“De paradox van de heersende blanke man” column, DS, 21 juni 2018

” Migratie staat hoog op de Europese agenda. Dat heeft niet alleen met de huidige vluchtelingen- en migratiestromen te maken. Experts voorspellen een demografische explosie in Afrika en het Midden-Oosten. Waar kunnen wanhopige generaties jongeren naartoe? Niet naar Europa, want Europese regeringsleiders praten over een betere beveiliging van de buitengrenzen. Andere stemmen zien de oplossing elders: dat Europese landen de uitzichtloze economische en politieke situatie in Afrika en het Midden-Oosten mee hervormen. Maar kunnen Europeanen elders echt de problemen oplossen? Alle goede intenties ten spijt, lijkt dat op een nieuwe vorm van koloniaal denken. George Orwell heeft dat koloniale denken treffend beschreven. Alvorens hij journalist werd, was hij een tijdje Britse officier in Birma, nu Myanmar, dat tot het Britse rijk hoorde. Orwell was dus even zelf koloniaal, en hij haatte het grondig.

Het verhaal gaat over een klein incident in het gebied waar Orwell de orde moest handhaven. Een olifant was ontsnapt en vernielde enkele hutten en marktstalletjes in een arme wijk. Het beest had ook een arme dorpsbewoner verpletterd. Paniek breekt uit, en Orwell moet als politieofficier optreden. Tenslotte had Orwell een wapen, de lokale bevolking niet. Terwijl hij door het dorp loopt om de loslopende, wilde olifant te stoppen, begint een menigte Orwell te volgen. Een uitgebroken olifant moet worden gedood en Orwell beschrijft de groeiende verwachting bij die inwoners dat hij de zaak ook op die manier zal oplossen. Dan krijgt hij de olifant in het vizier. Hij beseft meteen dat hij dat dier beter niet zou neerschieten; na zijn razende uitbraak was het rustig geworden, en leek het even gevaarlijk als een grazende koe. Liefst wilde Orwell zijn geweer neerleggen. Maar hij kon niet meer terug. Duizenden Birmanen waren hem gevolgd, en keken hem afwachtend aan. Tot zijn eigen afgrijzen vuurde hij zijn geweer leeg, en de olifant zeeg neer.

Dat verhaal vat de paradox van de heersende blanke man: schijnbaar is hij heer en meester. Maar hij voelt de druk om te handelen vanuit de verwachting van de lokale bevolking. En die verwachting is dat hij elk probleem komt oplossen. Ondertussen is hij een acteur in een toneelspel waarbij hij zijn eigen vrijheid vernietigt. Hij draagt een masker: een sahib is een sahib. Indien hij de olifant niet neerschiet, lijkt hij zwak, bang, lachwekkend. En dus gaat de olifant eraan. Continue Reading ›

“Terreur vraagt inzet tegen verdeeldheid”, een jaar na 22/03, De Tijd, 18 maart 2017

Een jaar na de aanslagen herdenken Brussel en Zaventem de terreuraanslagen van 22 maart. Elke herdenking is een evenement, een rituele verbinding van alle burgers rond een gedeelde herinnering, in dit geval aan een gruwelijke gebeurtenis. Dat helpt om de wonden te helen, elkaar te steunen en de toekomst verenigd tegemoet te zien. Deze solidariteit wordt versterkt door moedige getuigenissen en inspirerende oproepen.

Zo bereikte het videobericht, ‘Jihad van liefde’ van Mohamed El Bachiri, al miljoenen mensen. Na de dood van zijn echtgenote Loubna bracht El Bachiri een ontroerend pleidooi voor medemenselijkheid. Hij liet zijn hoopvolle boodschap ook optekenen door David van Reybrouck in een pas verschenen boekje, opdat alle mensen, in het bijzonder jongeren, zijn boodschap zouden meepikken. Dit verhaal is enorm bemoedigend: wanneer verbondenheid, openheid en vastberadenheid de angst overwinnen, dan hebben terroristen hun strijd al deels verloren, ondanks de pijn, de wanhoop en het verdriet van de slachtoffers.

