“Afkeer, woede en angst zijn niet de gevoelens die je wilt opwekken als je actievoert”, DS 30 maart 2023

“Vorige week kwam de burgemeester van Firenze persoonlijk tussen toen klimaatactivisten het ‘Palazzo Vechio’ met (afwasbare) verf bekladden. De burgemeester noemde de actievoerders barbaren. Enkele maanden geleden bestempelde Premier De Croo op kunst gerichte klimaatprotesten ook als vandalisme (hoewel die evenmin blijvende schade veroorzaakten). Alleen wereldwijde klimaatbijeenkomsten kunnen oplossingen voortbrengen, zei hij (DS 06/11/2022). 

Die internationale samenwerking verloopt te traag, menen de activisten. Wetenschappers voeren aan dat de volgende generaties harde nadelen van klimaatverandering zullen ondervinden (DS, 23/03). De meeste verkozen politici ontberen echter een lange termijnvisie. Zelfs acute crises sporen hen amper tot grondige hervormingen aan, denk maar aan het ecoomische beleid, het energie-, of het landbouw-en natuurbeleid. 

Wanneer een groep burgers overtuigd is dat veranderingen niet meer binnen het bestaande proces kunnen worden afgedwongen, wordt burgerlijke ongehoorzaamheid legitiem, schrijft Hannah Arendt in ‘On Civil Disobedience’ (1970). Dat geldt ook wanneer overheden maatregelen doorvoeren die niet grondwettelijk zijn. Arendt verwijst naar de massale protesten tegen de oorlog in Vietnam. Volgens de grondwet had het Congres de oorlog moeten goedkeuren, maar dat was nooit gebeurd. Nadien weigerde het hooggerechtshof zich hierover uit te spreken, omdat het onderwerp te politiek geladen was. 

Arendt meent dat burgers nooit alleen op rechters kunnen rekenen om maatschappelijke verandering door te voeren. De wet is een stabiliserende factor in een samenleving; het gerechtelijk apparaat volgt nadat politieke acties hervormingen noodzakelijk hebben gemaakt. Zelfs in een democratie kunnen burgers te weinig ruimte hebben om aan het politieke proces deel te nemen. Al in 1970 beschrijft Arendt de toenmalige politieke partijen als bedrijven die hun eigenbelang nastreven, door lobbygroepen worden beïnvloed en zich van een bureaucratisch apparaat bedienen. Burgerlijke ongehoorzaamheid helpt om het politieke proces te versnellen, waardoor het zich aanpast aan de noden van de tijd. 

Arendt onderscheidt burgerlijke ongehoorzaamheid van criminele activiteit. Die laatste gebeurt in het verborgene, is gewelddadig en op individueel eigenbelang gericht. Het is geen geweldloze actie van een minderheid om de meerderheid te beïnvloeden over een zaak die het algemene belang beoogt. 

In een verstard politiek systeem proberen politici kritiek te onderdrukken. Maar politici hoeven niet te klagen over protesten, als ze niet willen begrijpen waar die vandaan komen, noteert Arendt. Ook dat fenomeen vindt vandaag weerklank. Sinds de coronacrisis zijn overheden veel repressiever geworden. Hierover publiceerde ‘De Groene Amsterdammer’ vorige week een even grondige als onthutsende studie (23/03). Wie protesteert, wordt sneller als mogelijk gewelddadige ordeverstoorder behandeld. Zelfs vreedzame betogers krijgen het hard te verduren. Democratie en demonstratierecht horen zogezegd wel samen, maar dat recht wordt uitgehold. 

De vraag is welke vormen van burgerlijke ongehoorzaamheid een politieke zaak echt vooruithelpen. Aandacht opwekken is belangrijk. Maar het is onvoldoende: die aandacht moet andere burgers voor je zaak innemen. Hieraan schort het vaak. De traditie van burgerlijke ongehoorzaamheid kende wel geslaagde voorbeelden. Gandhi streed tegen het Britse koloniale bestuur. Hij dacht vanuit ‘civility’, burgerzin (niet beleefdheid, in dit geval); je moet geweldloos optreden én zo dat je de morele boodschap uitstraalt die je nastreeft. Zo kan je ieders hart beroeren, ook dat van je tegenstanders. Gandhi overtrad bijvoorbeeld de Britse censuurwetten door Thoreau’s verboden ‘Civil Disobedience’ te publiceren, alsook zijn eigen verboden vertaling van Plato’s ‘Apologie’ (waarin Socrates zich verdedigt tegen zijn doodsvonnis). De wijze waarop hij zichzelf in scène zette, bevatte de kern van de boodschap: in het Britse rijk ben je niet vrij om je te verzetten. 

