“Vingerafdrukken op je ID-kaart, en privacy” De Morgen, 17 nov. 2018

Journalist Koen Vidal interviewde me voor ‘Het Kernkabinet’ van De Morgen over privacy en vingerafdrukken. Dit artikel verscheen op 17 november in De Morgen.

“Bijna geruisloos keurde de Kamer het wetsontwerp van Binnenlandminister Jan Jambon goed dat digitale vingerafdrukken toevoegt aan de identiteitskaart. Filosofe Tinneke Beeckman spreekt van een achteruitgang die onvermijdelijk is maar nog gevaarlijker wordt als onze waakzaamheid inzake privacy zo slap blijft.

Wie in april 2019 een nieuwe identiteitskaart aanvraagt, zal vooraf een digitaal beeld moeten afstaan van de afdrukken van de rechter-en linkerwijsvinger. Voorlopig is het niet de bedoeling om de vingerafdrukken in databanken op te slaan.

Tinneke Beeckman beschouwt dit als een onvermijdelijke evolutie in een realiteit waarin privacy het moet afleggen tegen andere prioriteiten.

“Het gaat de verkeerde kant uit met onze privacy maar in tijden van globalisering en technologische omwentelingen kun je heel moeilijk vermijden dat het de verkeerde kant uitgaat. Ik vind veel bezwaren van de privacy-verdedigers terecht maar begrijp ook wel dat een overheid maatregelen moet nemen om het systeem van identiteitskaarten tegen misbruiken te beschermen. Zeker als je weet dat onze identiteitskaarten de facto gebruikt kunnen worden als reispaspoorten: we kunnen met dat document naar veertig landen reizen; niet enkel binnen de EU maar ook naar landen als Zwitserland, Noorwegen en Turkije.”

U stelt dat we in tijden van globalisering en technologische vooruitgang bijna niet anders kunnen dan een deel van onze privacy af te staan.

“Dat lijkt inderdaad de harde realiteit, ook al zijn er belangrijke principiële bezwaren. Zo is het problematisch dat burgers verplicht worden om hun vingerafdrukken af te staan. Bij een paspoort kun je nog redeneren dat het om een vrijwillige keuze gaat, maar omdat een identiteitskaart in België verplicht is, heb je als burger geen keuze.”

“Daarnaast wordt onze privacy ook belaagd door een breder fenomeen: door de globalisering zie je dat mensen en groepen zich steeds minder verbonden voelen met de brede gemeenschap en vanuit hun eigenbelang gaan handelen. Dat leidt tot allerlei misbruiken: internationale criminaliteit, bedrijven en organisaties die makkelijk grenzen oversteken en neerstrijken op plekken waar arbeid goedkoop is of waar de fiscale voordelen het grootst zijn. De overheid wordt daardoor gedwongen om repressiever op te treden en ook naar krachtige instrumenten te grijpen.”

Maar zijn er geen betere instrumenten om fiscale fraude en Panama-schandalen te vermijden dan vingerafdrukken op een identiteitskaart?

“Ik kan me voorstellen dat een overheid dankzij vingerafdrukken wel efficiënter kan optreden tegen vervalsing van identiteitskaarten. Ook internationale criminelen kunnen met het nieuwe systeem makkelijker in kaart worden gebracht. Bij paspoorten had dezelfde maatregelen een gunstig effect: de fraude nam af.”

“Maar tegelijk ontstaat er een soort technologische wapenwedloop. In de eerste plaats tussen staten onderling: het land met de meest geavanceerde paspoorten heeft het minste last van fraude. Maar er is ook sprake van wedijver tussen overheden en criminelen. Vaak is het zo dat criminelen de technologische vernieuwingen van een overheid onderuit halen. Alles wat je uitvindt, kan ook tegen je gebruikt worden. Mochten criminelen erin slagen om in de toekomst vingerafdrukken te hacken dan hebben ze waarschijnlijk nog veel meer toegang tot privacy-gegevens.”