Schaamte 

Deze herdenking brengt echter ook een diep gevoel van schaamte over de jarenlange loochening van fundamentele samenlevingsproblemen. Enkele dagen na de aanslag beschreef Béatrice Delvaux deze schaamte in een aangrijpende brief aan haar kind. Daarin verontschuldigde ze zich voor haar jarenlange blindheid. Ze had geloofd in een wereld met onbeperkte mogelijkheden, waarin haat en geweld tot het verleden behoorden. Ze dacht dat de langzaam voortschrijdende strijd voor vrijheid en gelijkheid definitief voorbij was. Nooit meer oorlog en geweld: het leek jarenlang niet alleen een slogan of een ideaal, maar een feit.

De aanslag leek een ommekeer teweeg te brengen. Maar het open debat over de situatie in Brussel ligt moeilijker. De Molenbeekse schepen voor Groen, Annalisa Gadaleta, kwam eind november 2016 hevig onder vuur te liggen voor haar kritische boek, Entretien à Molenbeek, la dérive fondamentaliste du quartier le plus redouté d’Europe. Nochtans zouden alle partijen ondertussen de problemen moeten erkennen.

Breder bekeken, werd België die dag bikkelhard geconfronteerd met een negatieve zijde van globalisering: veiligheid is een internationale kwestie geworden. Het acute gevoel van dreiging is voorlopig wel verdwenen. Maar wat met de terugkerende Syriëstrijders, die wrede oorlogservaringen hebben opgedaan? Wat met de haters van het westen die niet meer vertrekken? Nu IS het militair moeilijk heeft, dreigt de strijd zich meer naar Europa te verplaatsen.

De aanslagen markeren dus een blijvende verandering: het is twijfelachtig of de wereld van voor 22 maart nog terugkeert. Dat vraagt een grondige reflectie over de gepaste levenshouding.

Terreur confronteert de samenleving met een ongemakkelijk gegeven: het onverwachte. Mensen controleren niet alles wat er gebeurt, en soms veroorzaken mensen zelf die onvoorziene omstandigheden. Dat lijkt niet meer van deze tijd: de moderne samenleving is er in geslaagd om risico’s zoveel mogelijk te beperken en om voorspelbaarheid te vergroten.

Daadkrachtig

Ten tweede vraagt terreur een grote inzet tegen verdeeldheid.  Maar verbinden betekent niet zwijgen, wegkijken of kritiekloos aanvaarden, integendeel. Samenhorigheid vereist heldere keuzes en daadkracht. Daadkracht betekent kordaat en eenduidig optreden wanneer het nodig is. Het is het omgekeerde van een conflict-vermijdende houding. Helaas was dit jarenlang de regel: het was ‘cool’ om zich op geen elke grote overtuiging te laten neerpinnen, om steevast ironisch en luchtig uit de hoek te komen, om zelfs van de meest groteske visie nog het lichtpunt te zien. Met die houding komt niemand vandaag nog verder. Teveel groepen, partijen en zelfs leiders sturen aan op conflicten. Luister bijvoorbeeld naar Erdogans recente veroordelingen aan het adres van Nederland. Terwijl hij in eigen land de democratie afschaft en Turkse genocide op Armeniërs in 1915 ontkent, beschuldigt Erdogan Nederland volslagen onterecht van massamoorden in Bosnië. Erdogans retoriek is niets minder dan een nieuwe manier van politieke oorlogsvoering, en de inzet is hoog: door zijn luide aanvallen op een Westerse democratie probeert Erdogan zijn eigen autoritaire regime te legitimeren.  

Vanuit Rusland doet Poetin regelmatig hetzelfde. Dan volstaan sussende woorden niet; daadkrachtig reageren wordt noodzakelijk. Dat brengt mensen ook samen, zoals bleek toen Nederlandse premier Rutte zich niet door Erdogans strategie liet intimideren. Zelfs Europa kwam sterker verenigd uit de controverse.

Ten derde is het belangrijk om angst om te zetten in alertheid. Angst op zich veroordelen, heeft geen zin. Mensen hebben het volste recht om angst te voelen in een wereld die zo snel verandert. Maar angst verlamt. Het is tegelijkertijd een machtig wapen, in handen van terroristen, maar ook in handen van de overheid. Angst op zich helpt dus niemand vooruit; alertheid daarentegen kan veel onheil voorkomen.

Herdenkingen proberen de herinneringen aan de traumatische gebeurtenissen een plaats te geven. Deze opdracht tot herinneren, verplicht ook tot reflectie over een verbindende, daadkrachtige en alerte houding in de toekomst.”

