vooral bevestigen wat kijkers al denken of juist steeds extremere content aanbieden om ze op het platform te houden. Waarom is het volgens u zo gevaarlijk als mensen in ‘hun eigen waarheid’ geloven?

“Omdat het probleem voor elke menselijke geest precies zit in het onderscheiden wat de feiten zijn, en om daarin vooral tegen jezelf te kunnen denken. Dat is echt denken. Niet alleen op zoek gaan naar de bevestiging van je gelijk of wat je emotioneel aanspreekt. Maar willen zien dat je het misschien bij het verkeerde eind hebt. Die algoritmes van bijvoorbeeld Youtube maken dat moeilijk, omdat je informatie voorgeschoteld krijgt die aansluit op de theorieën die je al gelooft. Youtube en Facebook verdienen met wat de meeste ophef maakt, wat zorgt voor een nieuwe kapitalistische ontsporing van alles wat met waarheid en feiten te maken heeft.”

“Mijn tip: probeer niet te denken vanuit angst, want dat is juist waar veel complottheorieën op inspelen. Spinoza waarschuwde al voor charlatans en zwendelaars die misbruik maken van de wanhoop die voortkomt uit leed en tegenslag. Volgens mij lijkt dat mechanisme, die gevoeligheid voor bijgeloof, op hoe mensen nu zo open staan voor complotten. Maar wees kritisch, vooral naar jezelf dus.”

Tegenwoordig wordt je pas als kritisch denker gezien als je een argwanend denker bent, signaleerde u eerder. Wat is precies het verschil tussen die twee?

“Argwaan is niet voldoende voor kritisch zijn. Argwanende denkers gaan ervan uit dat 9/11 een inside job was. Ik vind ook niet dat we politici op hun blauwe ogen moeten vertrouwen. Ik zeg ook: denk voor jezelf, geloof nooit zomaar autoriteits- of gezagsargumenten. Maar als je argwanend bent, twijfel je vanaf het begin aan de goede trouw van de ander. Dat is het fundamentele verschil. Ik zou zeggen: wees kritisch op politici – presenteren ze de juiste feiten? laten ze zich niet in de luren leggen door lobbygroepen? – maar gebruik daarvoor de methodologie van de feiten. Vertrek niet vanuit het idee dat iedereen in de Tweede Kamer fundamenteel ter kwade trouw is.”

Veel complotdenkers vinden elkaar in hun wantrouwen naar de overheid, bedrijven, wetenschappelijke instituten en de media. Is dat wantrouwen dan onterecht?

“Soms zit er kritiek in verscholen die wel degelijk hout snijdt. Neem bijvoorbeeld Bill Gates. Ik ben dankbaar dat hij zijn fortuin wil aanwenden om de productie van een vaccin te faciliteren en het goedkoop te houden. Maar eigenlijk is het niet normaal dat dit van de goodwill van één superrijke of een paar superrijken afhangt, terwijl ze voor hun keuzes geen politieke verantwoordelijkheid hoeven af te leggen. Het lijkt me ongezond dat we in een economisch model zitten waarin een paar economische winnaars cruciale politieke beslissingen nemen. Bill Gates kan het goede willen, maar andere miljardairs doen dat misschien niet. ”

“In die zin is het begrijpelijk dat Gates een doelwit van complotdenken is, dat hij iedereen met chips zou willen vaccineren. Voor de groep die het gevoel heeft dat zij niets te zeggen hebben, ligt de fantasie van de almachtig elite voor de hand, die ook ten kwade alles kan bepalen. De onmacht die complotdenkers voelen sluit aan bij een reëel probleem. Alleen is het complot daarop geen antwoord.”

U zegt: het is van cruciaal belang om met z’n allen een gedeelde waarheid te erkennen. Waarom eigenlijk?

“Neem bijvoorbeeld klimaatopwarming. Je moet erkennen dat het er is, dat het feitelijk aantoonbaar is, en dan nog kan je verschillen over wat je moet doen. Hoe je de economie organiseert, het vervoer, levensstijl, voeding. Je kan hierover van mening verschillen. Maar als je zegt: klimaatverandering is een hoax, dan heb je een probleem. Want dan kan je niet eens meer debatteren over welke middelen je moet gebruiken om het probleem op te lossen. Hetzelfde geldt voor de pandemie. Je kan compleet verschillen van opvatting over welke maatregelen er genomen moeten worden, en zelfs óf er maatregelen genomen moeten worden. Maar ontkennen dat de pandemie er is, en al je energie steken in gekke theorieën over een onderdrukkende elite, is contraproductief.”

