Interview samen met Hind Fraihi over ‘De canon van Vlaanderen’, De Tijd, 13 mei 2023

Dit interview verscheen in De Tijd op 13 mei 2023.

“Na bijna drie jaar voorbereiding werd deze week de langverwachte Vlaamse canon voorgesteld. Buitenbeentjes in de commissie die onze cultuur en geschiedenis samenvatte, zijn de filosofe Tinneke Beeckman en de publiciste Hind Fraihi.

Van neanderthalers in de Maasvallei tot de reuzenstoet in Borgerhout: in zestig thematische vensters vat de Vlaamse canon onze geschiedenis en cultuur samen. De eerste druk van het boek was in een dag uitverkocht. Dat, en de over-wegend positieve reacties, sterken Hind Fraihi en Tinneke Beeckman in hun overtuiging dat hun werk ‘op zijn merites’ is beoordeeld. Het project, gelanceerd op initiatief van de N-VA om de Vlaamse identiteit te versterken, was van in het begin controversieel. Historici vreesden dat de canon de ‘exponent van een assertieve identiteits-politiek’ ging worden.

Een groep academici beschuldigde jullie in het begin van het project van ‘enggeestigheid’.

Tinneke Beeckman: ‘Op een bepaald moment ging het zelfs over de ‘collaboratiecommissie.’ Op dat moment wordt je professionele legitimiteit onder de bus gegooid. Maar die verwijten gaven een enorme kracht om door te zetten. Wij hadden de kritiek niet nodig om te beseffen dat we het ook over de lastige dingen uit onze geschiedenis moesten hebben.’

Waarom zijn jullie in de commissie beland?

Hind Fraihi: ‘Ik vond de canon noodzakelijk vanuit mijn journalistieke focus op het moslimextremisme en extreemrechts. Want op dat terrein zie ik een identiteits-vacuüm. Mensen weten eigenlijk niet waarvan ze komen, wat hen verbindt en wat hen verdeelt.’

‘Bij moslimextremisme zie je veel historische vervormingen van werkelijkheden, zodat ze passen in een ideologisch kraam. De Koran verbiedt mensen te verbranden, terwijl IS dat herzag. Bij extreemrechts zie je een gebrek aan historische referenties. Het nazisme speelt niet echt een rol in het extreemrechtse gedachtegoed van de hui-dige generatie. Ik vond het noodzakelijk om met een canon jongeren wel op die referentie te wijzen.’

Beeckman: ‘Het gevaar vandaag ligt veel meer in het niet weten, dan dat iedereen zoals in de jaren 30 een sterke ideologie zou aanhangen. Het is het ontbreken van kennis over ideeën die mensen vatbaar maakt voor de Dries Van Langenhoves van deze wereld. Zij kunnen zeggen wat ze willen, omdat jongeren, maar ook anderen, geen kader hebben.’

Fraihi: ‘In het Arabisch hebben we daar een mooie uitdrukking voor: een lege emmer kan je met eender wat vullen. Dat is het probleem: de emmer wordt met eender wat gevuld, en vooral met wantrouwen. Wantrouwen tegen de media, tegen de academische wereld, tegen de politiek.’

De canon is voor u een manier om die emmer anders te vullen?

Fraihi: ‘Al is het maar met een druppel, ja.’

Zijn er politici over de schouder komen meekijken?

Beeckman: ‘Nee, absoluut niet.’

Wat waren de moeilijkste discussie-punten in de commissie?

Fraihi: ‘Het was vooral moeilijk te schrappen in de onderwerpen.’

Beeckman: ‘Het hielp dat we zestig vensters van de canon nog konden aanvullen. Bij het thema onderwijs voor meisjes konden we daardoor zowel de schrijfsters Marie Belpaire als Virginie Loveling opnemen.’

Fraihi: ‘Voor mij zat de uitdaging in het vinden van herkenningspunten met vandaag. Waarin zouden jongeren zich kunnen vinden? Zo kregen we een goede mix van ankerpunten en namen van wie je misschien nog niet gehoord hebt, maar die vandaag relevant zijn. Door de Congolese mensenrechtenactivist Paul Panda Farnana op te nemen, konden we het over de kolonisatie en de dekolonisatie hebben.’