Deze tekst verscheen in De Tijd, op zaterdag 18 maart 2017.

Nieuws vanuit Liberales…

Twee korte nieuwtjes:

unknownI. De Liberalesprijs

Het boek Onlife. Hoe de digitale wereld je leven bepaalt van Katleen Gabriëls werd verkozen tot Liberales Boek 2016. Uitreiking op donderdag 26 januari 2017, Liberaal Archief om 20.00 uur, Kramersplein 23 te Gent.

Shortlist bestond uit ‘Vrijheid voor gevorderden’ van Paul Teule; ‘De weg naar radicale verzoening’ van Montasser AlDe’emeh; ‘Samen-leven’ van Bart Somers en ‘Samen door één deur’ van Guillaume Van der Stighelen.

II. Boekvoorstelling ‘Vrijheid Voorop’

15542212_1396958157004468_4692991939419752579_nPatrick Stouthuysen stelde op 20 december in het Liberaal Archief te Gent zijn nieuwe boek voor: Vrijheid Voorop. Een kennismaking met het liberalisme.

Voor de gelegenheid gaf ik een korte inleiding op het boek. Dit is mijn toespraak:

“Professor Patrick Stouthuysen ken ik als ex-collega aan de VUB, en het doet me veel plezier om hier zijn boek in te leiden. Het is maar een boekje, zei hij me enkele maanden geleden. Maar ik vind een heus boek. En iedereen die over een vrije samenleving wil nadenken – liberaal of niet – kan het best lezen.

Het werk verschijnt naar aanleiding van de stichtingsverjaardag van de liberale partij, op 14 juni 1846, 170 jaar geleden. Het bestaat uit drie delen: de liberale beginselen, de geschiedenis van de Belgische Liberale Partij en nieuwe uitdagingen voor het liberale denken.

Eerste deel – liberale beginselen

c0jclk1xgairgne-jpg-smallStouthuysen gebruikt Wittgensteins idee van de familieverwantschap om het begrip liberalisme te duiden. Benjamin Constant gebruikte als eerste de term, en doelde op zoveel mogelijk vrijheid voor de burger, met beperkingen van de overheid.

Met de Verlichting deelt het liberalisme enkele strijdpunten en eisen: zoveel mogelijk vrijheid voor individuen als belangrijkste waarde. Dat is geen sociologisch vertrekpunt, maar een moreel; natuurlijk zijn mensen deel van een samenleving, maar uiteindelijk mag het individu beslissen.

Waarop is die vrijheid gebaseerd? Continue Reading ›

“Links en rechts zouden moeten samenwerken”, DS 29 aug 2016

Unknown 08.33.05“De fotoreeks op het strand in Nice was vanuit mediastandpunt zonder meer geniaal. In enkele beelden had de fotograaf de progressieve nachtmerrie gevat: blanke, mannelijke agenten dwingen een onschadelijke, onschuldige vrouw van een minderheidsgroep om zich om te kleden. De progressieve boerkini-verdediger moet wel vol afschuw reageren tegen de staatse, republikeinse politieke tegenstander, die een verbod van de boerkini verdedigt vanuit een gemeenschapsethiek (slechts in een republiek of natie kan een burger vrij zijn, de Franse staat is seculier). Dat staat haaks op de liberale ethiek, met haar voorkeur voor autonomie en individuele keuzevrijheid, en haar afkeer voor staatsgeweld en het groepsdenken van een gemeenschap of natie. Maar mijns inziens vergist de boerkini-verdediger zich jammerlijk: terwijl hij of zij voor autonomie pleit, voor het recht de boerkini te dragen, dreigt hij vooral de ethiek van het goddelijke te beschermen.

En daarmee wordt het een ander verhaal. Er bestaat namelijk niet alleen een progressieve versus een conservatieve visie op politiek en staat. Een deel van de wereldbevolking denkt ethiek helemaal niet vanuit democratische principes (wetten zijn door en voor de bevolking geschreven), maar vanuit het goddelijke. Hier zijn we in het rijk van het Heilige, van de zonde, de eer, de schande. Hier staat de westerse persoonlijke vrijheidsopvatting gelijk aan goddeloosheid, decadentie, eerloosheid. Deze ethiek kent in het westen geen politieke vertegenwoordiging. Wie op deze ethiek kritiek heeft, richt zich dus op niet-vertegenwoordigde minderheden.