Zitten we dan niet in een soort Frankenstein-scenario: technologische uitvindingen worden uiteindelijk tegen ons gebruikt?

“Dat is een cruciale vraag voor de overheid die voldoende moet kunnen garanderen dat de privacy-gegevens van burgers goed beschermd worden en niet in verkeerde handen terechtkomen. Tegelijk is het ook onze taak als burger om ons te wapenen tegen misbruik van gegevens. Veel mensen hebben tegenwoordig een houding van ‘ik heb niets te verbergen, wat is hier eigenlijk het probleem?’ Dat is een gevaarlijke houding want uiteindelijk weten we niet waar onze privacy-gegevens terechtkomen en ook niet waarnaar malafide individuen precies op zoek zijn. Dat is precies waarover het boek 1984 van George Orwell gaat. Het gaat over een man die een dagboek wil bijhouden over zijn persoonlijke leven, zijn relaties, zijn gedachten, zijn identiteit. Dat lijkt banaal maar uiteindelijk gaat dit over de essentiële vraag ‘wie ben ik’ en hoe wil ik mij verder ontwikkelen. Vrij zijn, kunnen vrij denken veronderstelt privacy. Als een staat inbreekt op uw privacy wordt ook uw identiteit aangetast. Soortgelijke zaken zijn nu aan de gang met bedrijven als Google en Facebook die beweren dat ze weten wat en hoe wij denken; dat komt neer op een grove inbreuk op onze pricacy. Temeer omdat die bedrijven ons steeds meer als producten behandelen: onze persoonlijke data zijn handelswaar geworden die in het nieuwe systeem van technologie en vrije markt schaamteloos wordt ingezet.”

Toch is privacy niet echt een hot item. Het wetsontwerp over de vingerafdrukken op onze identiteitskaarten passeerde zonder veel heisa door het parlement.

“Dat komt omdat deze maatregel gekaderd wordt in de strijd tegen terreur. Heel veel mensen zijn bereid om mee te gaan in een beleid waarvan gezegd wordt dat het de kans op aanslagen verkleint. Mensen zijn sociale en politieke wezens. Strikt rationeel kun je zeggen dat de kans op een dodelijk ongeluk door overlopend wild veel groter is dan de kans om te sterven bij een aanslag. Maar zo zitten wij niet in elkaar: de idee dat er mensen in onze eigen gemeenschap te kwader trouw zijn en zelfs bereid zijn om zich op een metrostel op te blazen, is zeer beangstigend. Dat heeft te maken met het feit dat wij al eeuwen groepswezens zijn die voor ons overleven en bestaan afhankelijk zijn van de gemeenschap. Als bepaalde leden van die gemeenschap zich tegen ons keren, ervaren we dat als een fundamenteel probleem. Als de overheid zich sterk maakt dat ze de gemeenschap met een bepaalde maatregel beter kan beschermen, is de kans groot dat er voor die maatregel een groot draagvlak zal zijn.”

De identiteitskaart met vingerafdrukken wordt vanaf april 2019 uitgerold. Sommige actievoerders roepen mensen op om massaal identiteitskaarten ‘te verliezen’ en voor april een nieuwe kaart zonder vingerafdrukken aan te vragen die dan tien jaar geldig zal zijn. Is dat een nuttige vorm van verzet?

“Wel, als mensen op die manier een politiek signaal willen geven, is dat natuurlijk hun volste recht. Maar op termijn is de evolutie niet tegen te houden. Het gaat om een Europese harmonisering waarover een politieke consensus bestaat. Sommigen beweren dat een linkse regering dit nooit aanvaard zou hebben: ik betwijfel dat. Ook linkse regeringen in Europa zijn deze maatregel aan het uitrollen. Nogmaals: ik wil daarmee niet zeggen dat dit een goede evolutie is. We moeten ons de vraag durven stellen wat al die overheden en bedrijven met onze privé-gegevens van plan zijn. Volgens mij zitten we op een hellend vlak.”