Bij de Nederlandse canon luidde de kritiek daar dat hij te mannelijk was. Is dat iets waarop jullie gelet hebben?

Fraihi: ‘We hebben een goede mix gemaakt, zonder dat het een geforceerde zoektocht werd.’

Beeckman: ‘In de commissie zat hoogleraar kunstgeschiedenis Katlijne Van der Stighelen, die goed op de hoogte is van onderbelichte vrouwelijke schilders. Omdat zij niet met levende modellen mochten werken, beperkten ze zich tot stillevens. We hebben het over Clara Peeters, een tijdgenote van Peter Paul Rubens die als eerste vrouwelijke kunstenaar een tentoonstelling kreeg in het Prado in Madrid.’

De keuzes liggen niet altijd voor de hand. De canon wijdt een venster aan Cathelyne Van den Bulcke, die in 1590 op de brandstapel belandde omdat ze verdacht werd van hekserij.

Fraihi: ‘Je kan zoiets wel ophangen aan vandaag, nu mensen vaak virtueel afgebrand worden. Er zijn nu heksenjachten op de sociale media, er is massahysterie, je hebt fake news. Vaak zijn vrouwen daarvan het slachtoffer.’

Volgens het Vlaams Belang staat de canon vol culturele zaken die niets met Vlaanderen te maken hebben.

Beeckman: ‘Misschien niet met het Vlaanderen zoals zij het zich verbeelden.’

Fraihi: ‘Ze redeneren vanuit een imagi-naire identiteit, terwijl Vlaanderen de etnische grenzen altijd al kon overstijgen. Kijk naar de soldaten uit de kolonies tijdens de Eerste Wereldoorlog.’

Is het multiculturele karakter van de reuzenoptocht in Borgerhout echt onmisbaar om Vlaanderen te begrijpen?

Beeckman: ‘Het toont hoe de wereld in Vlaanderen gekomen is.’

Fraihi: ‘Dat was ook mijn bedoeling: om wat verwarring zaaien, de vraag te stellen wie we nu eigenlijk zijn, en om sommige dingen net niet te begrijpen.’

Elisabeth Meuleman van Groen noemt het een bijna woke canon.

Beeckman: ‘Dat vind ik gek en vooringenomen. Is het zo revolutionair dat we het homohuwelijk in de canon opgenomen hebben? De adoptie van kinderen door homokoppels is zelfs door de N-VA goedgekeurd.’

Fraihi: ‘Woke is een modewoord dat is overgewaaid uit andere contreien. Alsof je plots wakker wordt en er voorheen geen strijd is geweest. Het doet heel wat af van voorafgaande gevechten voor gelijkheid, tegen racisme en tegen discriminatie. De canon illustreert net hoelang die strijd al bezig is.’

Van welke thema’s vindt u het jammer dat ze de canon niet gehaald hebben?

Beeckman: ‘De kritiek dat de podium-kunsten uit de jaren 80 er niet in staan, vind ik misschien wel terecht.’

Hetzelfde wordt gezegd van de afwezigheid van schrijvers als Willem Elsschot, Guido Gezelle of Paul van Ostaijen.

Beeckman : ‘Je moet nu eenmaal keuzes maken.’

Tijdens de voorstelling van de canon in het parlement zei minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) dat de canon ‘just niks moet’. Maar hoe willen jullie dat hij gebruikt wordt?

Beeckman: ‘Als leerkracht kan je hem gebruiken als bron van informatie en om kennis te ordenen en te structureren. Docenten voor nieuwkomers zijn enthousiast, omdat ze via de canon bepaalde waarden en normen kunnen illustreren, zoals het gegeven dat ook meisjes naar school gaan en de gelijkheid tussen man en vrouw.’

Fraihi: ‘Ik heb het eerste exemplaar aan mijn moeder gegeven. Het eerste wat ze zei, was: ‘Dit komt bijna zestig jaar te laat.’ Ze is hier in 1966 aangekomen uit Marokko. Er was geen onthaalbeleid, ze kreeg geen taallessen, er was geen inburgeringstraject. Ze liep hier verloren. Kennis verwerven is ook een privilege. De critici van de canon gaan daar makkelijk aan voorbij.’