Migratie, globalisering brengen die ethiek van het goddelijke tot op het strand in Nice. De eenvoudige toepassing van de progressieve liberale matrix op de samenleving – voorkeur voor individuele rechten en vrijheden – volstaat niet om het schouwspel op het strand te duiden. De progressieve boerkini-verdediger begrijpt niet dat een ethiek vanuit het goddelijke geen individuele visie op de symbolische orde erkent. Die symbolische orde overstijgt de rationele, individuele keuze. Ze dient om groepen te binden, om loyaliteit tussen de leden van de ene groep te versterken, en de afstand met anderen groepen te vergroten. Zelfs tot segregatie toe.

De werkelijkheid levert het bewijs: op het strand in Corsica hadden enkele strikt religieuze moslimfamilies een stukje strand met een bordje geprivatiseerd. Ze gingen in de clinch met omstanders die foto’s durfden te nemen. Als elk individu met of zonder boerkini inderdaad een liberale ethiek volgde – en de claim ‘elke vrouw kiest vrij’ is het belangrijkste argument pro-boerkini – hoe komt het dan dat zulk handgemeen ontstaat? Staat eigenhandig een strand privatiseren trouwens niet haaks op een liberale, publieke ruimte? Elders in Frankrijk zijn er gelijkaardige spanningen: zedenpolities willen religieuze voorschriften doen naleven, en er zijn relletjes rond vrouwen die ‘te naakt’ rondlopen. De anti-liberale ethiek van het goddelijke heerst in Saoedi-Arabië, waar vrouwen geen enkele individuele keuzevrijheid hebben, waar er geen open, vrije publieke ruimte is. De progressieve boerkini-verdediging is eurocentrisch, omdat ze geen enkele moeite doet om de ethische logica van religieus fundamentalisme te begrijpen.

Ondertussen verliest links zich in afkeer voor rechts (de ethiek van de autonomie verafschuwt de ethiek van de gemeenschap), terwijl ze geen antwoord heeft op de derde ethiek van het goddelijke, die zelfs buiten het democratische valt. En rechts reageert ruw op de morele zuiverheid-claim van links, die heroïsch de onderdrukten wil redden. De taal van de politiek dreigt de taal van afkeer en onbegrip te worden. Eigenlijk zouden linkse én rechtse partijen moeten samenwerken, en de noodzaak van elkaars morele intuïties moeten begrijpen. Rechtse partijen zouden de meerwaarde van de linkse kritiek op brute staatsmacht moeten vatten. En links zou moeten inzien dat voor het recht op de boerkini een liberaal principe (individuele vrijheid) wordt ingeroepen om een anti-liberale code ingang te doen vinden.”

Interview over ‘de Verlichting’, De Morgen, 2 juni 2016

Unknown-1Filosofe Tinneke Beeckman pleit voor Verlichting in donkere tijden; “Het zou helpen als we jongeren iets heldhaftigs konden aanbieden”

Interview door Jan Stevens; foto door Karoly Effenberger.

De strijd tegen de ideologen van Islamitische Staat winnen we volgens filosofe Tinneke Beeckman nooit door enkel bommen te gooien. “Alleen met een stevig onderbouwd verhaal dat vertelt wat wij allemaal aan de Verlichting te danken hebben, kunnen we proberen mensen te overtuigen.”

De zelfmoordaanslagen van 22 maart 2016 presenteerden ons een ongemakkelijke waarheid: sommige landgenoten haten ons samenlevingsmodel zo erg, dat ze bereid zijn zichzelf op te blazen tussen tientallen andere landgenoten. In De verlichting uit evenwicht? neemt filosofe Tinneke Beeckman samen met Leo Neels, Marc De Vos en Ivan Van De Cloot van de denktank Itinera de verdediging op zich van onze op de waarden van de Verlichting gebaseerde samenleving. Beeckman schreef eerder het bekroonde Door Spinoza’s lens (begin juni verschijnt de vijfde druk) waarin ze de wereld van vandaag bekijkt door de blik van de 17e-eeuwse Nederlandse Verlichtingsfilosoof Baruch de Spinoza.