Tien procent van Nederland gelooft dat er rond corona vieze spelletjes gespeeld worden. Dat zijn niet allemaal harde complotdenkers. Hebben de ‘alternatieve feiten’ en een steevast liegende Trump ons in de war gebracht, of is dit het gevolg van een veel langer proces? 

“Ik denk dat het een langer proces is. Er wás al een grote voedingsbodem, met het postmoderne idee dat wat in een samenleving geldt als waar, slechts de interpretaties zijn die een machtsstrijd overleefd hebben. Dat idee is aan het eind van de vorige eeuw door volgers van Foucault dominant geworden. Als waarheid het gevolg is van macht, dan is er ook altijd een onderdrukt idee dat niet aan bod komt. Die evengoed een soort waarheid heeft, maar waarvan de aanhangers niet de middelen hebben om het als waar te doen gelden. Precies dit hebben complotdenkers overgenomen. Ze geloven in een elite die de macht heeft om alles te manipuleren, en die het volk kan bedriegen en verraden.”

“Wat het ingewikkeld maakt, is dat de verdrongen stem, de stem die niet aan bod mag komen, volgens deze redenering niet alleen de ware stem is, maar ook de moreel superieure stem. Dat gevoel zie je bijvoorbeeld ook bij rapper en complotdenker Lange Frans. Hij spreekt op zijn Youtubekanaal [inmiddels door Youtube verwijderd, red.] vanuit een underdogpositie. Juist dat hij niet serieus wordt genomen door journalisten en academici, is precies de aantrekkingskracht voor zijn volgers.”

“In de jaren ’90 gold een geloof in de vooruitgang van de liberale democratie. Maar na 9/11 en na de economische crisis van 2008 kantelde dat. Het optimisme is weg. Mensen hebben minder vertrouwen in elkaar, de overheid en media. Dan is het aantrekkelijk je te identificeren met zo’n underdog die opstaat tegen het systeem. Volgens mij is het herstellen van dat vertrouwen het allerbelangrijkste dat we kunnen doen tegen complotdenken. Hoe precies weet ik als filosoof niet, maar daar ligt wel de kern van het probleem.”

In het item van Arjen Lubach over de ‘fabeltjesfuik’ van Youtube, het algoritme waardoor complotdenkers in een spiegelpaleis van hun eigen ideeën belanden, zegt iemand: ‘Ik geloof niet in feiten.’ Gaat dat een stap verder dan ‘iedereen heeft zijn eigen waarheid?

“Ik denk dat het nóg meer laat zien dat sociale media, filterbubbels en Youtube-algoritmes kunnen leiden tot een vervreemding van de werkelijkheid. Je kan elke video aanklikken, lijkt het idee, en zelf bepalen in welke realiteit je wilt leven. Terwijl er wel degelijkheid een gedeelde werkelijkheid bestaat: ga bijvoorbeeld maar eens kijken in een ziekenhuisafdeling die vol ligt met coronapatiënten. Misschien zou het helpen om ‘activisten’ die de wet overtreden met het bedreigen of belagen van politici, zoals in dat Lubach-item te zien was, op de een of andere manier weer meer bij de werkelijkheid betrekken. Om ze uit hun bubbel te halen, en eens verplicht in die ziekenhuizen langs te laten gaan.”

Het is niet bewezen dat er meer complotdenkers zijn dan bijvoorbeeld honderd jaar geleden. Is het niet een fenomeen van alle tijden dat simpelweg bij de maatschappij hoort?