Kan je de canon gebruiken om er de Vlaamse identiteit mee te bepalen, zoals de N-VA wilde?

Fraihi: ‘Om een meerlagige identiteit mee te vormen, ja. Vandaag lijkt het alsof je het moet verdienen Vlaming te zijn. Je kan het niet zomaar worden. Maar wat is een Vlaming? Wie is Vlaming? Dat is het beginpunt van de canon: nagaan wie we zijn. En dan nadenken wie we willen worden.’

‘Ik sta op verschillende kruispunten wat betreft identiteiten. Ik ben een Klein-Brabander met Marokkaanse roots die Iberisch georiënteerd opgevoed is, met wat Joodse afkomst. Vlaanderen is gemengd. Laat al die identiteiten maar komen.’

Beeckman: ‘Net omdat er ook zoveel kritische en moeilijke thema’s uit onze geschiedenis in staan, omarm je niet alleen de jubelmomenten, maar word je ook geconfronteerd met de mislukkingen en de drama’s. Ik denk dat die realistische kijk verhindert dat je helemaal wordt meegesleept in dat verhaal van identiteit.’

door Henk Dheedene

“Angst en woede zijn niet noodzakelijk ondemocratische gevoelens”, De Tijd, 2 aug. 2019

“Welk idee mag op de schop? Dat de bijzondere verkiezingsuitslag het gevolg is van woede en angst – en dat zo’n irrationele kiezers weinig consideratie verdienen. Twee ideeën lijken me hier ongegrond: dat wie voor radicale partijen stemt – op links PVDA, op rechts Vlaams Belang – hiervoor geen redelijke argumenten zou kunnen hebben. En dat wie toch nog voor traditionele partijen stemt, wel redelijk zou zijn. Een derde misvatting is dat politici zelf ook rationeler zouden zijn dan kiezers. Dat klopt niet, en wat erger is: sommige politici ontberen leiderschapskwaliteiten, zoals gebrek aan zelfinzicht. Daardoor kunnen ze hun eigen emoties niet goed inschatten.

Angst en woede worden veelal aangehaald om de radicale stem te verklaren. Mensen kunnen best bang of boos zijn, maar dat maakt hun stem nog niet illegitiem. Want die gevoelens kunnen een redelijke grond hebben: er is geen garantie dat verandering een verbetering is. Mensen zijn sociale wezens, en wanneer ze kiezen, denken ze niet alleen aan hun eigenbelang. Een studie van Marc Elchardus wees uit dat mensen wel positief over hun eigen leven denken, maar vrezen dat de samenleving naar de haaien is. De vraag is natuurlijk hoe lang iemand denkt een goed leven te kunnen leiden, in zo’n omstandigheden. Bekommernissen kunnen dus redelijk zijn. Tijdens de verkiezingscampagne werd aangekondigd dat mensen hun woning, energieverbruik of vervoer zullen moeten aanpassen, terwijl ze minder op algemene diensten zoals onderwijs kunnen rekenen. Wanneer een deel van het kiespubliek vervolgens een radicale stem uitbrengt, spreekt hier misschien ambitie uit: het moet beter!

Hiermee wil ik angst en woede als gevoelens in het politieke klimaat niet toejuichen: ze zijn nooit voldoende om tot oplossingen te komen. Continue Reading ›

In “De Afspraak” op 27 mei 2019 over de verkiezingen

Op maandag 27 mei, de dag na de verkiezingen, zat ik in de studio van Bart Schols, voor “De Afspraak” op Canvas.

Andere gasten waren Sammy Mahdi (jongerenvoorzitter CD&V), Prof. Hendrik Vuye (Vuye & Wouters), en Johan Vande Lanotte (Minister van Staat, Sp-a).

Thema’s waren het succes van Vlaams Belang, het cordon sanitaire, en de toekomst van het land.

Het werd een pittig debat!

Over de twee democratieën in België sprak ik in een interview voor De Tijd, samen met wijlen Etienne Vermeersch in 2013. Dat de traditionele partijen niet meer overeenkomen met de fundamentele breuklijnen in de samenleving, was het onderwerp van een DS-column in datzelfde jaar.