Maar zou je dan net niet van een overheid verwachten dat ze een dam opwerpt tegen de bedreigingen van onze privacy? Momenteel lijkt het tegendeel het geval: ook onze overheden zijn uit op onze privacy-gegevens.

“De overheid doet wel een aantal inspanningen. Facebook CEO Mark Zuckerberg werd in het Europees parlement gesommeerd en de Europese Unie probeert de macht van data-giganten in te tomen. Maar het is hoog spel: zowel tech-giganten als sommige machtige landen beschikken over krachtige technologie en zoveel data dat hun macht enorm is geworden. De kloof tussen diegenen die over data beschikken en zij die niet over data beschikken, neemt toe. Volgens mij is dit enkel op te lossen door bepaalde machtige bedrijven op te delen.”

Naar analogie met wat er begin de 20ste eeuw gebeurde met Standard Oil omdat het monopolie van dat bedrijf oppermachtig was.

“Inderdaad, data zijn de olie van de 21ste eeuw dus waarom niet overwegen om bedrijven als Google en Facebook op te splitsen. Als ik zie hoe Facebook voortdurend bedrijven als WhatsApp opslokt dan lijkt me dat toch problematisch. Dit heeft ook wel te maken met het feit dat we mensen als Zuckerberg verheerlijken en onvoldoende rekening houden met hun houding van move fast and break things. Het is niet omdat iemand op technologisch vlak geniaal is dat hij of zij doordrongen is van het belang van een democratie. De hoogmoed van mensen als Zuckerburg en wijlen Steve Jobs moet ons toch tot nadenken stemmen. Zolang we blindelings verslaafd blijven aan onze smartphones is onze privacy erg kwetsbaar.”

“De status van leerkrachten is fors gedaald”, DM 22 sept. 2018

In de reeks “Het kernkabinet” van De Morgen interviewde Lieven Desmet me. Het thema was een onderzoek over leerkrachten.

“Tussen de 41 en 49 uur per week. Zo veel werken voltijdse leerkrachten in het Vlaams onderwijs. Met die resultaten kunnen de onderhandelingen voor een aantrekkelijk en werk­baar lerarenberoep opnieuw van start gaan.

Filosofe en columniste Tinneke Beeckman: “Het is vooral zaak om de autoriteit en autonomie van de leraar te herstellen.”

Voltijdse leerkrachten werken ruim 41 uur per week. Het gaat hier om cijfers over het hele jaar, inclusief vakanties. Tijdens een week in het schooljaar werken leraren uit het basis­onderwijs ruim 49 uur, terwijl een collega uit het secundair gemiddeld 48 uur in de weer is. Het zijn de voornaamste resultaten uit het langverwachte tijds­bestedingsonderzoek dat in opdracht van onderwijs­minister Hilde Crevits (CD&V) werd uitgevoerd door de onderzoeksgroep TOR van de VUB. Uit dat onderzoek blijkt voorts dat 60 à 70 procent van de werktijd gaat naar lesgeven en lesvoorbereiding. De overige tijd gaat naar administratie, organisatie, beleids­taken en professioneel overleg.

Was u verrast door de uitkomst van het ­onderzoek?

Tinneke Beeckman: “Neen, ik ben niet echt verrast. Want het aantal officiële les­uren is inderdaad bedrieglijk. De belasting lijkt me erg hoog, lesgeven is een heel intense bezigheid. Vooral die bijkomende taken zijn er te veel aan. Sommige dingen lijken vanzelfsprekend, maar zijn dat niet. Zoals het feit dat leraars veel meer bereikbaar moeten zijn, via digitale platformen. Ze moeten meer uitleg geven aan ouders, of extra tijd besteden aan bijzondere taken, los van de lessen, bijvoorbeeld als ze leerlingen met speciale noden in de klas hebben. Daarom is het een goede zaak dat zo’n meting plaatsvindt. En inderdaad, de leraren die werken, beseffen hoe zwaar het is.”