“Ja. Maar wat onze tijd echt anders maakt, is de tegenwoordig geaccepteerde gedachte: ik heb mijn eigen waarheid. Daar zit ook een soort narcistische component in, waar ik me zorgen over maak. Het narcisme zit erin dat je niet vatbaar bent voor de realiteit buiten jou, en alleen nog maar wil erkennen wat jou goed uitkomt. Je ziet het ook met Trump en zijn leugens: mensen worden beloond voor de mate waarin ze een succesvol, glorieus beeld van zichzelf kunnen opleggen, ondanks wat ze in realiteit presteren. Dat is ook het gevolg van het loslaten dat er zoiets bestaat als ‘de waarheid’ waar we allemaal over kunnen praten of aan kunnen bijdragen. Mensen nemen zichzelf als belangrijkste criterium voor waarheid. Terwijl die algoritmes van bijvoorbeeld Youtube er dus voor zorgen dat kijkers juist zien wat ze al geloven.”

Heeft u tips voor lezers die in gesprek willen gaan met complotdenkende naasten?

“Wees empathisch. Probeer dieper te graven naar welke motieven erachter zitten. In de VS sprak een sociologe Trumpaanhangers door de het hele land vanuit de vraag: wat motiveert u? Ze schreef er een mooi boek over, Strangers in their Own Land, waarin je als lezer een nieuw begrip krijgt voor het gevoel dat bij veel erg conservatieve Amerikanen leeft, het gevoel van de American Dream die niet is waargemaakt. Dat gevoel bestaat niet alleen in de VS. Dus probeer te luisteren naar wat er achter het verlangen naar complotdenken zit.”

U schreef eerder een boek over uw held Spinoza. Wat zou zijn tip zijn voor Nederland anno 2020?

“Ik denk ook om niet alleen rationalistisch naar de inhoud van ideeën van anderen te kijken, maar op zoek te gaan naar de motieven, gevoelens en passies die erachter liggen. Veel complotdenkers zijn eigenlijk zeer betrokken burgers: ze steken enorm veel energie in wat in hun ogen het goede is voor de maatschappij. Probeer mét die passies te werken, zou Spinoza denk ik zeggen, en niet tegen die passies.”

Dit interview door Maarten Van Gestel verscheen in Trouw, op 30 oktober 2020.

“Hoe slachtofferschap gelijkheid ondermijnt”, Vrij Nederland 22 okt. 2018

Vrij Nederland vroeg me om een actueel thema kort te belichten. Ik koos voor dit thema: ‘hoe slachtofferschap gelijkheid ondermijnt’. In de videocolumn geef ik een korte uitleg. 

De langere uitleg staat in het eerste deel van mijn boek ‘Macht en Onmacht. Een verkenning van de hedendaagse aanslag op de Verlichting (De bezige bij, 2015). Daar bespreek ik ressentiment, Nietzsche en slachtofferschap veel uitvoeriger.

Een andere gelegenheid waarbij ik dit thema besprak, was tijdens een lezing over Menno Ter Braak in De Balie. 

 

“Niets is geheel waar, en zelfs dat niet”, artikel DS, op 11 maart 2017

“Het volstaat niet om met veel argwaan en ongeloof in de wereld te staan om kampioen kritisch denken te worden. Maar argwaan verdeelt wel, en dat is problematisch. Tijdens een belangrijk televisie-interview op zondag 5 maart, suggereerde presidentskandidaat Fillon dat grote televisiestations een gerucht over de zelfmoord van zijn vrouw hadden verspreid. Fillon levert echter geen bewijs. Nochtans zou hij de uitgezonden beelden moeiteloos op een website kunnen posten.
Maar het kwaad is geschied: Fillon werpt een schaduw van wantrouwen over de media. Zijn achterban krijgt de indruk dat hun kandidaat het slachtoffer is van een georkestreerde aanval. Het is maar één voorbeeld van een recent fenomeen: dat politici leugens gebruiken om hun gelijk te halen, gratuit beschuldigen zonder aandacht voor de feiten. Dat is natuurlijk nefast.

Het zegt ook iets onheilspellends over de leiders die burgers dreigen te krijgen. Maar politici zijn slechts een zichtbare illustratie van een verregaander proces: dat kritisch denken verkeerd wordt begrepen. Argwaan wijst eerder op een gebrekkig oordeelsvermogen dan op een scherpe geest. Voor deze ontwikkeling zijn niet alleen politici verantwoordelijk: de hedendaagse visie op het kritische denken, technologisch ontwikkelingen (sociale en andere media) en de logica van winstbejag spelen ook mee.