“De terroristische aanslagen in Parijs en Brussel waren aanvallen op de democratische liberale samenleving waarin mensen hun eigen interpretatie van geloof of ongeloof mogen hebben”, zegt ze. “De maatschappelijke vertwijfeling en radeloosheid die erop volgde, was enorm. Wij vonden de tijd meer dan rijp om de basisbeginselen van onze samenleving opnieuw voor het voetlicht te brengen. Die zijn gegrondvest in de waarden van de Verlichting zoals universele mensenrechten, vrijheid van mening en religie, vrij onderzoek en scheiding der machten. Niemand kan het een jongere kwalijk nemen dat hij ontevreden is over de manier waarop de samenleving georganiseerd is. Iedereen heeft recht op kritiek. Maar het wordt een totaal ander verhaal wanneer die jongen vervolgens zijn toevlucht neemt tot terreur. Ik herinner me een interview met Johan Leman, voorzitter van integratiecentrum de Foyer in Molenbeek, over de Syriëstrijders uit zijn gemeente. ‘Die jongens zijn vertrokken uit verontwaardiging over de schendingen van de mensenrechten van Assad’, zei hij. Terwijl ze in werkelijkheid verontwaardigd waren over de in hun ogen ongelovige Assad. Want de strijd die ze voeren is eerst en vooral religieus.”

Hoe superieur is onze Verlichting?

Nieuwe cover voor het boek.

Nieuwe cover voor het boek.

Tinneke Beeckman: “Het gaat helemaal niet over hoe superieur wij zijn, maar over hoe we mensen kunnen overtuigen van het belang van onze Verlichtingswaarden. De ideologen van Islamitische Staat voeren zwaar propaganda om mensen te verleiden en te overtuigen. Tegen jongeren zeggen ze: ‘Volg ons en we maken van jou een échte man of vrouw.’ Ze geven jonge mensen het gevoel dat hun leven zinvol wordt. ‘Als je jezelf opblaast, heeft dat effect op de hele wereld.’ Wij moeten daar ónze overtuigingscampagne tegenover stellen. We zullen geen mensen overtuigen door te staan roepen dat we superieur zijn. Dat werkt alleen maar contraproductief. Achter ideeën van universele mensenrechten en vrijheid zoals die al door Baruch de Spinoza gepropageerd werden, zit een universele natuurwet. In zijn beroemde werk Ethica heeft Spinoza het over de concepten ‘potentia potestas’. Ze betekenen allebei ‘macht’, maar potentia is de kracht die de mens heeft om zichzelf te verwezenlijken en potestas is de politieke macht, de macht die overgedragen wordt aan politici. Het politieke systeem werkt volgens Spinoza het beste als potentia en potestas min of meer met elkaar in evenwicht zijn. Wanneer mensen dus in een systeem leven waarin de door hen overgedragen politieke macht hen ook de vrijheid geeft zichzelf te verwezenlijken. Dat ideale systeem was voor Spinoza de democratie. De angst die mensen ervaren in een regime waarbij ze door de machthebbers opgepakt, opgesloten en gefolterd kunnen worden, is universeel en wordt niet cultureel bepaald. Al zijn er culturele verschillen die wel bestudeerd moeten worden. Iedereen put dus voordelen uit het leven in een vrije samenleving.”

In De Verlichting uit evenwicht? willen jullie de zegeningen tonen die de Verlichting ons opgeleverd heeft?

copyright - Karoly Effenberger

copyright – Karoly Effenberger

Beeckman: “Wij stellen vast dat veel mensen niet meer schijnen te weten wat de Verlichting precies inhoudt. Een Nederlandse journalist vertelde me dat zijn dochtertje hem vroeg: ‘Papa, wat is dat, de Verlichting?’ en dat hij haar het antwoord moest schuldig blijven. Er is vandaag heel weinig aandacht voor die filosofische traditie. We zijn uit het oog verloren dat de Verlichting een rijke schat herbergt waaruit we ideeën kunnen plukken waar we vandaag iets aan hebben. Veel van die dingen zijn zo vanzelfsprekend geworden dat we er niet meer over nadenken. Neem de scheiding der machten: dat principe maakt het mogelijk dat ook politici voor de rechter moeten verschijnen als ze zich niet aan de wetten houden. Dat lijkt heel banaal, maar in veel landen is die scheiding der machten er niet. We staan te weinig stil bij verwezenlijkingen die we aan de Verlichting te danken hebben, zoals onze vrije rechtspraak, zoals het feit dat je niet zomaar gearresteerd kan worden of het feit dat je recht hebt op een neutrale verdediging. In mijn essay vertel ik het verhaal van ‘de affaire Calas’, een Franse familie die in de 18e eeuw op een verschrikkelijke manier slachtoffer werd van rechters die in de greep waren van de katholieke kerk en recht spraken vanuit de strijd om het ware geloof. Het is pas nadat verlichtingsfilosoof Voltaire er brieven en boeken over schreef dat er verandering kwam. Zo zitten er nog talloze andere fascinerende verhalen achter al die politieke veranderingen die we nu zo vanzelfsprekend vinden. Door terug te grijpen naar die verhalen, leren mensen misschien opnieuw het belang inschatten van de waarden van de Verlichting.” Continue Reading ›