De cijfers komen voort uit zelfrapportages van 9.596 leerkrachten. Zij hielden in een dagboek bij hoeveel zij in een bepaalde week werkten. Is de ontstane scepsis over de reële werkdruk terecht?

“Ik denk toch dat dit onderzoek alvast een goed vertrekpunt is. Inderdaad lijken die vakanties misschien wat overdreven. Maar de lesweken zijn enorm druk. Tegenover leerkrachten bestaat er steeds meer argwaan, ook door mensen die in de privé­sector werken. De leraar heeft veel ingeboet aan reputatie en aanzien, en dat is erg jammer. De status van ­leerkrachten is sterk gedaald. En er is een ­tendens: de investeringen voor diensten voor de héle samenleving staan onder druk.”

Het lijkt wel alsof er maar twee denkbeelden bestaan: zij die het een zwaar beroep vinden en zij die vinden dat leerkrachten te veel vakantie hebben. Vanwaar komt die polarisatie? 

“In het onderwijs werken steeds meer vrouwen, en dat geeft makkelijk de indruk dat het een zacht beroep is, met milde werkdruk. Maar dat klopt helemaal niet. De idee hierachter is dat de status van een beroepsklasse afneemt wanneer er meer vrouwen toetreden. Deze ‘Wet van Sullerot’ – naar de Franse sociologe Evelyne Sullerot – impliceert dat zowel vergoeding als ­status dalen zodra vrouwen deelnemen. Rechter, arts of leraar zouden dan minder aantrekkelijke beroepen zijn, omdat er meer vrouwen tot die groep behoren. Continue Reading ›

“Paus Franciscus, seksueel misbruik en de kerk”, Kernkabinet De Morgen 1 sept. 2018

“Als de kerk zo voortdoet, is ze binnen tien jaar veel invloed kwijt.”

De reeks ‘Het Kernkabinet‘ van De Morgen is opnieuw begonnen. Journalist Maarten Rabaey interviewde me over Paus Franciscus, en de aanhoudende schandalen van kindermisbruik in de kerk.

“Met alweer nieuwe onthullingen over seksueel misbruik davert de Kerk op haar grondvesten, maar kan ze ook omvallen? Ja, zegt filofose Tinneke Beeckman, maar of ze snel zal buigen? “Zelfs de mensen die verandering willen, worden gecorrumpeerd.” En de paus? Die wast zijn handen in onschuld.

De misbruikschandalen lijken de Kerk in de grootste crisis te storten sinds de Reformatie, de kerkhervorming in de 16de eeuw.

Tinneke Beeckman: “Dat denk ik ook. Nu ik een boek schrijf over Machiavelli (1469-1527), lees ik over de schandalen van de Kerk destijds, die aanleiding gaven tot de Reformatie. Enkele pausen maakten het toen ook enorm bont. Paus Julius II zat zelf met het zwaard in het zadel oorlog te voeren in Italië; paus Alexander VI had talrijke bastaardkinderen en spendeerde fortuinen. Deze pausen besteedden veel aan kunst, dus was de staatskas leeg. De bevolking zag hoe de boodschap van Christus niet centraal stond. En dat is nu met de misbruikschandalen ook zo.”

Kan de Kerk, zoals toen, als instelling opnieuw uit elkaar vallen?

“Dat kan. In haar geweldige boek ‘The March of Folly’, over de teloorgang van machtsbolwerken, noemt de Amerikaanse historica Barbara Tuchman drie factoren die maken dat wanbeleid echt fataal kan worden voor politieke of religieuze leiders. De eerste is de systematische veronachtzaming van gevoelens onder de bevolking, de tweede is de voortdurende focus op het eigenbelang in plaats van het algemene belang en de derde is de illusie bij machthebbers dat hun macht onschendbaar, onveranderlijk is. Continue Reading ›

“Scoiale media veranderen ons leven”, kernkabinet, 2 juni 2018

Interview voor ‘Het Kernkabinet, in de krant ‘De Morgen’ op 2 juni 2018, door Eline Delrue.

