“Apartheid in België ?”, Column DS, 27 april 2015.

Unknown 08.33.05“Soms lees je zo’n absurde bewering dat je meteen de bladzijde wilt omslaan. Bert Anciaux stelt dat we hier dezelfde principes toepassen als tijdens de apartheid in Zuid-Afrika (Knack 22 april). In dat interview zegt hij ook ‘zichzelf niet als het grote licht te beschouwen’. Die eerlijke vaststelling zou kunnen volstaan om zijn gesprek gewoon te vergeten. Maar ook groteske uitspraken hebben consequenties. En die zijn niet onschuldig: de term ‘apartheid’ maakt van de etnisch-culturele minderheden hier slachtoffers van wrede misdaden tegen de menselijkheid. Zulke misdaden worden dan zelfs door de staat georganiseerd. Hoe kun je verwachten dat deze mensen meewerken aan onze samenleving wanneer een politicus zoiets onzinnigs beweert?

Unknown Anciaux omschrijft apartheid foutief als ‘het ontnemen van culturele identiteit’.

Eigenlijk is apartheid een officieel systeem van rassensegregatie op basis van een      pseudowetenschappelijk racisme: ‘ras’ bepaalt het recht op deelname aan politiek, het recht op aankoop van huizen, het recht op toegang tot scholen. Geldt dat hier? Natuurlijk niet. Fundamentele rechten zijn gewaarborgd, in België, maar ook in de Europese Unie.
In Zuid-Afrika veegde de apartheid de beleving van cultuur en identiteit trouwens niet uit: ze legde de nadruk op eigenheid, op gescheiden ontwikkeling. Dat Anciaux totaal verward is, blijkt dan ook uit zijn kritiek op het huidige inburgeringsbeleid als een assimilatiecultuur: assimilatie is juist het tegenovergestelde van apartheid. Het betekent dat alle burgers als één ondeelbaar politiek-cultureel geheel worden beschouwd, zoals in Frankrijk tijdens de negentiende eeuw.

Wanneer vele duizenden Marokkanen, Algerijnen en anderen vandaag naar het Westen willen komen, is dat niet omdat hier apartheid heerst, wel omdat hun levensomstandigheden hier relatief beter zijn dan ginds. En omdat hun democratische rechten hier beter gewaarborgd zijn. Wie de dubbele nationaliteit behoudt, kan als volwaardige burger contact houden met de taal, cultuur en geschiedenis van het thuisland.

Blijft de vraag waarom bepaalde groepen hier minder succesvol zijn dan andere. Daar zouden sociologen, economen, antropologen vrij moeten over kunnen debatteren. Met zijn beweringen maakt Anciaux dat debat onmogelijk: wie zijn visie niet deelt, zit in het kwalijke kamp van de schenders van de mensenrechten. Bovendien definieert hij mensen vooral als deel van een groep, waardoor het recht van individuen om zich aan de groep te onttrekken in het gedrang komt. Een vreemde redenering voor een progressieve politicus.

Anciaux vergeet dat hij tussen 1999 en 2009 zelf in Vlaamse en federale regeringen zetelde. Als minister van Cultuur investeerde hij miljoenen euro’s in een prestigieus project, afgesloten met Marokko. Daarkom, het Vlaams-Marokkaans Culturenhuis in Brussel, werd de plek waar de Vlaamse overheid aan de Marokkaanse vorst en zijn diensten de vrije hand gaf om de identiteit van Marokkanen in België te bepalen. Het werd een gigantische culturele en financiële flop. Als Anciaux trouw is aan zijn bizarre interpretatie van het apartheidsregime, dat culturele identiteit niet zou waarderen, kan hij misschien meewerken met een waarheidscommissie naar Zuid-Afrikaans model. Gewoon opdat hij zou kunnen ophelderen waarom de gewone Marokkanen in Brussel, die graag hun culturele identiteit willen beleven, nooit iets aan zijn peperdure project hebben gehad.

Met stijgende armoedecijfers, een dramatische schooluitval en torenhoge werkloosheid heeft Brussel meer dan ooit moedige politici nodig. In het interview denkt Anciaux zelf dat hij ‘vooral in etnisch-cultureel diverse gemeenschappen’ nog altijd ‘erg populair’ is. Helaas heeft die populariteit een tragische kant, omdat Anciaux die mensen valse hoop geeft terwijl hij hen kwetsuren aanpraat die er niet zijn. Gelooft iemand trouwens dat ernstige anti-apartheidsactivisten zoals Mandela dit slag van tactische praatjes zouden hebben gewaardeerd?”

Deze tekst verscheen als column op 27 april 2015 in De Standaard.

Vlak na zijn overlijden in december 2013 schreef ik over Nelson Mandela een ander stuk, ‘de leider als gevangene‘ in De Standaard.

2 Comments

  1. Bart Haers

    Niet enkel blijkt Bert Anciaux enigszins verward wanneer hij zijn kijk op de samenleving weergeeft, men kan zich vooral afvragen waarom hij refereert aan apartheid? Toen Nelson Mandela de ban brak en met blanke politici een vergelijk vond over hoe Zuid-Afrika als regenboognatie eruit zou moeten zien, kon men hopen dat de niet-Europese bevolking het beter zou krijgen. Mandela heeft daar wel aanzetten toe gegeven, maar ik denk dat hij aan het einde van zijn dagen vreselijk in de maag zat met de gedachte dat hij zijn mensen in Soweto en andere townships niet echt veel concrete lotsverbetering had bezorgd. Maar het is in Duitsland gebleken hoe lang zo een hereniging moet doorwerken voor oude wonden en een initiële achterstand zijn ingelopen.

    In Zuid-Afrika zou men vandaag moeten merken hoe de demografie in de townships evolueert, of er sprake is van sociale opwaartse mobiliteit en of de levensverwachting en de gezondheidstoestand verbetering kent. Ook de toegang tot onderwijs en het doorlopen van schooltrajecten met goed gevolg kan men in kaart brengen. Voor zover ik het kan zien verschijnt er de laatste jaren weinig over dit thema, c.q. over de gunstige invloed van de nieuwe samenleving voor de mensen zelf horen we wenig. Mandela blijft voor mij, hoe melig dat ook klinkt, een held. Maar ook een bijzonder strategisch denkend mens, die zijn doeleinden kon waarmaken, behalve dus het geluk van de Soweto-mensen.

    Het probleem met mensen als Bert Anciaux en co dat ze denken dat er in de samenleving niet veel goeds kan gebeuren als zij er niet bij betrokken zijn. Behalve deze zelfoverschatting als politicus, houdt dat ook in dat ze blind zijn voor de veranderingen in de samenleving. Van strategisch vernunft en van een overtuigende benadering merkt men dan weinig. Bovendien tot slot blijft het vaak preken voor de eigen parochie en de buitenstaaders sneren toegooien, want die geloven niet het ware geloof.

    Intussen in Gent, Antwerpen, Brugge zelfs zie je mensen met een andere dan een blanke huid hun weg door het leven gaan, of het nu in de nachtwinel is of in de plantsoendienst, op de bouwwerven. Het is geen leven dat Bert Anciaux of Walter Zinzen echt kunnen begrijpen, maar niettemin, racisme merkt men daar weinig, wel wat xenofboie, maar dat gaat over.

Geef een reactie