Escalatie en polarisatie moet je vermijden. Escalatie rechtvaardigt de roep voor orde en gezag; dat speelt mensen in de kaart die niets willen veranderen. En protest moet geweldloos zijn, ook om polarisering binnen de eigen groep te voorkomen. In eerste instantie meende Gandhi dat geweld inherent was aan de Britse koloniale machtslogica. Maar daarna merkte hij dat enkele Indische demonstranten ook geweld gebruikten tegen de Britse ordediensten. De sfeer werd grimmiger, de repressie harder, de morele geloofwaardigheid smolt weg. Civility werd een middel om radicalisering binnen zijn beweging te temperen. Alleen als je actievoert zonder dwang of intimidatie, win je zielen. Gandhi werd vloog meermaals in de gevangenis. Maar door zijn uitgekiende acties leek het Britse systeem de meest rechtvaardige man op te sluiten, niet de meest hinderlijke of de meest gevaarlijke.  

De psychologische effecten van een actie zijn dus cruciaal. Weerloze kunstwerken besmeuren is dan een slecht idee.  De actievorm is niet de morele boodschap: zorg voor het kwetsbare. De schade is niet blijvend, maar de angst voor schade heeft wel de schok veroorzaakt. Afkeer, woede, angst zijn niet de gevoelens waarmee je steun werft.  

Actievoeren kan fel lijken. Maar belangrijke verworvenheden, zoals algemeen enkelvoudig stemrecht, sociale rechten, taal-en culturele rechten, werden mede dankzij intense strijd verkregen. Allicht is het makkelijker om onrecht te bestrijden dat meteen plaatsvindt, dan onrecht waarvan de gevolgen in de toekomst merkbaar zullen zijn. Maar dat lijkt mij nou échte civility: een boom planten die je nooit zelf tot wasdom zal zien komen. “

Deze column verscheen in De Standaard op donderdag 30 maart 2024.

Kerstessay ‘Tijd voor een kind’ in De Standaard

‘Tijd voor een kind’, dat is het thema van het vijfdelige kerstessay dat ik dit jaar voor De Standaard schreef – in de kranten van vrijdag 24 december tot donderdag 30 december 2021 verscheen telkens een aflevering. Flore Deman maakte de bijpassende illustraties.

“De klimaatverandering zet de relaties tussen de generaties onder druk, schrijft Tinneke Beeckman. Meer dan ooit lijkt het welzijn van kinderen centraal te staan. Tegelijk is hun toekomst onzeker. Dit genereert een crisis van de tijd zelf: het verleden inspireert niet, de toekomst appelleert niet. Alleen het heden telt.”

Deel 1 – De onvoltooide volwassene

Deel 2 – Zonder autoriteit volgt het autoritaire

Deel 3 – Authenticiteit

Deel 4 – Handelen

Deel 5 – Toekomstperspectieven

De vijf delen zijn ook te beluisteren op de podcast.

In documentaire ‘Future Shocked’ van Johan Van Schaeren

‘Future shocked’

“De tijden veranderen en de maatschappij evolueert voortdurend. Wat vandaag als normaal beschouwd wordt, kan binnen enkele decennia onacceptabel zijn. Dat is op zich niets nieuws. Maar de snelheid waaraan de morele regels evolueren de laatste jaren, is dat wel.

Rond thema’s als gender, klimaat en ras woeden de laatste jaren heftige maatschappelijke debatten, waarbij een voorhoede activisten steeds verder voorop loopt. Een deel van de bevolking volgt niet meer en zet ostentatief de hakken in het zand. De snelle gedragsverandering die gevraagd wordt, blijkt, hoe nodig en dringend ze ook is, helaas voor velen onhaalbaar. De polarisatie, flink gestimuleerd door de sociale media, neemt ongekende vormen aan. Wat is er hier aan de hand? En hoe krijgen we in een deze gespannen situatie dan toch snel die noodzakelijke vooruitgang gerealiseerd?

“Future Shocked” is een persoonlijke queeste van de regisseur. Hij gaat op zoek naar antwoorden op vragen waar velen van Generation X, gesandwicht tussen de ‘wokers’ en de ‘boomers’, vandaag mee worstelen. Aan de hand van interviews met moraalfilosofen Patrick Loobuyck, Tinneke Beeckman en Katleen Gabriëls, socioloog Walter Weyns en psychologen Herman Konings en Tom de Bruyne, en geïllustreerd met een massa beeldfragmenten, geeft de film inzicht in hoe maatschappelijke verandering wérkt, waarom ons morele landschap vandaag zo sterk wijzigt en hoe we polarisatie kunnen tegengaan.”

De documentaire is te zien tijdens het filmfestival Docville in Leuven, en elders.

“Alsjeblieft, niet Joke Schauvliege. Er moeten toch andere kandidaten zijn?”, DM 22 aug. 2019

Deze column verscheen in De Morgen op 22 augustus 2019.