“Waar staan we voor?” over de Verlichting, in NRC Handelsblad.

UnknownDeze tekst verscheen in het NRC Handelsblad op zaterdag 21 november. Een kortere versie verscheen in De Tijd op 15 november. De tekst werd hernomen op Liberales.

“We houden van onze manier van leven, maar kunnen ons niet voorstellen dat we haar fundamentele ideeën zouden moeten verdedigen. Vaak kennen we zelfs niet goed. Maar de Verlichtingsideeën zijn bijzonder relevant, omdat ze voortvloeien uit pogingen om burgeroorlogen, wreedheden, fanatiek geweld en onmacht te beëindigen. Ze waren een verzet tegen de machtsstructuur van de Kerk tegenover de politiek. En ze blijven een verzet tegen de greep van het geloof op het denken. In de strijd om godsdienstig geweld zijn in Europa tenslotte miljoenen mensen om het leven gekomen.

De kern van de Verlichting bevat dat elke mens zijn rede kan gebruiken om elk idee aan een kritisch onderzoek te onderwerpen. Geen enkel boek is Heilig. Niet een geloof of de traditie bepalen op voorhand welke ideeën goed of fout zijn. Een burger mag denken wat hij wil, zeggen wat hij denkt en deelnemen aan de politieke besluitvorming. De enige beperking op die vrije meningsuiting betreft de aanzet tot haat en geweld in de publieke ruimte, en laster en eerroof tegenover burgers. Maar fundamenteel is dat mensen het recht hebben om aan elk idee te twijfelen en om van mening te veranderen. Continue Reading ›

Drie filosofen over de aanslag in Parijs, Filosofie Magazine, 18 nov 2015

Unknown-2” Drie filosofen over terrorisme, op Filosofie Magazine.

Welke rol spelen het geloof en sociaaleconomische factoren in de aanslagen in Parijs? En is de door Hollande, Rutte en hacktivists ‘Anonymous’ verklaarde oorlog een terechte respons? Wij stelden deze vragen aan drie filosofen: Ruud Welten, Tinneke Beeckman en Paul Cliteur.”

 

Mijn tekstje volgt hier, die van Ruud Welten en Paul Cliteur staan op de Filosofie Magazine Site.

“De nieuwe aanslagen in Parijs komen helaas niet onverwacht. Na de aanslagen op de redactie van Charlie Hebdo vielen er doodsbedreigingen aan het adres van journalisten, die niets met de cartoons over profeten te maken hadden. Al wie de schuld bij de redactie van Charlie Hebdo legde, en tot zelfcensuur aanzette, heeft niets van radicalisme begrepen. Toegeven aan vrijheid is een glijdende schaal: voor je het weet moet je elk kritisch denken afschaffen. Continue Reading ›

‘Helder rollenpatroon’, Column DS, 16 nov 2015

Unknown 08.33.05“Opnieuw vinden in Parijs monsterlijke terreuraanslagen door moslimfundamentalisten plaats. Opnieuw lezen we emotionele getuigenissen in de krant, zien we gruwelijke beelden op televisie, horen we onvoorstelbaar wrede verhalen op internet. Hopelijk volgt er na de hype een grondige analyse. Dat was na de aanslag op Charlie Hebdo-redactie in januari niet het geval.