Deels is het kritische denken zelf verantwoordelijk voor de verwarring, aldus de Franse wetenschapsfilosoof Bruno Latour. Latour verwierf internationale faam toen hij in een studie beschreef hoe ingenieurs van een metro-project minder rationeel beslisten dan iedereen aannam. De wetenschappelijke methode moest dus zelf kritisch worden bekeken. Maar ondertussen is die sceptische blik doorgeslagen, vindt hij. Hij verwijst naar de klimaatverandering om de onmacht van het kritische denken aan te kaarten, in ‘Why Has Critique Run out of Steam?’. De mogelijkheid om feiten aan te tonen, los van een subjectieve interpretatie, beschouwden vele aanhangers van de kritische theorie als twijfelachtig: elke voorstelling van feiten is ingebed in een discours, en participeert, bewust of onbewust aan een ideologische keuze. De context waarin elk mens spreekt, is bepalend voor zijn denken. Op een bepaald ogenblik, klonk dit postmoderne denken terecht kritisch en fundamenteel anti-totalitair.

Maar de tijden zijn veranderd: de kritiek heeft alles verdacht gemaakt, inclusief zichzelf. En toch, noteert Latour, die doceert aan het befaamde Science Po te Parijs, worden nog altijd doctoraatsprogramma’s opgezet, om aan jongeren te leren dat feiten het resultaat zijn van een constructie, van de keuzes en de retorische trucjes. De studenten leren dat een natuurlijk, onmiddellijk, niet-bevooroordeelde benadering van de waarheid niet bestaat, dat we gevangenen zijn van onze taal, dat die taal ‘fascistisch’ is. En dat de wetenschap dus met de grote argwaan moet worden bejegend.

Wie snel een samenvatting van het werk van de socioloog Pierre Bourdieu oppikt, aldus Latour, een rudimentaire vorm ervan opschrijft en die vervolgens toepast op de werkelijkheid, ziet al gauw duistere krachten en complotten. De gehaaste adepten van Bourdieu leren hun lezers wantrouwig te kijken naar wat mensen om hem heen vertellen. Want die mensen zitten gevangen in subjectieve web van verborgen motieven. Kritisch zijn, is wantrouwig zijn. De ongelovige Thomas had wellicht een punt. Maar zijn achterneefjes denken nu alles beter te weten: wat er op het scherm verschijnt, onthult niets over de echte machtsverhoudingen; wat de pers vertelt, klopt niet; we worden gemanipuleerd door verborgen krachten. Continue Reading ›

Interview met Brandpunt+ over ‘fake news’

imagesMaarten van Gestel interviewde me voor Brandpunt+, naar aanleiding van mijn boek ‘Macht en Onmacht. Een verkenning van de hedendaagse aanslag op de Verlichting‘, waarin waarheid en waarachtigheid een belangrijke rol spelen.

Hij vroeg me hoe we de recente opkomst van fake news kunnen inschatten.

In Rusland staat een fabriek waar mensen nepnieuws maken. Het doel is het zaaien van verwarring. Wordt het zo steeds moeilijker om te weten wat waar is?

 “Ja, ik denk het wel. Met propaganda was er nog een coherente kijk op de werkelijkheid, vanuit een politiek ideaal. Met nepnieuws is dat niet het geval. Valse berichten ondermijnen ons vertrouwen in de elkaar. Een democratie berust op het uitwisselen van informatie. Dat werkt alleen als je media, politici en elkaar in principe vertrouwd.”

 

Is er al minder vertrouwen in de media?

“In vergelijking met dertig jaar geleden wel. Toen vertrouwde men op de krant en zeker op de Staatsomroep hier in België, of op de Publieke Omroep bij jullie. Onderzoek laat zien dat het nu lager is dan ooit.”

Wij zijn onderdeel van de Publieke Omroep. Op onze Facebookpost over nepnieuws kregen we een aantal verwoestende reacties. Ons werd verweten dat de NPO zelf ‘nepnieuws’ maakt.

“Kritisch denken wordt tegenwoordig ingevuld als argwanend denken. Je iets ziet op tv, zoals de aanslagen van 9/11, en je bent pas kritisch als je niets meer aanneemt wat er vertoond wordt. Je bent ervan overtuigt dat er achter die beelden andere machtsmechanismen aan het werk zijn. En je gelooft dat de journalisten die je een verhaal vertelden, misbruik maken van hun machtspositie. Er zal ook wel een ander verhaal zijn. Een ‘echter’ verhaal.”