Joke Schauvliege zou opnieuw in aanmerking komen om minister te worden in de Vlaamse regering. Normaalgezien meng ik me nooit in dit soort partijpolitieke spelletjes. Maar er zijn grenzen. Alsjeblieft, liever niet. Geef iemand anders een kans. Het kan toch niet dat er geen kandidaten zijn?

In februari 2019 nam minister Schauvliege noodgedwongen afscheid uit de vorige regering. Ze huilde op de persconferentie. Ze was dan ook hard aangepakt: activisten hadden haar telefoonnummer vrijgegeven, en bombardeerden haar met berichten. Zo saboteerden ze haar communicatie, onder meer met haar familie. Schauvliege had een punt: zo’n manier om actie te voeren was ongepast. Maar tijdens haar afscheid repte ze amper over de reden van haar ontslag: tijdens een lezing voor het Algemeen Boerensyndicaat had ze een totaal uit de lucht gegrepen complottheorie over de betogingen van klimaatjongeren verkondigd. Die protesten hadden niets met oprechte bezorgdheid te maken, maar zouden een wraakactie zijn van natuurorganisaties. Schauvliege had ook nog valselijk beweerd hierover informatie van de staatsveiligheid te hebben verkregen. Daarmee gaf ze een waanzinnige interpretatie van de realiteit, die ze met een verzonnen autoriteitsargument wilde staven. Dat zijn twee misstappen in één klap. Gewoonlijk zwijgen veiligheidsdiensten in alle talen, maar nu konden ze niet snel genoeg bekend maken dat zij nooit zoiets hadden ingefluisterd. Schauvliege mag lokaal stemmen halen, haar geloofwaardigheid voor een ministerpost heeft ze niet terug.

Als minister van natuur was Schauvliege nooit overtuigend. Ze liet zich ontvallen dat een ‘boom altijd de functie heeft om gekapt te worden’. Die uitspraak resumeert haar beleid pijnlijk goed. Maar die keuzes zijn gedateerd. De klimaatkwestie is vandaag de dag zo urgent, dat Vlaanderen politici met inzicht en visie nodig heeft. En met een andere houding tegenover de fundamentele verandering die gaande is.

De CD&V verkeert in diepe crisis. De partij behaalde haar slechtste resultaat ooit. Blijkbaar, volgens een gelekt intern rapport van twaalf kritische apostelen, overheerst er een diep wantrouwen. In dat verslag worden slechts twee politici enigszins gespaard: Hilde Crevits en Wouter Beke. Schauvliege wordt weinig begeesterd genoemd. Het rapport ondersteunt wat de Oost-Vlaamse CD&V jongeren al zeiden: vernieuwing is nodig. Het past niet meer om nog uit de ‘vijver van Leterme’ te vissen. Schauvliege komt uit die groep. Ze begon in 2009 als minister van cultuur en natuur in de regering Peeters II (welke grapjas bedenkt trouwens zo’n combinatie van bevoegdheden?). Dat was geen succes. Daarop volgde ‘natuur en landbouw’. Dat liep slecht af. Laten we het hierop houden. Tien jaar is genoeg.”

“Waarom is politieke verandering zo moeilijk ?” op Radio 1, 3 feb. 2019

Op zondag 3 februari sprak in het radio 1 programma ‘De Ochtend’ met Steffy Merlevede over politieke verandering – naar aanleiding van de discussie over het klimaat. We hadden het over bredere politiek-filosofische vragen: waarom is die verandering zo moeilijk? Wat betekent visie in de politiek? Hoe spelen verkiezingen een rol?

Ik had het onder meer over de status van bedrijfswagens (waardoor ze niet makkelijk worden afgeschaft), over de rol van de politicus als trustee (die waakt over het algemeen belang) dan wel als delegate (afgevaardigde van een kiezer of een belangengroep), en over schijnbare onwrikbare afspraken, die plots kantelden (zoals vrouwenstemrecht of roken op café).

“Blijvende inspiratie voor jongeren”, DM, 26 jan. 2019

Na de dood van Etienne Vermeersch, vroeg de krant De Morgen of ik vanuit zijn werk een progressieve boodschap voor jongeren wilde schrijven, naast een stuk van Bart De Wever (die schreef als conservatieve politicus) – “Toen Etienne Vermeersch er was, was de dood er niet, en nu de dood er is, is Etienne Vermeersch er niet meer. Een conservatieve politicus en een progressieve filosofe over zijn nalatenschap.”

“Etienne Vermeersch steunde de betogende klimaatjongeren in Brussel. Eigenlijk hoeft dat niet te verbazen: zijn hele leven stond hij als progressief bekend. Wat kan hij nog betekenen voor progressieve jongeren? Hier zijn vijf suggesties.