 

“‘Sociale media hebben de macht om ons leven te veranderen’

Een maand met minder plastic, dagen zonder alcohol of vlees. Zwichten we dankzij sociale media tegenwoordig massaal voor verandering? Filosofe Tinneke Beeckman: ‘Jezelf bewust iets ontzeggen, het is een nieuwe vorm van sociale controle.’

Ging u de voorbije maand winkelen met een katoenen zakje in uw handtas? En stond er in die hitte een herbruikbare drinkfles op uw bureau? De kans is groot, want meer dan tienduizend Vlamingen en driehonderd organisaties raakten in de ban van Mei Plasticvrij, een burgerinitiatief van drie geëngageerde vrouwen. Het opzet was helder: één maand lang ons gebruik van wegwerpplastic terugdringen.

Het doet denken aan eerdere initiatieven die, ook via sociale media, veel volgelingen lokten. Zoals Tournée Minérale, de maand zonder alcohol, waar ruim 100.000 Vlamingen hun glas voor lieten staan. Of Dagen Zonder Vlees, de campagne die vorig jaar nog 100.000 fijnproevers overtuigde om minder vlees en vis te eten en zo een bijdrage te leveren aan het klimaat.

 

Het ene succesvolle initiatief lijkt het andere op te volgen. Is het dan zo makkelijk geworden om zieltjes te winnen? Vallen we ineens massaal voor verandering?

Filosofe Tinneke Beeckman: “De sociale media laten alleszins een nieuwe ritualisering toe. Als je naar die initiatieven kijkt – geen alcohol, geen vlees – dan zie je eigenlijk herhalingen van hoe het er vroeger aan toe ging. Toen was er ook een vastenmaand, waren er ook periodes waarin je jezelf, samen met je gemeenschap, beperkingen oplegde van je eigen verlangens. In onze geseculariseerde samenleving zijn er nog weinig religieuze feesten. Het is fascinerend om te zien hoe dat dan toch weer opduikt: jezelf bewust iets ontzeggen. Nu gebeurt dat ook vanuit een ander verhaal. ‘Het is gezond, beter voor de planeet.’ Maar de functie is dezelfde gebleven: het is iets zuiverend. Bijna een boetedoening, waar het goede uit voorkomt.”

 

Terwijl meneer pastoor ons vroeger vertelde wat ons te doen stond, volgen we nu de campagnes op sociale media. Leidt dat dan ook echt tot gedragsverandering? 

“Het gezegde wil: ‘Verander de wereld, begin bij jezelf.’ Maar mensen zijn sociale dieren, mimetische wezens ook. Ze imiteren elkaar. Dat ze in groep kunnen meedoen aan zo’n initiatief, samen met anderen met wie ze zich kunnen identificeren, werkt enorm versterkend om echt verandering tot stand te brengen. Op dat vlak zijn sociale media erg belangrijk: de technologie laat zeer gemakkelijk toe om gelijkgezinden te vinden, om zo uit dat individualisme te stappen.

“Het is ook een nieuwe vorm van sociale controle. Continue Reading ›

“De dotatie van Prins Laurent”, DM, kernkabinet, 24 maart 2018

 ‘Het Kernkabinet‘ van De Morgen, in Zeno is een wekelijkse rubriek waarin een van acht denkers over een hot item wordt geïnterviewd. De stemmen zijn Laïla Ben Allal, Maarten Boudry, Sarah de Lange, Rogier De Langhe, Jonathan Holslag, Patrick Loobuyck en Jogchum Vrielink.

Deze week werd ik geïnterviewd over de dotatie van Prins Laurent. De regering wil die met 15% verminderen, prins Laurent speelt het juridisch, en hoopt de sanctie ongedaan te maken.

Journaliste Eline Delrue voerde het gesprek.

“Tinneke Beeckman ziet dat prins Laurent zowel verwend als verwaarloosd is.

‘De dotatie afschaffen zou veel problemen oplossen.’