“Blijvende inspiratie voor jongeren”, DM, 26 jan. 2019

Na de dood van Etienne Vermeersch, vroeg de krant De Morgen of ik vanuit zijn werk een progressieve boodschap voor jongeren wilde schrijven, naast een stuk van Bart De Wever (die schreef als conservatieve politicus) – “Toen Etienne Vermeersch er was, was de dood er niet, en nu de dood er is, is Etienne Vermeersch er niet meer. Een conservatieve politicus en een progressieve filosofe over zijn nalatenschap.”

“Etienne Vermeersch steunde de betogende klimaatjongeren in Brussel. Eigenlijk hoeft dat niet te verbazen: zijn hele leven stond hij als progressief bekend. Wat kan hij nog betekenen voor progressieve jongeren? Hier zijn vijf suggesties.

1.Vrijheid van denken en spreken is een belangrijk deel van Vermeersch’ erfenis. Vlaanderen kende een autoritaire, patriarchale traditie, vanuit haar katholieke verleden. Die verdwijnt stilaan. Maar er wonen in Vlaanderen ook mensen die evengoed patriarchale culturen gewend zijn. In zo’n cultuur debatteren mensen weinig. Ze hebben zich de autoriteitsargumenten van hun leiders – politiek, cultureel of religieus – eigen gemaakt. Bijgevolg voelen ze zich snel aangevallen wanneer ze worden tegengesproken. Wat je dan niet mag doen, is toegeven aan het adagium dat je niemand mag kwetsen of beledigen. Integendeel, juist dan is redelijk debat nodig. Vermeersch toonde dat redelijke argumenten helpen om conflicten te vermijden. De noodzaak om te denken, om tegenstand te aanvaarden en kritiek te incasseren heeft hij in de praktijk gebracht. Deze vorm van emancipatie is nog altijd nodig.

2. Vermeersch deed ook onbeschroomd een beroep op de waarheid wanneer hij anderen intellectueel oneerlijk vond. Dan schreef hij plechtige zinnen zoals ‘wil meneer x eens de feiten op tafel leggen’, of ‘ de waarheid heeft haar rechten’, of ‘alles wat mevrouw y zegt, is in strijd met de waarheid’. Heerlijk. Vermeersch was niet vatbaar voor de gedachte dat de waarheid niet bestond of dat elke mens zowat zijn eigen waarheid had. Daarmee leek hij ouderwets, maar hij was zijn tijd ver vooruit: de hele discussie over de gevaren van een post-truth tijdperk (waarin politici ongegeneerd liegen, voordien schaamden ze zich nog) heeft aangetoond dat feiten, bewijzen, argumenten cruciaal zijn om kwesties te beslechten. Anders is een democratisch georganiseerd meningsverschil niet meer mogelijk.

3. Progressief zijn betekent het belang van groei herijken. Een economie mag niet alleen in functie staan van groeimaximalisatie. In een interview dat Vermeersch aan De Tijd gaf in 2013 (samen met mij), vergelijkt hij de economie met een piramidespel: ‘deelnemers overtuigen anderen om mee te doen, waarbij de bijdrage van de nieuwkomers wordt uitbetaald aan de vorige deelnemers. Iedereen wint, op voorwaarde dat er telkens meer deelnemers bijkomen, waardoor meer kan worden geproduceerd, en dan meer geconsumeerd. Maar de piramide kan zich niet oneindig uitbreiden. Het systeem teert op grondstoffen die in snel tempo op geraken. Het produceert afval, maar de afvalbakken – bodem, rivieren, zeeën en lucht – lopen vol.’ Kunnen de wetenschappen alle milieuproblemen, ook van kernafval oplossen? In datzelfde interview waarschuwt Vermeersch voor ‘blind vooruitgangsoptimisme’, dat hij even gevaarlijk acht als ‘blind pessimisme’. Wat ook niet helpt, is fatalisme.