Veel mensen zeggen dat ‘iedereen toch zijn eigen waarheid heeft’. Hoe kunnen journalisten waarheid vinden als die niet bestaat?

 “Die gedachte is hét probleem van onze tijd. We verwarren waarheid met perspectief. Nietzsche zei ooit terecht dat ‘objectiviteit’ gekleurder is dan de mensen toen dachten. Maar het antwoord op die subjectiviteit zou juist meer perspectieven moeten zijn; niet dat de waarheid niet bestaat en dat dus geen perspectief te vertrouwen is.”

“Het is enorm belangrijk om feiten vast te stellen. Want alleen op basis van feiten kan je een politiek debat voeren. Vanuit die feiten kan je alsnog allerlei politieke beslissingen nemen – links of rechts – maar beiden partijen moeten het eens zijn over de gedeelde werkelijkheid. Als je die niet hebt, heb je geen politiek debat meer.”

Is het politieke debat nu dan verzwakt?

“Enorm. Neem klimaatverandering. De overgrote meerderheid van de wetenschappers is het erover eens: de temperaturen stijgen en de mens heeft daar een aandeel in. Over de maatregelen zijn allerlei mogelijkheden. Maar je moet het wél eens zijn over de gedeelde realiteit: dat het probleem er is. Trump zegt dat het een hoax van China is. Nu valt er niet meer te debatteren. Zo krijg je groepen die in verschillende werkelijkheden leven. Die kúnnen niet met elkaar in gesprek gaan.”

Sinds de overwinning van Trump wordt gezegd dat we in een post-waarheid tijdperk leven. Zijn we de feiten echt kwijtgeraakt?

 “Trump liegt openlijk en presenteert alternative facts. Vroeger logen politici ook, maar die hielden nog wel de schijn van eerlijkheid op. Die schijn is nu opgegeven. Dat is enorm problematisch. De Trump-administratie doet alsof alternatieve feiten bestaan, maar dat is natuurlijk niet het geval. Het idee van een waarheid – en van feiten of een goede onderzoeksmethode – wordt zo volledig ondermijnd. Dat is inderdaad post-waarheid.”

“En in de vijfde eeuw voor Christus vond je het idee al dat gut-feeling beter is dan rationele kennis, daar schreef ik een column over. Aan de ene kant heb je de elite en hun verstand, aan de andere de buikgevoelens van het volk. De populist zegt dan: ik volg de buikgevoelens van het volk. Die gevoelens worden dan waarachtiger gevonden.”

Heeft het ook iets authentieks? Zo van: ‘hij doet tenminste wat hij écht wil.’

“Voilà. ‘Hij durft het tenminste te zeggen.’ De normale politicus loopt weg van conflict, risico en geweld, maar de populist durft tenminste aan te vallen. Dat is nu natuurlijk actueler dan ooit.”

Wat voor invloed heeft dat op onze verkiezingen in maart?

“Je ziet nu dat andere politici mee gaan doen aan die straffe uitspraken. Het durven zeggen wordt een nieuw criterium. Nuance wordt geassocieerd met een gebrek aan moed. Kijk naar de brief van jullie minister president. Hij durft het te zeggen: ‘Doe normaal!’”

“Dat is geen goede ontwikkeling. Verdeeldheid in ideeën moet er zijn – dat is politiek. Maar als je over de ene groep iets zegt dat voor de andere groep niet geldt, zaai je verdeeldheid tussen mensen. Dat kan een samenleving nooit ten goede komen. Het is volgens mij juist Ruttes taak om mensen samen te brengen.”

Als je gelooft dat iedereen zijn eigen waarheid heeft, dat alles relatief is, nodigt dat dan uit tot het legitimeren van je eigen voorkeuren?

“Absoluut. Stel dat er geen waarheid is, alleen maar interpretaties en de machtsstrijd tussen die interpretaties. Het is dan niet belangrijk wat er gezegd wordt, maar wie het zegt. De media en politiek bekleden dan een machtspositie, die de rest onderdrukt. En zo komt het morele gelijk bij de onderdrukten, bij het volk te liggen. Dat is precies wat Trump doet: de liberale media zijn de onderdrukkers, de machthebbers, de elite. Dus ze hebben per definitie ongelijk. En het volk heeft gelijk, want zij worden onderdrukt. Dat gevoel hebben de reaguurders op jullie Facebookpost waarschijnlijk ook.”