De receptie op de Chinese ambassade in Brussel afgelopen zomer wordt voor prins Laurent allicht eentje met een financiële kater. Daar bracht Laurent, zonder toestemming van de ministerraad, een toost uit op de negentigste verjaardag van het Volksbevrijdingsleger, in legeruniform. Premier Charles Michel (MR), die de fratsen van de prins meer dan beu is, kwam met het plan om zijn dotatie van ruim 300.000 euro per jaar deels af te romen. Zo riskeert hij nu 15 procent van die gift kwijt te spelen, goed voor zo’n 46.000 euro.

Advocaat Laurent Arnauts hield eerder deze week een vijftig pagina’s tellende verdediging van de prins, voor een speciale Kamercommissie van dertien parlementsleden. Maar dat mocht niet baten, want met twaalf tegen één keurden de commissieleden een sanctie goed. Zo riskeert hij nu 15 % van zijn dotatie kwijt te spelen dit jaar, goed voor zo’n 46.000 €, als ook de plenaire Kamer volgende week dit advies volgt.

Tinneke Beeckman: “Zijn argument dat hij op zo’n gelegenheid België niet zou vertegenwoordigen, is natuurlijk onzin. Want je kunt het ook omkeren: waarom nodigen de Chinezen hem dan uit? Zij hebben helemaal geen interesse in Laurent als gewone burger.

“China is bovendien een land waar ceremonie en hiërarchie een veel grotere rol spelen dan bij ons. Als hij daar dan in legeruniform, als broer van de heersende koning, een toost uitbrengt op hun evenement, is dat wel degelijk van belang. Dat is een politieke daad, met diplomatieke consequenties. Dat heeft een bepaalde betekenis. Hij stond daar dus zeker niet als privépersoon.”

Het was niet zijn eerste uitschuiver. In 2011 kreeg de prins al een veeg uit de pan, nadat hij in Congo op eigen houtje Joseph Kabila had ontmoet. Vorig jaar tikte premier Charles Michel hem nog op de vingers na een onaangekondigd onderonsje met de eerste minister van Sri Lanka. Speelt die ongehoorzaamheid nu ook mee? 

“Ik begrijp de wanhoop van de regering, precies omdat het probleem zich blijft herhalen. De wet van 2013 linkt het recht op dotatie aan een aantal plichten: zo moet de prins bij officiële bezoeken toestemming vragen aan de minister van Buitenlandse Zaken. Die hele wet is er net gekomen omdat Laurent een eigen, originele opvatting had van diplomatie. Hij wist dus dat hij voorzichtig moest zijn. Nu raken ze hem op zijn gevoelige plek: die dotatie. Dat is volgens mij ook het enige wat de regering kan doen.”

Begrijp ik het goed: vindt u dat ze in zijn dotatie mogen snoeien?

“Ik kan het standpunt van de regering volledig begrijpen. Wat ik niet snap, is waarom ze die dotatie niet helemaal afschaffen. Dat zou zoveel problemen oplossen. Hij maakt tenslotte deel uit van een enorm rijke familie. Het is niet dat hij in armoede zou verzeilen. En de hoeveelste troonopvolger is hij? De twaalfde. Die man zal nooit koning worden. Dan spreekt het toch voor zich om de dotatie volledig te laten uitdoven. Dat hadden ze al veel eerder moeten doen.

“Want nu hebben ze van de wet op dotatie een recht gemaakt waar plichten aan verbonden zijn. Maar zo hebben ze zich helemaal in de nesten gewerkt. Welke procedure moeten ze volgen als de prins zijn plichten niet naleeft? Welke rechten heeft hij nog? Hij trekt volop de kaart van zijn rechten, dat zie je zo.”

 

Prins Laurent schreef het al in een verdedigingsbrief: dat de wet waarop de regering zich beroept ‘in strijd is met de rechten van de mens’. Ook zijn advocaat geeft aan dat hij misschien naar het Europees Hof voor de Rechten van de Mens stapt. ‘Een zaak die hij met gemak zal winnen’, meent jurist en Kamerlid Hendrik Vuye. 