4. Voor Vermeersch stond (menselijk) lijden bestrijden centraal. Continue Reading ›

“Terreur vraagt inzet tegen verdeeldheid”, een jaar na 22/03, De Tijd, 18 maart 2017

Een jaar na de aanslagen herdenken Brussel en Zaventem de terreuraanslagen van 22 maart. Elke herdenking is een evenement, een rituele verbinding van alle burgers rond een gedeelde herinnering, in dit geval aan een gruwelijke gebeurtenis. Dat helpt om de wonden te helen, elkaar te steunen en de toekomst verenigd tegemoet te zien. Deze solidariteit wordt versterkt door moedige getuigenissen en inspirerende oproepen.

Zo bereikte het videobericht, ‘Jihad van liefde’ van Mohamed El Bachiri, al miljoenen mensen. Na de dood van zijn echtgenote Loubna bracht El Bachiri een ontroerend pleidooi voor medemenselijkheid. Hij liet zijn hoopvolle boodschap ook optekenen door David van Reybrouck in een pas verschenen boekje, opdat alle mensen, in het bijzonder jongeren, zijn boodschap zouden meepikken. Dit verhaal is enorm bemoedigend: wanneer verbondenheid, openheid en vastberadenheid de angst overwinnen, dan hebben terroristen hun strijd al deels verloren, ondanks de pijn, de wanhoop en het verdriet van de slachtoffers.

Schaamte 

Deze herdenking brengt echter ook een diep gevoel van schaamte over de jarenlange loochening van fundamentele samenlevingsproblemen. Enkele dagen na de aanslag beschreef Béatrice Delvaux deze schaamte in een aangrijpende brief aan haar kind. Daarin verontschuldigde ze zich voor haar jarenlange blindheid. Ze had geloofd in een wereld met onbeperkte mogelijkheden, waarin haat en geweld tot het verleden behoorden. Ze dacht dat de langzaam voortschrijdende strijd voor vrijheid en gelijkheid definitief voorbij was. Nooit meer oorlog en geweld: het leek jarenlang niet alleen een slogan of een ideaal, maar een feit.

De aanslag leek een ommekeer teweeg te brengen. Maar het open debat over de situatie in Brussel ligt moeilijker. De Molenbeekse schepen voor Groen, Annalisa Gadaleta, kwam eind november 2016 hevig onder vuur te liggen voor haar kritische boek, Entretien à Molenbeek, la dérive fondamentaliste du quartier le plus redouté d’Europe. Nochtans zouden alle partijen ondertussen de problemen moeten erkennen.

Breder bekeken, werd België die dag bikkelhard geconfronteerd met een negatieve zijde van globalisering: veiligheid is een internationale kwestie geworden. Het acute gevoel van dreiging is voorlopig wel verdwenen. Maar wat met de terugkerende Syriëstrijders, die wrede oorlogservaringen hebben opgedaan? Wat met de haters van het westen die niet meer vertrekken? Nu IS het militair moeilijk heeft, dreigt de strijd zich meer naar Europa te verplaatsen.

De aanslagen markeren dus een blijvende verandering: het is twijfelachtig of de wereld van voor 22 maart nog terugkeert. Dat vraagt een grondige reflectie over de gepaste levenshouding.

Terreur confronteert de samenleving met een ongemakkelijk gegeven: het onverwachte. Mensen controleren niet alles wat er gebeurt, en soms veroorzaken mensen zelf die onvoorziene omstandigheden. Dat lijkt niet meer van deze tijd: de moderne samenleving is er in geslaagd om risico’s zoveel mogelijk te beperken en om voorspelbaarheid te vergroten.

Daadkrachtig

Ten tweede vraagt terreur een grote inzet tegen verdeeldheid.  Maar verbinden betekent niet zwijgen, wegkijken of kritiekloos aanvaarden, integendeel. Samenhorigheid vereist heldere keuzes en daadkracht. Daadkracht betekent kordaat en eenduidig optreden wanneer het nodig is. Het is het omgekeerde van een conflict-vermijdende houding. Helaas was dit jarenlang de regel: het was ‘cool’ om zich op geen elke grote overtuiging te laten neerpinnen, om steevast ironisch en luchtig uit de hoek te komen, om zelfs van de meest groteske visie nog het lichtpunt te zien. Met die houding komt niemand vandaag nog verder. Teveel groepen, partijen en zelfs leiders sturen aan op conflicten. Luister bijvoorbeeld naar Erdogans recente veroordelingen aan het adres van Nederland. Terwijl hij in eigen land de democratie afschaft en Turkse genocide op Armeniërs in 1915 ontkent, beschuldigt Erdogan Nederland volslagen onterecht van massamoorden in Bosnië. Erdogans retoriek is niets minder dan een nieuwe manier van politieke oorlogsvoering, en de inzet is hoog: door zijn luide aanvallen op een Westerse democratie probeert Erdogan zijn eigen autoritaire regime te legitimeren.  