1.Vrijheid van denken en spreken is een belangrijk deel van Vermeersch’ erfenis. Vlaanderen kende een autoritaire, patriarchale traditie, vanuit haar katholieke verleden. Die verdwijnt stilaan. Maar er wonen in Vlaanderen ook mensen die evengoed patriarchale culturen gewend zijn. In zo’n cultuur debatteren mensen weinig. Ze hebben zich de autoriteitsargumenten van hun leiders – politiek, cultureel of religieus – eigen gemaakt. Bijgevolg voelen ze zich snel aangevallen wanneer ze worden tegengesproken. Wat je dan niet mag doen, is toegeven aan het adagium dat je niemand mag kwetsen of beledigen. Integendeel, juist dan is redelijk debat nodig. Vermeersch toonde dat redelijke argumenten helpen om conflicten te vermijden. De noodzaak om te denken, om tegenstand te aanvaarden en kritiek te incasseren heeft hij in de praktijk gebracht. Deze vorm van emancipatie is nog altijd nodig.

2. Vermeersch deed ook onbeschroomd een beroep op de waarheid wanneer hij anderen intellectueel oneerlijk vond. Dan schreef hij plechtige zinnen zoals ‘wil meneer x eens de feiten op tafel leggen’, of ‘ de waarheid heeft haar rechten’, of ‘alles wat mevrouw y zegt, is in strijd met de waarheid’. Heerlijk. Vermeersch was niet vatbaar voor de gedachte dat de waarheid niet bestond of dat elke mens zowat zijn eigen waarheid had. Daarmee leek hij ouderwets, maar hij was zijn tijd ver vooruit: de hele discussie over de gevaren van een post-truth tijdperk (waarin politici ongegeneerd liegen, voordien schaamden ze zich nog) heeft aangetoond dat feiten, bewijzen, argumenten cruciaal zijn om kwesties te beslechten. Anders is een democratisch georganiseerd meningsverschil niet meer mogelijk.

3. Progressief zijn betekent het belang van groei herijken. Een economie mag niet alleen in functie staan van groeimaximalisatie. In een interview dat Vermeersch aan De Tijd gaf in 2013 (samen met mij), vergelijkt hij de economie met een piramidespel: ‘deelnemers overtuigen anderen om mee te doen, waarbij de bijdrage van de nieuwkomers wordt uitbetaald aan de vorige deelnemers. Iedereen wint, op voorwaarde dat er telkens meer deelnemers bijkomen, waardoor meer kan worden geproduceerd, en dan meer geconsumeerd. Maar de piramide kan zich niet oneindig uitbreiden. Het systeem teert op grondstoffen die in snel tempo op geraken. Het produceert afval, maar de afvalbakken – bodem, rivieren, zeeën en lucht – lopen vol.’ Kunnen de wetenschappen alle milieuproblemen, ook van kernafval oplossen? In datzelfde interview waarschuwt Vermeersch voor ‘blind vooruitgangsoptimisme’, dat hij even gevaarlijk acht als ‘blind pessimisme’. Wat ook niet helpt, is fatalisme.

4. Voor Vermeersch stond (menselijk) lijden bestrijden centraal. Continue Reading ›

Debat “Hoe bereiken we evenwicht tussen mens en natuur?”, Ecopolis, 26 april 2015

Op zondag 26 april neem ik in het Kaaitheater Brussel deel aan een debat over een duurzame samenleving, georganiseerd door ‘Ecopolis’ (vroeger Het Groene Boek):

14U30 DEBAT 2: VAN GROEI-ECONOMIE NAAR BALANSECONOMIE
Hoe vervangen we onze groei-economie die de grenzen van mens en planeet overschrijdt door een balanseconomie in evenwicht met wat mensen en natuur kunnen dragen? Voer voor discussie voor econoom Frederico Demaria (ES), co-auteur van ‘Degrowth. A vocabulary for a new era’, docente filosofie Camille Dejardin (FR) en columniste Tinneke Beeckman (BE).

De hele dag (vanaf 11.00 uur) zijn er debatten, lezingen, gesprekken. En om 17.15 geeft Alberto Acosta (voormalig minister van Energie in Ecuador) de keynotelezing over het goede leven in de Andes.

“Ecopolis is de dag en de plek om samen plannen te maken voor een duurzame toekomst. Omdat ecologische uitdagingen geen taal- of landsgrenzen kennen, gaat Ecopolis voor divers, internationaal en interactief. Centraal staan gesprekken over de cruciale uitdagingen van onze tijd op vlak van ecologie, economie en samenleving. Met uit heel Europa schrijvers, wetenschappers en denkers uit het middenveld.

Dit zijn de thema’s:

– Is er, in het zoeken naar hoopvolle verhalen, terug ruimte voor utopisch denken? Continue Reading ›