Volgens de Franse filosoof Marcel Gauchet komt dit omdat we niet meer begrijpen dat mensen uit religieuze motieven hun leven willen opofferen. Commentatoren herleiden zulke daden tot vermeende sociaal-economische oorzaken, omdat we in het Westen zelf een beter leven willen organiseren, zonder idee over een hiernamaals. Daarom houden heel wat mensen vol dat de aanslagen niets met de islam of met godsdienst te maken hebben, maar met kansarme jongeren, slachtoffers van uitsluiting. Deze sociaaleconomische verklaring slaat het debat echter dood. Bovenal klopt ze niet: veel armen radicaliseren niet, en veel geradicaliseerde jongeren hadden wel degelijk een job of een opleiding. Continue Reading ›

“Politiek als rancuneleer”, column DS, 19 jan. 2015

Unknown 08.33.05 “Wat zijn de oorzaken van de terreur? De Westerse politiek, of het islamfundamentalisme? Beiden spelen een rol. En beiden zijn deel van een breder imperialisme. Het is dus niet “of het Westerse imperialisme of het islamitische”, maar “en…en”. We moeten beide afwijzen.

Chomsky over hypocriete Westen

Meteen na de aanslagen op Charlie Hebdo hekelde Noam Chomsky de Westerse hypocrisie. Het Westen presenteert zich als het kamp van de rechtvaardigen, en van de verdedigers van de vrijheid. De aanslag in Parijs treft het ‘vrije’ westen dan in haar hart: terreur wil de pers monddood maken. Veel te eenzijdig, volgens Chomsky: al te vaak ondermijnt het vrije Westen de persvrijheid in andere landen. En het aarzelt daarbij niet om oorlogsmisdaden te plegen door burgerdoelwitten aan te vallen. Helaas is de Westerse pers daarover heel wat minder verontwaardigd dan over een aanval op eigen rangen. Zo reageerde bijna niemand toen Amerikaanse militairen in 2004 het hospitaal van Fallujah in Irak bezetten, om een einde te maken aan de rapportering van Iraakse burgerslachtoffers… Tja, dat was niet echt een democratische zet.

Unknown-2Het Westen, herhaalt de radicale, linkse Chomsky, voert zelf een imperialistische, onrechtvaardige buitenlandse politiek. In naam van de democratie vielen al duizenden burgerslachtoffers in Irak, Afghanistan en Libië. De lokale bevolking wordt daarbij nauwelijks gehoord. Ze is gewoon een schakel in een geopolitiek plan. De Westerse regeringen bedekken met de mantel der hypocrisie de ondemocratische politiek van ‘bevriende’ regimes in Saoedi-Arabië en Qatar.

Imperialisme in Arabische Wereld

Deze kritiek is terecht. Maar maakt dit de moslimwereld tot slachtoffer van het Westen? Ligt de almacht volstrekt bij de ene groep, en de onmacht volstrekt bij de andere, zoals Chomsky suggereert? Helemaal niet. De Arabische wereld voert op haar manier evengoed een imperialistische politiek: politici worden benaderd, voetbalploegen overgenomen, moskeeën gesubsidieerd. Bij elke publicatie declameren regeringen van Marokko tot Pakistan wat toegelaten is, of niet. Via schotelantennes en internet verspreiden ze hun visie, maar ook haatspeeches en complottheorieën. Continue Reading ›

‘De hemel verdienen’, column DS, 15 dec 2014

“In de weekendkrant stond een lezenswaardig interview met ex-jihadist Elias T. (DS 13 december). Hij sloot zich aan bij radicale fundamentalisten en vertrok naar Syrië om Assad te bestrijden. Hij was goed opgeleid en had een goede job. Zijn verhaal staat haaks op het beeld van de laagopgeleide, werkloze moslimjongen zonder perspectief, die ten prooi valt aan fundamentalisme.
Elias T. is geen uitzondering: veel ‘wereldberoemde’ jihadi’s zijn hoogopgeleid en welvarend. Volgens de antropoloog Scott Atran is de kans op jihadisme veel groter bij idealistische moslims dan onder gemarginaliseerden en bezitslozen.

Nochtans worden frustratie, discriminatie, werkloosheid en gebrek aan perspectief systematisch geduid als de voedingsbodem van het jihadi-fundamentalisme. Elias T. toont hoe eenzijdig die verklaringen zijn.

Wie over fundamentalisme in het Westen nadenkt, heeft nog andere vragen. Continue Reading ›