Vanuit Rusland doet Poetin regelmatig hetzelfde. Dan volstaan sussende woorden niet; daadkrachtig reageren wordt noodzakelijk. Dat brengt mensen ook samen, zoals bleek toen Nederlandse premier Rutte zich niet door Erdogans strategie liet intimideren. Zelfs Europa kwam sterker verenigd uit de controverse.

Ten derde is het belangrijk om angst om te zetten in alertheid. Angst op zich veroordelen, heeft geen zin. Mensen hebben het volste recht om angst te voelen in een wereld die zo snel verandert. Maar angst verlamt. Het is tegelijkertijd een machtig wapen, in handen van terroristen, maar ook in handen van de overheid. Angst op zich helpt dus niemand vooruit; alertheid daarentegen kan veel onheil voorkomen.

Herdenkingen proberen de herinneringen aan de traumatische gebeurtenissen een plaats te geven. Deze opdracht tot herinneren, verplicht ook tot reflectie over een verbindende, daadkrachtige en alerte houding in de toekomst.”

Deze tekst verscheen in De Tijd, op zaterdag 18 maart 2017.

‘De koffer’ – Zomerreeks De Tijd, 20 aug 2016

Fotografe Siska Vandecasteele vroeg me of ik vijf objecten kon kiezen, die ik in mijn koffer zou stoppen mocht ik vertrekken.

Voor de reeks ‘De Koffer‘ in De Tijd bezocht Siska Vandecasteele ook schrijfster Lize Spit,  presentatrice Britt Van Marsenille, bokser Delphine Persoons, muzikant Bent Van Looy, politicus  Raoul Hedebouw, actrice An Miller en architect Stéphane Beel.

tinnekebeeckman
Mijn filosofisch dagboek. In dit schriftje staan dingen die ik denk en meemaak. Ideeën voor boeken en columns ook. Ik neem het niet overal mee naartoe, meestal ligt het gewoon thuis. Er staan veel ingevingen van het moment in. Ik vind het interessant om te zien hoe ik op bepaalde momenten naar bepaalde dingen kijk. Schrijven is ook een afstand creëren en iets achter jou te laten. Een nieuwe verhouding maken tussen gedachten.

Dit romantische kaartje. Ik kreeg het van mijn vriend toen we nog niet samen waren. Het komt uit het Isabella Stewart Gardner Museum in Boston, een van mijn favoriete musea. Ik bracht heel veel tijd door in Boston en vond het treffend dat hij net vanuit dat museum en die stad – zonder dat ik hem over mijn zwak voor Boston had verteld – dit kaartje opstuurde.

Een foto van toen ik drie was. Mijn vader maakte het beeld in Griekenland. Mijn moeder en ik zitten op dezelfde manier. Ik vind het een esthetisch beeld. En een mooie herinnering.

Een gipsen replica van een beeld uit het Parthenon. Het is een souvenir van een reis met mijn ouders en mijn broer. Ik was toen 16. Dit stuk van 6 kilo moest absoluut mee op het vliegtuig. Het is de rouwende Athena, ze treurt om de doden die gevallen zijn in de Peloponnesische Oorlog. Het is vrouwelijk en krachtig, droef maar sereen.

De oorbellen van mijn moeder. Ze droeg ze heel vaak. Voor mij symboliseren ze haar elegantie. Ik vond die hangertjes altijd al mooi. Hoe het licht in de granaat speelt, magisch. Ik stop ze in mijn koffer voor de vrouwelijkheid en de sensualiteit, anders is het allemaal in het hoofd. De filosofie wordt vaak als iets abstracts gezien, maar ze is ook heel erg verbonden met alles in het leven.”