Dit klinkt allemaal niet erg optimistisch. Is er hoop?

“Ja. We moeten de waarheid gaan herwaarderen. En de mensen die er aanspraak op doen, zoals journalisten en politici. Vertrouw op hun nauwkeurigheid, op hun oprechtheid.”

“En misschien wel het belangrijkste: we moeten zelfkritisch zijn. Je moet het gevoel ontwikkelen dat je niet alleen niet door anderen belogen kan worden, maar vooral ook door jezelf. We zien al te vaak tekortkomingen bij anderen maar overschatten onze eigen kennis. Onze argwanende houding is altijd argwanend naar de ander; niet naar onszelf. Terwijl je juist moet leren hoe makkelijk je informatie voor waar aanneemt wanneer die bevestigt wat je al denkt.

Kritisch denken begint juist bij zelfkritiek. Vergissen is menselijk. Sta open voor correcties. En leer dat ongelijk hebben geen nederlaag is.”

Dit thema, van waarheid en waarachtigheid, behandel ik in mijn laatste column voor De Standaard, die gaat over het grote gelijk van wie zich in de samenleving als onderdrukte kan manifesteren. Ook dat thema komt uitvoerig in mijn boek ‘Macht en Onmacht’ aan bod.

“Trumps kiezers hebben altijd gelijk”, column DS, 30 jan. 2017

Unknown 08.33.05“In tijden van ‘post-truth’, postfeitelijkheid of postwaarheid is het moeilijk om leugens van realiteit te onderscheiden. Zo kan je geen democratisch debat meer voeren. Het thema kwam al diepgravend aan bod bij Karel Verhoeven (29/12) en Luuk Van Middelaar (03/01). Eén aspect bleef onderbelicht: hoe de postfeitelijkheid de politieke tegenstellingen vooral tot morele verschillen lijkt te maken. Dat morele gehalte van politieke stellingen maakt mensen doof voor de argumenten van de tegenstander. Het resultaat is dat elke mens in zijn eigen ‘goede’ bubbel leeft, met moreel rechtvaardige medestanders, terwijl andersdenkenden moreel foute wezens zijn, die geen enkele politieke inspraak verdienen. De politieke kloof is onoverbrugbaar, omdat hij moreel wordt beleefd.

image005In mijn boek ‘Macht en Onmacht. Een verkenning van de aanslag op de Verlichting’ beschrijf ik hoe de postmoderne filosofie hiertoe behoorlijk heeft bijgedragen. Na de dood van God, sneuvelde de Waarheid, alsook de waarachtigheid en het kritisch zelfinzicht. Alleen interpretaties bleven over.

In ‘Nietzsche, Freud, Marx’ lanceert Michel Foucault een nieuwe interpretatiemethode, met twee pijlers. Interpretaties zijn oneindig, want er is geen oorspronkelijke betekenis. En de vraag naar de correcte interpretatie is eigenlijk een vraag naar de dominante interpretatie. Neem het Griekse woord ‘agathos’, ‘goed’, schrijft Foucault, in navolging van Nietzsche: ‘Goed’ heeft geen oorspronkelijke of ultieme betekenis, maar verkrijgt een betekenis, door wie op een gegeven moment de macht in handen heeft. Deze Nietzscheaanse methode leidt tot fascinerende oefeningen.

unknownMaar bij Foucault krijgt ze een specifieke politieke wending: want ‘er ligt altijd een groot weefsel van gewelddadige interpretaties aan de basis van alles wat spreekt’. Niet zozeer wat gezegd wordt, maar wie spreekt wordt belangrijk. Dit verandert de visie op kritisch denken: idealiter opent de filosofische kritiek de mogelijkheid voor de onderdrukte, verzwegen stem om zijn interpretaties te doen gelden. Dan wordt de politieke vraag een morele keuze. Aan wie geeft men bij voorkeur het woord: aan de onderdrukker, of aan de onderdrukte?