“Tuurlijk. Maar dat de broer van de koning op zo’n manier zijn gelijk probeert te halen – volgens de juridische logica – kun je wel politiek en moreel laakbaar noemen. Weet je, ik zie een prins die tegelijk verwend en verwaarloosd is. Verwend met privileges die haaks staan op het idee van gelijkheid in een democratie. Hij teert nog op een voorrecht dat dateert van vóór de Verlichting en de Franse Revolutie. Een voorrecht dat we in de huidige samenleving steeds meer zien als een absurditeit. Je kunt je niet verheven plaatsen boven een ander.”

 

Tegelijk is hij ook een tragische figuur, merkt u op. Een beetje zoals de titel van de eerste biografie over hem aangaf: Prins op overschot?

“Dit is de verwaarlozing: hij heeft noch in zijn opvoeding, noch in zijn opleiding leren om te gaan met zijn lot: kind zijn van een koninklijke familie, zonder een echte rol, zonder een politieke functie. Dat is niet altijd een geschenk.

“Nochtans is goede raad over koningschap wel te vinden. Bij de zeventiende-eeuwse filosoof Blaise Pascal, bijvoorbeeld. Hij heeft een gedachtenexperiment: stel dat je aanspoelt op een eiland en de bewoners denken dat je een goddelijk geschenk bent. Ze kronen je tot vorst. Hou dan een dubbele gedachte voor de geest: besef dat je je positie dankt aan toeval, en dat je eigenlijk bent zoals alle andere mensen. En ga mee in de rol die je speelt naar anderen toe, maar besef voor jezelf dat het slechts een rol is. Pascal schreef dit tijdens de heerschappij van Lodewijck XIV, de latere Zonnekoning, die zijn troon baseerde op een goddelijk voorrecht. Dit is lang voor de Franse Revolutie. Pascal was geen revolutionair, hij schreef om de monarchie niet te doen ontsporen”

 

Dat principe van gelijkheid: u vindt dat niet terug bij prins Laurent? 

“Nee, het is een principe dat hij duidelijk niet begrijpt. Blaise Pascal meende dat je als koning – of prins – pas legitiem bent als je je ten dienste stelt van de gemeenschap. Terwijl je bij Laurent merkt dat elk conflict om hem draait. Hij slaagt er maar niet in om op eigen kracht tot een meer filosofische bespiegeling te komen over welke rol hij kan spelen. Als je natuurlijk opgroeit met het idee dat je prins bent, zonder die zelfrelativering, dan creëer je moeilijkheden.”

 

De prins klaagt wel vaker aan dat de regering hem in ‘een sociaal isolement’ duwt. Heeft hij daar een punt?

“Tuurlijk niet. Stel dat hij nu nog naar de Chinese ambassade was gegaan, gekleed als burger. Dat was al een heel andere zaak geweest.

“Een andere manier om het probleem te stellen is dat hij zijn rol tegelijk te ernstig en niet ernstig genoeg neemt. Continue Reading ›

“Catalanen en Spanjaarden, versus Turken en Koerden”, DM, 4 nov. 2017

Sinds oktober maak ik deel uit van ‘Het Kernkabinet‘ van De Morgen, in Zeno: elke weekend interviewt De Morgen een van acht denkers over een hot item. De andere leden zijn Laïla Ben Allal, Maarten Boudry, Sarah de Lange, Rogier De Langhe, Jonathan Holslag, Patrick Loobuyck en Jogchum Vrielink.

Deze week werd ik geïnterviewd over het verschil tussen het Spaans-Catalaanse conflict, en de strijd tussen Turken en Koerden in Antwerpen. Het artikel verscheen op zaterdag 4 november.

Catalanen gaan niet met stokken en staven Spaanse Belgen te lijf, door Bruno Struys.