‘The enemy within’, De Tijd, 23 maart 2016

Unknown-3Na de verschrikkelijke aanslagen in Zaventem en Brussel op 22 maart, vroeg De Tijd me hoe een samenleving best omgaat met het gevoel dat een vijand aanwezig is, vroeg de krant De Tijd.

“Terroristen willen angst en verwarring zaaien, gevoelens van onmacht verspreiden, en haat tussen mensen aanwakkeren. Zo’n aanslag heeft een enorme impact, omdat gevoelens aanstekelijk werken: angst en verontwaardiging verspreiden zich makkelijk, en haat roept haat op. Dan geldt de aanmaning om het hoofd koel te houden, en je leven ongestoord verder te zetten. Juist omdat angst verlammend werkt, en maakt dat je je afsluit voor de wereld. Tegen de opzet van terroristen in, mag de samenleving juist niet in moslims versus niet-moslims worden opgedeeld.

Solidariteit met de moedige mensen die op het terrein hun werk doen, is erg belangrijk. Met de hulpverleners, de politie- en ordediensten tijdens en vlak na zo’n aanslag, maar ook met hen die in het duister en vaak anoniem zich inzetten.

Nadia Remadna

Nadia Remadna

Ik denk bijvoorbeeld aan Nadia Remadna, een Frans-Algerijnse sociale werkster die in een banlieue in Seine-Saint-Denis woont. Ze schreef het boek ‘Comment j’ai sauvé mes enfants’, over haar harde strijd om haar zonen – en andere jongeren – uit de klauwen van radicale haatpredikers te houden. Ze richtte daartoe ‘La Brigade des Mères’ op, een collectief van moeders tegen geweld. Vroeger, zegt ze, vreesden we dat onze kinderen in de criminaliteit zouden belanden. Vandaag vrezen we dat ze terrorist worden. Remadna heeft haar kinderen met moeite gered van de radicalisering. Ze wil met haar organisatie concrete noodsituaties oplossen: uitgesloten jongeren, mishandelde vrouwen, concreet helpen.

Remadna voert een strijd tegen antisemitisme, racisme, radicalisering, maar ook tegen clientelisme. Ze getuigt over een toenemend racisme tussen minderheidsgroepen, waarbij leden van verschillende gemeenschappen als bendes tegenover elkaar staan. De belangrijkste taak omschrijft ze als ‘apaisement’: vrede brengen, opkomen tegen de haat. Maar die opdracht is niet makkelijk. Remadna vindt dat de slachtoffercultuur de haat juist doet toenemen, want ze zet groepen mensen tegen elkaar op. Ongetwijfeld voeren heel wat vrouwen en mannen een gelijkaardige strijd. Al wie zich welwillend inzet om de tegenstellingen in de samenleving te verkleinen, verdient openlijke steun. Continue Reading ›

“We moeten af van slechte groei”, De Tijd, 18 augustus 2015

UnknownDeze column verscheen in de zomerreeks van De Tijd, ‘Wat mag de prullenmand in?’

“Wat moet weg? De idee dat economische groei per definitie goed is, of erger nog: dat alleen financiële of economische groei een graadmeter zijn voor succes. Wat komt in de plaats? Een constructieve visie op groei, die niet ten koste gaat van volgende generaties.

Leven is groei. Een kind zien opgroeien is wonderlijk. Een tuin aanleggen, bomen en planten zien groeien is betoverend. Het heeft dus geen zin om elke vorm van groei overboord te gooien. Maar er is wel slechte groei: groei die nu voordelig lijkt, maar op termijn te duur wordt betaald. Als we van die slecht groei af willen, dan moeten we onze gehechtheid eraan begrijpen. Die heeft met een verlangen naar veiligheid te maken. Dat is de paradox: we hanteren een groeimodel dat de planeet, en dus onszelf beschadigt. We maken het leven dus onveiliger, zeker voor volgende generaties. Die omslag vraagt een behoorlijke filosofische aanpassing: dat groei per definitie beter is, zit diep in ons denken verankerd.
Wie verantwoordelijkheid opneemt en rijkdom doet toenemen, geniet in het Evangelie van Gods gratie. In de ‘parabel van de talenten’ vertrekt een man op reis. Hij geeft een aantal muntstukken aan zijn drie knechten. De eerste verdubbelt zijn vijf muntstukken. De tweede knecht maakt van zijn twee muntstukken vier. De derde begraaft het enige muntstuk terug dat hem was toevertrouwd opdat het veilig zou zijn. Bij zijn thuiskomst geeft de man dat ene muntstuk aan de eerste knecht: wie niets heeft en niets vermeerdert, zal niets krijgen.