Het boek ‘Orientalisme’ van Edward Saïd illustreert deze denkwijze. Volgens Saïd is de westerse blik op andere culturen bepaald door ‘oriëntalisme’: elk westers ‘discours’ over de ander, miskent die andere want de westerse visie wordt bepaald door koloniale machtsrelaties. Continue Reading ›

Vijfde druk voor ‘Macht en Onmacht’…

image005

Fijn nieuws tijdens de boekenbeurs in Antwerpen – er komt een vijfde druk van ‘Macht en Onmacht. Een verkenning van de hedendaagse aanslag op de Verlichting’ (De Bezige Bij, Amsterdam, 2015).

Lezers hadden me geschreven dat ze de papieren versie van het boek niet meer konden bestellen. Binnenkort zal dat dus opnieuw mogelijk zijn. En op de stand van WPG (hal 4) op de boekenbeurs in Antwerpen, liggen nog wel exemplaren.

Wie alvast enkele commentaren wil lezen: op deze site staan de recensies van het boek, en interviews over het boek.

Activiteiten op de boekenbeurs 2016 – debat en signeersessies

unknown-2Vanaf maandag 31 oktober 2016 tot vrijdag 11 november vindt in Antwerpen de boekenbeurs plaats.

Plaats: Antwerp Expo, Jan Van Rijswijcklaan 191, 2020 Antwerpen

Ik signeer, neem deel aan een debat, en ben moderator voor een debat met auteurs op de nocturne van 3 november.

 

Debat

Over ‘Vrijheid, gelijkheid?’ spreek ik met Guillaume Van der Stichelen (‘Samen door één deur‘)  op donderdag 3 november, van 14.30 uur tot 15.30 uur.

 

Nieuwe cover voor het boek.

Signeren van boeken:

‘Door Spinoza’s Lens’ – Boekenstand Polis

vrijdag 4 november van 14.00 tot 16.00 uur.

vrijdag 11 november van 14.00 uur tot 16.00 uur.

 

En ik signeer voor  image005‘Macht en Onmacht, Een verkenning van de hedendaagse aanslag op de Verlichting’ – Boekenstand De Bezige Bij, op 3 november van 15;30 uur tot 17.00 uur.

 

Op 3 november ben ik moderator voor een debat op de ‘Night of the Profs‘ over de ideale samenleving. Vanaf 18.30 uur tot 19.00 uur. Met auteurs Bea Cantillon, Jogchum Vrielink, Dirk Geldof, Dirk Barrez, Johan Albrecht, Pieter De Witte, Paul Cortois en Geert Bouchaert.

 

Laatste sessie: ‘De Verlichting uit Evenwicht?‘ – van Halewych, op woensdag 2 november tussen 12.00 en 14.00 uur.

 

 

 

 

‘Weerbare Waarheid’, Lezing Utrecht op woensdag 4 mei 2016

UnknownOp 4 mei geef ik om 20.15 uur een lezing  voor Studium Generale Utrecht, vlak na de Dodenherdenking. Live meekijken kan via deze link.

“Op 7 januari 2015 werden bij de aanslag op de redactie van Charlie Hebdo twaalf mensen gedood. Dr. Tinneke Beeckman nam deze uitbarsting van ideologisch geweld als aanknopingspunt voor een filosofisch onderzoek. Uit zulke aanslagen en de reacties erop blijkt maatschappelijke vertwijfeling. Hoe denken we over daders en slachtoffers? Wat hebben we aan waarheid en democratie als niet iedereen daar in gelooft? Beeckman helpt ons weerbaar te worden door kritisch te denken. Dat kan pijnlijk zijn, maar het moet.

Deze lezing vindt plaats direct na de dodenherdenking op het Domplein. Daarmee draagt de Universiteit Utrecht, in samenwerking met het Utrechts Comité 4 mei-herdenking, bij aan een actuele vorm van herdenken. Zo houden we ook de herinnering levend aan de Utrechtse wetenschapper prof. dr. Victor Koningsberger, voor wie kritisch denken de kern vormde van academische vorming. Op 25 november 1940 nam Koningsberger in een openbare toespraak als eerste hoogleraar in Nederland het op voor Joodse collega’s die door de Duitse bezetters van de universiteit werden verbannen”