Dat de Catalaanse zaak wordt uitgevochten in Brussel, vinden we best interessant. Maar als Antwerpen het strijdtoneel is van Koerden en Turke nationalisten, schreeuwen we moord en brand. Politiek filosofe Tinneke Beeckman begrijpt dat wel.

Afgelopen week speelden twee buitenlandse conflicten de hoofdrol in de Belgische actualiteit. Met de komst van Carles Puigdemont is de Catalaanse strijd letterlijk geïmporteerd in ons land. Ondertussen vochten Turkse nationalisten een robbertje uit met aanhangers van de Koerdische PKK in de Brederodestraat in Antwerpen. Het ene conflict is bijna verwelkomd, het andere verafschuwd. Dan lijkt het dat er twee maten en twee gewichten zijn gebruikt.

“Op zo’n moment zouden we duidelijker moeten communiceren dat beide conflicten grondig van elkaar verschillen”, zegt Beeckman. “De Catalanen gebruiken hier geen stokken en staven om Spaanse Belgen te lijf te gaan. Anders dan de Koerdisch-Turkse strijd, is de Catalaanse er een van geweldloosheid waarin gezocht wordt naar een politieke oplossing.”

Het valt natuurlijk op dat net de politici die anders toeteren dat het onaanvaardbaar is om het Turkse conflict in ons land te importeren, nu al wekenlang hetzelfde doen met het Catalaanse conflict, nee?

Tinneke Beeckman: “Daar speelt ook partijpolitiek. Bij de N-VA voelen ze veel sympathie voor separatisten en willen ze zich profileren naar hun nationalistische achterban.

De partij krijgt van die achterban kritiek omdat ze in die federale regering zit en dus moet ze die Vlaams-nationalistische flank af en toe bedienen.

“Die profileringsdrang van sommige N-VA-politici is ongelukkig, maar dat vind ik ook van sommige reacties aan de linkerzijde. Als je ziet in welke bedenkelijke, repressieve traditie de Spaanse premier Rajoy zich plaatst, dan zou links in ons land beter meer moeite doen om de rechten en vrijheden van Puigdemont te verdedigen. In plaats van zich zorgen te maken over een diplomatiek rel. Soms moet je ook aan je principes denken.”

België zou dus ook betrokken partij moeten zijn in de Catalaanse kwestie zonder de komst van Puigdemont?

“Belgie is sowieso betrokken, omdat Brussel het hart is van de Europese Unie en omdat ons land samen met Spanje in die Europese Unie zit. Nog zo’n verschil met Turkije, dat niet in de Unie zit. Landen die samen in supranationale instellingen zitten, zoals de EU, verschillen soms van mening over de richting, de waarden, de normen van zo’n Unie. Dat moet kunnen, ook als dat tot een diplomatieke spanningen leidt.

“Premier Michel krijgt kritiek, maar hij heeft het eigenlijk goed gedaan. Macron daarentegen doet de Europese waarden geen deugd met zijn onvoorwaardelijke steun voor Rajoy. Daar speelt realpolitiek in mee. Frankrijk is bezorgd dat een toegeving aan de Catalanen in de kaart van de Corsicaanse separatisten zou kunnen spelen.”

“Rajoy kiest nochtans resoluut voor een logica van confrontatie. Behoort dat tot de politieke waarden van de EU? Ik denk dat je conflicten moet ontmijnen.”

Als de Catalaanse kwestie een Europees probleem is, dan zou je toch ook kunnen zeggen dat een EU-land moet vertrouwen op de rechtsgang in een andere lidstaat? En dat die Puigdemont hier dus niets te zoeken heeft?

“Ik vind het positief dat je politiek asiel kan aanvragen in een ander Europees land.

“Als Puigdemont effectief asiel aanvraagt, dan zal het Commissariaat-Generaal voor Staatlozen en Vluchtelingen daarover oordelen en het gerecht zal zijn werk doen. Wanneer blijkt dat Spanje een betrouwbaar gerecht heeft en wel de mensenrechten respecteert, zal dat zo’n asiel moeilijker worden toegekend. Continue Reading ›