De visie op groei van de Britse denker Thomas Hobbes (1588-1679) beïnvloedde de liberale theorie. Schaarste is de natuurlijke toestand van de mens: we begeren altijd meer dan we hebben. Onze verbeelding stuwt een eindeloos verlangen. We leven ook in schaarste, omdat we beseffen dat ons leven in tijd beperkt is. Voortgedreven door een fundamentele doodsangst, trachten we macht te verwerven. En die macht veronderstelt steeds meer macht en middelen. Om zich veilig te voelen volstaat een bepaalde positie, of een geldbedrag niet. ‘Ik stel daarom één eigenschap voorop die alle mensen gemeen hebben: een aanhoudende en rusteloze begeerte naar macht en nog meer macht, die pas eindigt bij de dood’, schrijft Hobbes in zijn bekendste werk, Leviathan. Continue Reading ›

Morgen krijgt Susan Neiman de ‘Internationale Spinozalens’ in Den Haag

Uitnodiging 2014 buitenOp maandag 24 november krijgt Susan Neiman de Internationale Spinozalens-prijs in Den Haag. Dan wordt ook haar nieuwe essaybundel voorgesteld: ‘Afgezien van de feiten, Boom, Amsterdam. Neimans boek ‘Waarom zou je volwassen worden?’ ligt ondertussen ook in de boekhandel.

Over de bundel ‘Afgezien van de feiten’:

‘Wat is het kwaad en hoe moeten we het tegengaan? Wat beweegt mensen tot moreel handelen? Waarom is er een grote kloof tussen hoe de wereld zou moeten zijn en hoe ze werkelijk is? In haar werk herneemt Susan Neiman deze belangrijke vragen. Het zijn oude vragen, die we moeten blijven stellen in een wereld waarin een religieus gefundeerde ethiek steeds wankeler wordt. Continue Reading ›

‘Ouders, stop met tablets te kopen’ – Peter Adriaenssens, De Standaard

C_LANN_KINDERDROMEN_MEI14_LRC.pdf“Wat wil je doen voor je twaalfde?” was  de vraag van Ketnet aan 100.000 kinderen. Hun antwoorden, en dromen, zijn de basis voor het boek ‘Kinderdromen’ – Peter Adriaenssens, Jan Callebaut, Veerle Beel en Tinneke Beeckman (Lannoo). Vandaag legt kinderpsychiater Peter Adriaenssens in De Standaard alvast een stevige stelling voor aan ouders: “stop met kopen van tablets.”

Dat onze jeugd niet verdorven is, blijkt uit de bijna 100.000 antwoorden die Ketnet kreeg op de vraag wat kinderen zeker willen doen voor hun twaalfde. “Maar, waarschuwt Peter Adriaenssens, sociale media en moderne technologie maken het alsmaar moeilijker om die warme inborst te beschermen,”  aldus de kinderpsychiater in het artikel van Eva Berghmans in De Standaard vandaag.

Ook Guy Tegenbos ‘senior writer Wetstraat’ van de Standaard wijdt vandaag een commentaar aan dit thema: de relatie tussen internet, ouders en opvoeding naar aanleiding van het boek.

Foto: Thomas Geuens

Foto: Thomas Geuens

Begin september gaf ik aan Dieter Herregodts (voor CM) een interview over het boek. Hier is een stukje.

De mooiste kinderdromen

Een pinguïn als huisdier of een huiswerkmachine

Wat wil jij zeker doen voor je twaalf bent? Dat vroeg Ketnet aan zijn jonge kijkers. 100 000 kinderen stuurden hun dromen in. De resultaten zijn ontroerend, hilarisch, verrassend en nog zoveel meer. Droom gerust mee. Continue Reading ›